Artikels door Johan:
Meisje van 11 jaar laffelijk vermoord (1910 ?)
Harrie Franken vond naar eigen zeggen dit lied op een “vliegend blad” van Alfons Van Gestel. Probleem: er zijn twee zangers met die naam actief geweest. Vooreerst Alfons (1879-1971), zoon van Joannes, geboren in Herentals maar in Aarschot gehuwd in 1902. En er is ook Alfons (1906- ), zoon van Jaak, zelf geboren in Grobbendonk maar zijn zus wordt 2 jaar later in Aarschot geboren en een jongere broer Adolf in Breda. Vader Jaak was actief als marktzanger in Mechelen maar verbleef met zijn gezin blijkbaar ook elders.
Volgens Harrie Franken was Alfons Van Gestel “een bekende Aarschotse marktzanger”, beide Fonskes zijn verwant aan de Van Gestels uit Aarschot…
De bezongen moord werd volgens de opzoekingen van Julien De Vuyst gepleegd op 6 mei 1910, dan kan de zanger bijna niemand anders zijn dan de Alfons die op dat moment 31 jaar was, de zoon van Jaak was nog een kleuter dan. Anderzijds werd de gebruikte zangwijze pas 17 jaar later uitgebracht … en het krantenartikel beschrijft ook heel andere feiten dan in het lied worden opgesomd.
Hierbij een krantenartikel van 15 mei 1910. Zoals gebruikelijk in die tijd worden de afgrijselijke feiten in onbedekte termen verhaald.
De dader zou voor zover we weten ook nooit gevonden worden.
In het lied van Van Gestel is het de moeder die het kind vindt, blijkbaar overreden door een auto. En de dader werd wel degelijk gevonden en bestraft.
In het krantenartikel is de moeder van het slachtoffer al een jaar eerder overleden en er is geen sprake van een moordenaar die na zijn daad door een auto zou overreden zijn.
Het gaat in het lied dus over een andere moord of Van Gestel heeft hele stukken verzonnen.
Er zijn in de liedtekst te weinig concrete aanwijzingen om de beschreven misdaad terug te vinden en te situeren. Of althans: het is mij niet gelukt.
Meisje van 11 jaar laffelijk vermoord
1016 [A] Alfons Van Gestel [C] A. Bosc
’t Was in ’t vallen van den avond
toen een moeder naar haar kind kwam vragen.
’t Was verdwenen maar waar henen?
Niemand wist waar het heen was gegaan.
’t Was ontrukt door een lafaard’ge hand
die het meelokte aan enen kant
Wat gebeurd’ hier met die arme klein?
Wat had het in dien tijd toch geleden!
G’heel ontkleed vond men den martelaar
die daar lag tussen vuilnis en blaâr.
G’heel onken’lijk verslonden
gelijk enen hond,
toen de moeder haar kindje weer vond.
Niemand hoorde deze klachten
als hij het kind daar was aan het versmachten.
Hulp vragen kon niet baten
en wanneer hij zijn lust had voldaan
vluchtte hij van zijn slachtoffer heen.
’t Kleine slachtoffer bleef daar alleen.
Maar o wonder der gerechtigheid
hij kreeg daar zijne straf ook te boeten!
Toen een auto reed in volle vaart
botste op den wrede lafaard.
Met den dood op den mond
sprak hij den wreden stond,
wees de plaats waar men het meisje vond.
’t Arme kindje had geleden
’t Hoofdje was van het lichaam gesneden
Beide beentjes gans geschonden
vond men den martelaar daar ten grond.
Voor een moeder, is dat toch niet straf,
als men daar toch zo een tijding bracht?
Denk toch eens hoe het op moeder riep
als wanneer het daar lag in de pijnen,
gans verscheurd en met wonden bedekt
vond men daar dat lief kindje gevlekt.
Maar den dader die kreeg daar dan ook zijne straf,
die daar kort nadien zijn leven gaf.
Partituur * Meisje van 11 jaar laffelijk vermoord * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: zangwijze: Griserie (1927) In "Kroniek van de Kempen - deel 13 pag 145 (MUZ0693) In " Moordlied XXe eeuw" (MUZ0106) Julien De Vuyst: onopgehelderde moord op Alice De Gazelle te Deerlijk, 6 mei 1910: lied 17 jaar later In « De liedjeszangers te Berlaar en omgeving » (MUZ0727) Toine De Sutter, 1987, daar foutief toegeschreven aan Louis Boeren