Reacties

Bezoekers van deze website kunnen desgewenst reageren op elke bijdrage en hun bedenkingen staan dan bij het bericht terzake onderaan vermeld.

Hieronder al die reacties samengebundeld in omgekeerde chronologische volgorde, de recentste dus bovenaan. Om de context terug te vinden kunt u klikken op de in rood weergegeven titel van het oorspronkelijke bericht.


  • Van Jan Huyghe op Een ongeval

    Johan,
    In verband met derde strofe, “’t Is niet vandoen dat g’achter gaat1”,
    wil ik de lezers graag meedelen dat er in Veurne-Ambacht nog behoorlijk wat (oudere) mensen, conform het oudere dialect, bij de prikkel voor de grote boodschap, zeggen: “‘k Moetn zere na bachten…”
    In ons kustdialect is “bachten” dus ook gewoon “achter”. Voorbeeld: “Verdomme, ’t Is een brieftje van oenderd euro deur de gleuve tegen de meur bachten de kasse geglotsjen en ‘k en kunn’n d’r niet an…”
    Vriendelijke groet,
    Jan Huyghe
    Oostduinkerke

    Ga naar de reactie
    2020/02/07 at 2:47 pm
    • Van Johan op Een ongeval

      Er zijn nog wat varianten op die uitspraak die ontstaan zijn toen de WC-pot niet binnenshuis stond en al zeker niet in een badkamer want die was er niet. “Naar de koer” gaan is er zo eentje, de “koer” (la cour) zijnde de achterpui of de (half)overdekte buitenruimte tussen de achtergevel en … het WC-hokje. In (oude) cafés kan je nog een wegwijzertje zien naar “de koer” ipv naar het sanitair. Voor de mannen was daar meestal een “pissijn” voorzien, gewoon een gecementeerde muur met een goot onderaan of een plaspot of -goot op de juiste hoogte waarvan de afloop verbonden was met de vrije natuur. Ook kerkgebouwen hadden soms zo’n voorziening tegen één van de buitenmuren.

      Ga naar de reactie
      2020/02/07 at 6:37 pm
      • Van jan Huyghe op Een ongeval

        Johan,
        Nog even over dit stoelgangverhaal.
        Na jaren boeren te lande in Gijverinkhove (nu Alveringem)gingen mijn grootouders (geboren eind 19de eeuw) “rentenieren” op Weegschede, in de dorpskom van G’hove. Bij hen thuis gebeurde “Naar bachten gaan” ook daar in een klein hokje buiten, deel van wat koterijen. Het “comfort” was een plank met een rond gat dat je kon afsluiten met een houten deksel. Aan een haak in handbereik hing het toiletpapier: krantenbladen in viertjes gescheurd. In hun geval was dat Het Volk. Ze veegden dus hun g.. aan het wereldnieuws… Met vakantie bij mijn grootouders, jaren ’60, had ik genoegen dat genot van “de goeie oude tijd” proefondervindelijk te mogen veststellen. Een hele belevenis voor een stadskind van acht jaar.
        Nu nog een niveautje hoger. Vijftig meter verder, op de eigenlijke “platse” was het lekker vertoeven in het gasthof De Drie Ridders. Daar kon je voor de grote commissie “naar bachten gaan”, “naar de koer”, met twee tegelijk. Namelijk in een hok met twee gaten naast elkaar, zonder schutting ertussen. Terwijl je in arbeid zat kon je er elkaar in alle gemoedrust de laatste vette moppen vertellen, en met een lach de verlossing versnellen…
        Dat dubbelgemak bleef jaren bestaan, ook nadat het gasthof die functie niet meer had. Zou het nog bestaan anno 2020? Ik weet het niet. Indien ja, dan zou het best een bescherming als sanitair erfgoed verdienen…
        Tot zover dit geurige vertellement.
        Vriendelijke groet,
        Jan Huyghe
        Oostduinkerke

        Ga naar de reactie
        2020/02/07 at 10:23 pm
        • Van Johan op Een ongeval

          Ik herken de situatie volkomen van uit mijn kleutertijd & toestand bij mijn grootouders (en alle dorpsgenoten van die generatie). Zelf woonden we in een “nieuwbouw” (zelfde bouwjaar als ik) met een WC buiten, zonder plank maar reeds met pot & spoelbak! In huis was er zelfs een kleine badkamer met douche, iets wat door de goegemeente bestempeld werd als zotte kosten en een teken van hoogmoed… Die spoelbak en die douche konden er overigens maar komen omdat het dorp pas enkele jaren voordien aangesloten werd op de waterleiding.
          Een garage of carport was er niet: een auto was eveneens een overbodig luxeproduct waarvan er in heel het dorp maar een tiental te vinden waren. Dat veranderde snel na pakweg Expo58 en nog sneller toen in 1963 de tramlijn, die het dorp met Leuven en Brussel verbond, werd afgeschaft.

          Ga naar de reactie
          2020/02/08 at 11:11 am
  • Van jos op Manneken Pis

    Goeie morgen, Ik zoek al een paar jaren achter deze partituren voor fanfare en liefst voor harmonie. Kunnen jullie mij op weg helpen om die ergens te vinden of te kopen ? Dank u Jos

    Ga naar de reactie
    2020/02/04 at 10:07 am
  • Van Belinda Barink Schrijver op Bronnen

    Goedenavond, ik ben op zoek naar een plaat van duo Hofmann met het liedje ik heb een duivenplat op zolder.
    Heeft u deze te koop?
    Mvg. Belinda Barink

    Ga naar de reactie
    2020/01/30 at 8:30 pm
    • Van Johan op Bronnen

      Ik heb die plaat ( https://www.discogs.com/Duo-Hofmann-k-Heb-Een-Duivenplat-Op-Zolder-In-t-Zilveren-Zand-van-t-Strand/release/13204532 ) maar om ze ongeschonden tot bij u te krijgen lijkt me een hele onderneming… Heeft u echt de plaat nodig of is een digitale versie van het lied ook goed? (Moet ik nog opnemen dan, geen idee wat de plaat kwalitatief waard is. Krassen zijn er alvast niet te zien)

      Ga naar de reactie
      2020/01/30 at 11:20 pm
      • Van Johan op Bronnen

        Ik heb het ondertussen beluisterd: het lied is een “contrefact” van de Al Jolson klassieker “There’s a Rainbow Round My Shoulder” (1928).
        De B-kant van de plaat “In ’t Zilveren Zand van ’t Strand” is gebaseerd op “In einer kleinen Konditorei” (1929) geschreven door Fred Raymond, in Frankrijk gekend als “Le petit Pâtissier” (tekst van Lucien Boyer ©1929)
        Afgaande op het platenlabel (ODEON A 164 166) moet de Hofmann versie uitgebracht zijn in 1929

        Ga naar de reactie
        2020/01/30 at 11:49 pm
  • Van Jef Pepermans op Eens komt weer de dag van de Vrede !

    Dit refrein met deze tekst zong ik bij de bevrijding in 1944 op een feestje, luid aangemoedigd door de hele familie. Ik was toen 3 jaar en 8 maanden.

    Maar eens komt de dag van de vrede,
    dan is er weerspek in de pan,
    dan valt er niets meer naar beneden,
    dan gaan al de lichtjes weer aan.
    Maar eens komt de dag van de vrede,
    dan is ’t met dat schieten gedaan.
    En van ravitaillering en van rantsoenering
    daar trekken wij ons niks niet meer van aan. (bis)

    Ga naar de reactie
    2020/01/27 at 10:04 pm
  • Van Filip Ceulemans op De lustige velomaker

    Het clublied van Lierse SK (Wanneer LSK trekt ten strijde) is op dezelfde melodie geschreven.

    Ga naar de reactie
    2020/01/22 at 6:09 pm
  • Van Johan op Liedbladen

    Ondertussen heb ik dit “Vondeling”-lied verder uitgewerkt en de melodie voorzien van de nodige begeleidingsakkoorden. Het gaat – zoals blijkt uit de tekst – over een zogenaamd “klucht”-lied want de vondeling die zijn geschiedenis bezingt is allesbehalve een typisch geval. Het toont wel aan dat in die tijd (100 jaar geleden) het begrip “vondeling” geen uitzonderlijk gegeven was.

    Partituur * De Vondeling (kluchtlied) *
    1. instrumentaal     
    Ga naar de reactie
    2020/01/19 at 4:24 pm
  • Van Johan op Bij de kazerne

    Het lied “Derrière la Caserne” (tekst: Louis Bousquet – muziek: Henry Malfait) gaat dezelfde richting uit, evenwel met een totaal andere melodie en tekst. Het is daar een mengeling van zang en voordracht, zoals dat in een theater-revue gebruikelijk was. Volgens de partituur werd het oorspronkelijk opgevoerd in zaal Eldorado door Bach
    In het slotrefrein komt ook hier dezelfde kat op de koord:

    C’est derrière la caserne,
    contre un mur, dans une rue sans lanterne.
    On n’y voit pas bien clair,
    ça fait rien, on n’a pas besoin de lumière.
    Et dans la nuit sereine,
    tranquillement, en vue d’une guerre prochaine,
    je lui fais un petit conscrit,
    c’est comme ça que je sers mon pays.

    Croidel maakte er een plaatopname van:

    Ga naar de reactie
    2020/01/17 at 5:06 pm
  • Van Thierry op Met mijne vlieger ...

    Kunde da nog ne kier uitleggen van die bollekes?

    Ga naar de reactie
    2020/01/16 at 4:23 am
  • Van Johan op Het huwelijk van Martha op haar sterfbed

    In het liedjesschrift van Jean en Adèle Cuypers uit Rumst staat een gelijkaardige tekst – melodie niet vermeld – onder de titel “Aan ’t sterfbed getrouwd”

    Ik had er een vriendin
    ja, een bloemeken lief en schoon.
    Zij stond in mijn hart en zin,
    wij hadden elkaar trouw gezworen.
    Ik ging haar man te zijn
    en wij dachten ook heel tevreden
    te samen in ’t huwelijk te treden.
    Zij kreeg een ziekte vol van pijn

    En zij sprak: aanziet mijn kind,
    gij zegt dat gij het bemint,
    hewel neemt mij dan tot uw vrouw,
    blijf mij hier tot der dood getrouw.
    Zo zal dan mijn lieve schat
    op aarde geen bastaard meer wezen.
    Gij ziet dat ik niet kan genezen,
    ach voldoet mijn vraag en schep moed.

    Zij nam dan het wicht
    en kuste ’t op de bleke wangen.
    Haar ogen tot mij gericht
    zo sprak zij met veel verlangen:
    Beziet de lieve klein,
    lieve vriend, wees toch geen verrader,
    ach, word van dit kindje een vader.

    Zij sprak: ‘k heb geen moed meer,
    genen doktoor kan mij weer helpen,
    maar gij lieve minnaar zoet,
    gij die mij het leven kunt stelpen,
    ik smeek omdat gij
    voor mijn kind met liefde zoudt zorgen
    dan zal de goede daad u waarborgen
    en ’t kindje is dan uit de lij.

    Dat trof mij aan het hart,
    ja, zij die kon niet meer genezen.
    Ik lenigde haar die smart,
    ‘k omhelsde dat duurbaar wezen.
    Ik sprak: ‘k blijf u getrouw,
    heden kunt gij mijn hart overwinnen,
    heden wordt gij mijne vrouw,
    ik voldoe aan uw vraag en zinnen.

    Des avonds werd zij berecht,
    dan traden wij in den echt.
    Ik stak dan den ring aan haar hand
    zij was nog bij haar volle verstand.
    Vaarwel, zie ze, lieve man.
    Z’omhelsde het kind heel bewogen
    en dan met de tranen in d’ogen
    viel zij neer en stierf, zacht en teer.

    Ga naar de reactie
    2020/01/09 at 1:04 pm
  • Van Johan op Gij ging slechts voorbij

    Frans Currinckx alias “Rare Sus” zette op één van zijn liedbladen het lied “Hij ging maar voorbij” dat volgens hem moet gezongen worden op de wijze van “le bijou”. Welke wijze hij daarmee precies bedoelt is niet meteen duidelijk. Maar de tekst is wel duidelijk geïnspireerd door “Gij ging slechts voorbij / Tu n’as fait que passer”

    Ga naar de reactie
    2020/01/05 at 12:07 am

Copyright © 1967-2024 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi sub-thema, v2.2, bovenop
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com