Reacties

Bezoekers van deze website kunnen desgewenst reageren op elke bijdrage en hun bedenkingen staan dan bij het bericht terzake onderaan vermeld.

Hieronder al die reacties samengebundeld in omgekeerde chronologische volgorde, de recentste dus bovenaan. Om de context terug te vinden kunt u klikken op de in rood weergegeven titel van het oorspronkelijke bericht.


  • Van goethals willy op Jaap Van De Merwe in "Groot Geïllustreerd Keukenmeiden Zangboek" - In de vooroorlogse keukens waar geen draagbare radio de stilte hoefde te verdrijven, daar leerde je de liedjes die je behoorde te kennen

    Ik heb een kopie op CD van het TV programma BRT uitzending Labyrint dd 14.1.1986 “Luister naar mijn Lied” van Eric Pertz. “Het leven der straatzangers met fragmenten Tamboer-Jacobs- Coppenolle”. Het bevat oa fragmenten Tamboer jaren 30. Roger Hessel en Fernand Lahousse in Oostkerke en Veurne. Vraaggesprek met Marie Tamboer. Totaal zo’n 47 minuten.

    Ga naar de reactie
    2012/10/06 at 7:03 pm
  • Van Johan op Bij de kazerne

    Ondertussen vonden we enkele varianten van dit lied, al leert ons dat niets nieuws over de oorsprong…

    In het boek “Sara, je rok zakt af” (Cobi Schreijer, 1980, Amsterdam) geeft de auteur volgende toelichting:
    “Overgenomen uit een uitgave van Neerlands Volksleven (1967), Het lied in soorten waarin een uitgebreid artikel over het authentieke soldatenlied staat..
    Het werd in 1934 in het garnizoen in Arnhem gezongen. Het lied heeft een uitgesproken balladekarakter.
    Het lijkt me vreemd dat de soldaten dit zelf zingen, of het gebeurt in een moment van zelfkritiek. Soldaten wordt door onze populaire lied-cultuur toch eigenlijk voorgehouden, dat een echte soldaat meisjes in de steek laat, ‘vaste verkering is toch niks voor een soldaat.'”

    De tekst van de eerste strofe is vrijwel identiek. Dan volgt:

    2. Wat daar gebeurd is, weet ik niet,
    Er werd gevochten.
    Totdat zij eind’lijk vonden ’t spel,
    Waar zij naar zochten.
    Het meisje kreeg toen reuzepijn
    Al in haar buikje
    Dat zal wel van die vrijer zijn
    Uit de kazerne!

    3. Maar negen maanden, dag en nacht,
    Zijn gauw vervlogen.
    Toen ’t meisje haar buikje zag,
    Was zij bedrogen!
    Zij zag haar vrijer nimmermeer,
    ook niet van verre
    ‘Waar is de vader van mijn kind?’
    ‘In de kazerne’.

    4. Dus, meisjes, luister naar mijn raad,
    Kijk uit je ogen!
    Ga nooit op stap met een soldaat,
    Je wordt bedrogen!
    Want alle smoesjes, die ze doen,
    Zullen je niet baten:
    Ze knopen gauw hun gulpjes toe,
    Die rotsoldaten!

    En zojuist kregen we een kopie van een handgeschreven versie uit de archieven van de familie De Blick in het Hageland. Daarin een paar aanloopstrofen die in de Nederlandse versies verloren zijn gegaan! Het taalgebruik in deze versie stemt overigens beter overeen met wat we in het algemeen bij de marktzangers tegenkomen, maar gezien de mankementen in het rijm heeft onderstaande versie toch ook een hele reeks van mond tot mond overleveringen achter de rug.

    1. Vrienden luistert naar mijn lied,
    wat hier gebeurde:
    een jonge meid die ging op zwier,
    wat zij betreurde.
    Den avond viel, zij was kontent,
    met kloppend hartje,
    ’t was om te zijn bij haren vriend,
    aan de kazarne.

    2. Zij gingen samen naar het bal,
    als twee geliefden.
    Dansen, springen, zingen, overal,
    ja, vol plezieren.
    Het meisje dacht aan geen getraan,
    ze zag hem gaarne.
    ’t Wordt dan tijd om terug te gaan,
    naar de kazarne

    3. Zij gingen wandelen langs de boulevard,
    langs donkere wegen,
    ne kus van hier, ne kus vandaar,
    ze zag hem geren.
    Maar eindelijk kwamen ze in de duisternis
    onder een lantaarne
    aan enen hoek van de blinde muur
    van de kazarne

    4. Wat daar gebeurde, ge weet het wel,
    daar werd gevochten
    en op den duur vonden z’het spel
    waar zij naar zochten
    Het meisje was in geen droefheid
    en wier zo blijde
    maar nu is zij haar bloempje kwijt
    aan de kazarne

    5. Negen maanden dag op dag
    waren vervlogen
    toen zij haren misstap zag,
    dat zij was bedrogen
    En daar zij nu geen troost meer vindt
    moet zij hem derven.
    Waar is de vader van dat kind?
    In de kazarne

    6. Nu jonge meisjes voor het laatst,
    ziet uit uw ogen:
    verkeert nooit met ne soldaat,
    want ge zijt bedrogen
    en al die klachten die ge doet
    kunnen u niet helpen
    want ze doen met haast hun broekske toe,
    en ze zijn recht … naar de kazarne.

    Ga naar de reactie
    2012/10/05 at 1:08 pm
  • Van Engelen Eddy op Liederen

    Ik ben op zoek naar de melodie (indien mogelijk partituur) van het lied ‘de dubbele zelfmoord op de O.L.Vrouwen Toren. Zou destijds gezongen zijn door een zekere mevrouw Ellegiers.
    Het refrein begint als volgt :
    Vaarwel vrienden zeiden beiden teder
    Hierboven zien w’elkander weder
    De liefde brengt ons in den druk
    Voor ons op aard hier geen geluk

    Ga naar de reactie
    2012/09/23 at 7:12 pm
    • Van Johan op Liederen

      De volledige tekst staat o.a. hier: www.cubra.nl (die pagina is ondertussen gewijzigd, daarom hieronder de tekst die er in 2012 stond, inclusief spellingsfouten e.d.)
      Liedjes en rijmen van vroeger
      Dubbele zelfmoord op O.L. Vrouwen Toren – ingezonden door Ed Schilders
      Uit: Drij moorden en vijf cents, door Jan de Schuijter; Antwerpen.

      Op zaterdag 26 april 1913, om 10 uur in de ochtend, maakten twee jonge mensen uit Antwerpen op dramatische wijze een einde aan hun korte liefdesleven door van de Onze-lieve-vrouwentoren te springen. Een populaire Antwerpse marktzangeres, genaamd Ellegiers, maakte een lied op dit drama met deze tekst:

      Refrein:
      Vaarwel vrienden zei(den) beiden teeder
      Hierboven zien w’elkander weder.
      De liefde brengt ons in den druk
      Voor ons op aard hier geen geluk.
      Vergeef ons moeder en ook vader
      Eens zijn wij vereenigt te gader
      Een laatste kus ja aan elkaar
      Zoo sprongen z’in den dood te gaar.

      Wat is de liefde op dees aard
      Iets dat veel rampen, smarten baard
      Zoo als een jonge paar voortaan
      In onze stad weer komt begaan.
      Nog beide jong en schoon voorwaar
      Scheide van’t leven zoo te gaar.
      Zoo wreed gingen zij in den dood
      Sprongen van eenen toren groot.

      Waarom die wreede daad begaan ?
      Niemand verstaat zich daar ook aan.
      Doch t’ is de liefde die te zwaar
      Op hunne schouders weegt voorwaar.
      De wanhoop heeft hun overmand
      Daarom stierven zij hand in hand.
      Och arme ouders wat verdriet
      Als gij u kinders zoo weerziet.

      Ieder verschrikte wat paniek
      Als men daar op den oogenblik
      Twee menschen van den toren hoog
      Kwamen beneden in een boog,
      Vermorzelt dit zoo jonge paar
      Ieder die beefde daar voorwaar
      Daar lagen zij gebroken neer
      Zij beminde elkaar zoo teer.

      Zij waren zeer vast van besluit
      En wilde ja de wereld uit
      Daarom schreven zij voor de dood
      In eenen brief kloegen hun nood.
      Vaarwel ouders, magen en vriend
      En gij die ons op aarde mint
      Wij scheiden van de wereld af
      Zoo sprongen zij den toren af.

      Die tekst is dus klakkeloos (inclusief taalfouten) overgenomen uit het boekje “Drij moorden voor vijf cens”; daarin weet schrijver Jan De Schuyter er dit over te vertellen:

      "1913. - Dubbele zelfmoord op O. L. Vrouwen Toren. Op Zaterdag, 26 April 1913, te 10 uur in den voormiddag, stelden twee achttienjarige, wanhopige verliefden, Willy Molkau, student, uit de Baron Dhanislei 15, en Maria Peeters, wonende Montignystraat 22, een dramatisch einde aan hun leven door van O. L. Vrouwentoren te springen. Hun lichamen kwamen op de straatsteenen bij den put van Quinten Matsys terecht. In 1907 had een andere wanhopige, Jaak Simons, het hun voorgedaan. De marktzangeres Ellegiers dichtte een gelegenheids « romance» op dien dramatischen zelfmoord"

      Maar een melodie wordt nergens vermeld…

      “Ellegiers” was de naam van haar man Domenicus (eveneens muzikant en café-chantantzanger); de zangeres-tekstschrijver heette voor haar huwelijk Maria Christina Jacobs, geboren te Londerzeel op 27 oktober 1873. Zij kwamen in 1907 vanuit Willebroek naar Antwerpen maar gingen op de vlucht voor de 1e wereldoorlog. In 1920 overleed Domenicus en stopte zijn weduwe met zingen. Volgens De Schuyter woont zij bij het verschijnen van zijn boekje (in 1947) in de Lange Nieuwstraat waar ze een Thé- en koffiewinkel uitbaatte. Volgens dezelfde bron werden de liederen van het echtpaar uitgegeven op “klein formaat” (A6 ?) en per vier gebundeld, met tekst én muziek, “naar het voorbeeld van Montmartre-succesliedjes”. Het is dus niet onmogelijk dat een partituur van dit lied kan teruggevonden worden via het antiquariaat of gespecialiseerde bibliotheken, bijvoorbeeld http://www.consciencebibliotheek.be

      Ga naar de reactie
      2012/09/24 at 2:02 am
      • Van Johan op Liederen

        Ik vond ondertussen nog een ander lied hierover, geschreven en gezongen door Jean-Louis Beullens uit Brussel getiteld: “Het Liefdedrama te Antwerpen. Twee geliefden springen van O.L. Vrouwtoren” in 4 strofen, geen vermelding van zangwijze. Hier strofe 1, letterlijk overgenomen:

        De ware liefde lijk men ziet
        brengt vele jonkheid in ’t verdriet
        zij beminden malkaar zoo zoet ;
        liever sterven te zamen den dood
        zij zwoeren malkaar lief en trouw
        te worden zamen man en vrouw
        o ouders gij zijt de schuld van hun dood
        voor ’t menschdom helaas wat een nood
        een droef gedacht kwam hun te plagen
        de reuzen val voor hun wat droeve kwaal
        den schoone brief doet hun genade vragen
        daar liggen zij vol smart
        met een verbrijzeld hart

        (ook hier weer: in het dialect rijmt “zoet” op “dood”)
        Hier het volledige lied

        Ga naar de reactie
        2018/11/03 at 12:37 pm
      • Van Johan op Liederen

        De gebeurtenissen die tot dit lied hebben geleid worden tot in de kleinste details beschreven in het boek “Moord en brand over Antwerpen”, Jack Verstappen, D/1986/ 4771/01 op pagina’s 150-155

        Ga naar de reactie
        2014/08/17 at 11:06 am
  • Van gast op Ik wou dat ik nog een ketje was

    ook even zeggen da Gaston Berghmans – De Jeugd is ne schone tijd(http://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=web&cd=2&cad=rja&ved=0CCUQtwIwAQ&url=http%3A%2F%2Fwww.youtube.com%2Fwatch%3Fv%3Dw_ohSl2dAJo&ei=ZgNOUK3OO4bO0QXOpYH4DQ&usg=AFQjCNGk8TplNS-NBQWnN_MABNtbLvumQQ&sig2=l6nWWURgGegWGuvOvcLlXw) hetzelfde melodietjes heeft

    Ga naar de reactie
    2012/09/10 at 5:13 pm
  • Van Maria Borremans op Dolf dat is ne rare jongen

    goedenavond! 🙂
    Toch wel, er volgde nog een zin, maar die kan ik mij helaas niet meer herinneren (ben heel toevallig op deze blog gestoten ), ik hechtte er al klein kind ook geen belang aan – helaas, denk ik nu! Eigenlijk is dit cultureel erfgoed! BTW, kennen jullie het ”liedje” , ook op een bestaande melodie, dus van vlak na de oorlog : ”Hitler deed een varken dood, Chamerlain die kreeg een poot, Mussolini, fret macaroni. Hei! ” daar werd een soort dansje bij uitgevoerd, met z’n 2, waarbij men in mekaars tegengestelde arm haakte. Ik woonde toen in Lot, maar mijn Vader werkte sinds zijn 14de in Brussel, met veel Maroliens, vandaar

    Ga naar de reactie
    2012/07/31 at 10:37 pm
    • Van Francois Hendrickx op Dolf dat is ne rare jongen

      In het Antwerps was daar een kleine variatie op:
      Hitler schoot een varken dood, Chamberlain die kreeg ne poot, en Daladier kreeg het stertje (staartje) mee.

      Ga naar de reactie
      2014/08/03 at 6:50 pm
    • Van Johan op Dolf dat is ne rare jongen

      Het melodietje (her)ken ik niet meteen; in het boek “Het Aalsters Volksleven 1 – Markt- en Straatlied” staat deze tekstversie:
      Hitler dei zèn verken doeid
      Mussolini kreig ne poeit
      En Chamberlain die kreig het stértjen hoi, Hei !

      Ga naar de reactie
      2012/08/01 at 3:37 am
      • Van Johan op Dolf dat is ne rare jongen

        Me dunkt dat je de tekst over Hitler – Chamberlain – Mussolini zingen en dansen kan op de “Lambeth Walk”
        Zie http://youtu.be/XHtEKSg-ycQ
        of hier http://youtu.be/eOMro8HCxgY

        Ga naar de reactie
        2012/10/12 at 7:45 pm
        • Van Christine op Dolf dat is ne rare jongen

          Ik herinner me dat mijn mama de West-Vlaamse versie hiervan zong : “Hitler dei een zwientje dooed, Mussolini krieeg ne pooit, en Daladier pakt’et stertje mee ! Heel waarschijnlijk overgewaaid uit Antwerpen waar een tak van de familie woonde. (Ik heb West-Vlaamse roots, vandaar )

          Ga naar de reactie
          2021/02/16 at 5:33 pm
  • Van Maria Borremans op Onder de Laeken brug

    goedenavond – ik herinner mij nog wel de eerste regel van een andere versie, die door de mensen werd gezongen, toen ik een kind was, paar jaar na WOII : ” ’t was onder de Laeken brug, dat men den Duits versloeg” . Wel in het dialect natuurlijk – en ik ben er altijd van uitgegaan (niet dat ik er veel bij stilstond) dat het om een brug in Laken ging. Ik ben geboren in 1945. Zeer oude Brusselaars (haast je, er zijn er haast geen meer!) moeten deze versie kennen
    Groetjes

    Ga naar de reactie
    2012/07/31 at 10:23 pm
  • Van Hans Quaghebeur op Dolf dat is ne rare jongen

    Hallo, ik heb van mijn ouders de versie geleerd (op dezelfde melodie) “en mijn lief dat es è schelen, è kikt nao min , è kikt nao joen è kik nao vele”… Ik ben nu op zoek of er bij deze tekst uit het refrein ook strofen waren? Enig idee? Alvast bedankt. Hans

    Ga naar de reactie
    2012/07/31 at 5:56 pm
    • Van Johan op Dolf dat is ne rare jongen

      De kans is groot dat er niet meer tekst is bij de door u geciteerde straatliedversie; de enige referentie hiernaar die ik terugvond in mijn digitale bibliotheek zijn exact dezelfde woorden aangehaald door Jef Klausing in “Zingende Baren”, pag. 234. Maar hij citeert wel nog een andere tekst op dezelfde melodie en minstens even dubbelzinnig:

      Tusschen achthonderd matrozen,
      ‘k Heb hem gezien
      ‘k Heb hem gepakt,
      ‘k Heb hem gekozen
      Ja. dat doet me zoo’n plezier,
      ’t Is een echten kanonnier ..
      ’t Is gelijk een echten sloeber
      ’t Is dienamiet (bis)
      ’t Is gelijk poejer:
      ’t ls een eerste klas kadee:
      ‘k Heb hem vast en hij moet mee

      I
      Zo vriendelijk
      En smakelijk,
      ’t Is precies een smoutebol:
      Hij is nog geen twintig jaren.
      Lange tanden. rosse haren.
      Groote pooten,
      Groote voeten,
      ’t Oog gelijk een marmerbol
      En hij is chic, da’s very fine:
      Yes, dat manneken is de mijn !

      II
      ’s Avonds la-at,
      Zonder pra-at,
      Gaan we naar de Statiestraat
      En ik trakteer op patatte frietjes
      Gerstebier en lekk’re bitjes,
      ’s Avonds la-at.
      Zonder pra-at
      Gaan we naar de Statiestraat:
      En hij trakteert op zijnen toer
      Oei, oei, oei, ça c’est l’amour

      Ga naar de reactie
      2012/07/31 at 6:42 pm
  • Van Johan op Het lied van de kletskop

    Ondertussen is de originele tekst van De Baets wel in ons bezit. Hij is te vinden als ” Ik zou willen da’k ne klijchkop hà ! ” in “Chansonetten en Monologen”, 5e serie, uitgeverij E. Lelong, niet gedateerd (circa 1935) en in “De Cahiers van het Brussels Dialect”, 1996, nummer 2, uitgegeven door de Academie van het Brussels als ” ‘k Wâ da’k ne klachkop hâ”.

    Ik ben ne vijand van het hoer!
    Ge ziet as da ‘k nuut niks en stop,
    En, ’t geen da ‘k hijle zeg ès woer:
    ‘k Verwens het lest hoer van de kop! …
    Pertang, bij mâ mankêer het niet,
    Hij ’s wel gevuld, lak da ge ziet,
    Mo ‘k zeg zou dikkels oen mijn vrâ:
    “‘k Zâ wille da ‘k ne klachkop ha!”

    Ne klachkop geeft a ’n air sévèr’,
    Dabord, da dèfigurée niet,
    In ’t thèoeter op de parterr’,
    Zijn ’t al klachkoppe da ge ziet …
    Exempel, dâan hier dee doe zit,
    Es da ni prop’r, ès da ni wit?
    As ek zoe ne kop zien veu mâ
    Zâ ‘k wille da ‘k ne klachkop hâ! …

    Want, tenez, da’k zoe ne kop hâ
    Zonder hoer, zoe bluut as ne knien.
    En doer honderd deuzend frank bâ,
    ‘k Dêe niks nemi, ge zotch het zien …
    Ik rei allen doege par koech,
    Zonder hoed oen, of zonder moech,
    Omdat eederien zegge zâ:
    ” Ik wa da ‘k zijne klachkop hâ! ”

    ‘k Verwens het hoer zeg ‘k, zweut of blond,
    Niks beter as ‘nen bluute kop,
    Dat allien mokt de mensch gezond
    Want doe zit gien … voeilegheid op …
    Doebâ, ne klachkop ès profijt,
    Ge spoert ne kam en ge spoert tijd,
    En ’t hoersnije spoerd er nog bâ..
    Wel ik wâ da’k ne klachkop hâ!

    ‘k Hem d’Universiteid gedoen,
    En ‘k hem doe dra joer g’étudiêed
    Of da ’t hoer op de kop moe stoen,
    ‘k Hem niks gevonne dee ’t proevêed …
    ’t Es dus gien blâgu’ as ‘k hijlie zeg:
    ” Ne klachkop joegt den doenker weg “.
    ’t Was zonder licht, zoe klêer as na,
    Dat eed’rien hêe ne klachkop ha!”

    Ga naar de reactie
    2012/07/22 at 7:04 pm
  • Van Madeleine Sanders- van Pampus op Het hutje bij de zee

    zou ik de bladmuziek van the cottage by the sea kunnen aanschaffen?

    Ga naar de reactie
    2012/06/28 at 5:10 pm

Copyright © 1967-2025 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi sub-thema, v2.2, bovenop
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com