Over Johan

Artikels door Johan:

0

De klapdeur van de kroeg

Geplaatst door Johan op 23 mei 2024 in Drank, liedbladen, liedboeken, liederen, Over Armoede & Drank |

Dit lied leerden we kennen toen we in 1974 het boek “Gij zijt kanalje, heeft men ons verweten” cadeau kregen en we dit titanenwerk van Jaap van de Merwe begonnen uit te pluizen. Het is één van de vele liederen waarin vanuit sociale overwegingen getracht werd het wijdverspreide alcoholisme bij de verpauperde arbeidersklasse te bestrijden. Zie hiervoor “Verkoop toch geen drank aan mijn vader” en andere liederen uit de categorie “Drank“.

Het lied dateert uit de tijd van de industriële revolutie, rond 1900, maar een auteur wordt niet vermeld. Van de Merwe publiceerde een handgeschreven melodie maar een gedrukte “originele” en oudere partituur die we pas recent ontdekten wijkt daar vanaf. De tekst blijft dezelfde. Na elke strofe volgt een aangepast refrein maar wij herhalen meestal het eerste refrein.



Partituur volgens “De Wereldstrijd” waarvan dichter Adama Van Scheltema de hoofdredacteur was.



Klapdeur van de kroeg - versie Jaap van de Merwe
handschrift Jaap van de Merwe

De klapdeur van de kroeg

1029 [A] C.S. Adama Van Scheltema (1815-1897)  [C] onbekend

De kroeg heeft een klapdeur die willig reeds wijkt
voor ’t handje van zelfs een klein kind,
dat angstig en schuw door een reetje heen kijkt
of ’t daar niet zijn vader nog vindt.
Van ‘s morgens vroegtijdig tot na middernacht
klinkt twist, vloek en dronkemanslied.
Tot de kroegbaas, die lang naar zijn slaapstee reeds smacht
de dralers ’t naar huis gaan gebiedt.

’t Is drank en nog eens drank
bij glas en flesgeklank
tot laat van ‘s morgensvroeg.
En Satan, o hij lacht
om ’t wild dat hem weer bracht
de klapdeur van de kroeg.

De werkman die drentelt van ’t dagwerk naar huis,
kan node die klapdeur voorbij.
Op ’t werk en tehuis is verveling en kruis,
daar binnen is ’t vrolijk en vrij.
Want Piet drinkt met Janmaat en Jan drinkt met Piet,
en ’t rondje gaat er keer op keer.
Wie niet meedrinkt en meejoelt bij glas en bij lied,
geldt hier voor geen man meer van eer.

Komt kerels, nog een dronk
Hier zeilt geen saaie bonk
ooit dwars ons voor de boeg.
En Satans grijnzend woord
pocht op zijn hellepoort :
de klapdeur van de kroeg.

Een gulden heeft Trui uit de Lombard(1) gevist
en fluks gaat z’er mee aan de zwier.
Want of ze haar beste japon daarvoor mist,
een mens heeft maar eenmaal plezier.
Al stierf in die nacht ook haar enigste kind,
al ligt in het Gasthuis haar man,
want haar troost is geen kerkgang maar ’t gaan in de wind,
die gulden en meer moet er aan.

’t Is: ‘Drink!’ en nogmaals: ‘Drink!’
Kom, toon courage, flink.
Een held die er twaalf versloeg!
En Satan , o hij lacht ,
want hem dient trouw de macht
der klapdeur van de kroeg .

Zie ginds daar dien heer of wat ooit een heer was.
Zijn neus en zijn deukvolle hoed
verraden in hem al de vriend van het glas,
zijn armoe en ’t vuur in zijn bloed.
Eens was hij zijn moeder een helper en staf,
maar sedert hij Bacchus(2) slechts dient
en al wank’lnd zich haast naar een dronkemansgraf,
een lastpost voor maag en voor vriend.

’t Is altijd weer het glas
dat hem ten valstrik was
en als zijn prooi versloeg.
Helaas voor Staat en Kerk
toont daag’lijks zich te sterk:
de klapdeur van de kroeg.

’t Is dubbele nering als ’t loon werd betaald
en ’t meest op Gods heilige dag.
Waar bij straatmuziek hel de gasluchter straalt,
voor mannen van ’t dronkemans slag;
dat moeder en kinderen hongeren laat,
in ’t ijskoud en donker tehuis.
Of gejaagd en vol angst soms op marktplein of straat
nog huivert voor dreigender kruis.

’t Is drank en altoos drank.
’t Is dronken woest geklank.
Van ’t helvocht nooit genoeg !
Zo lokt en rooft en moordt
jaar-in en jaar-uit voort
de klapdeur van de kroeg.


(1)De Lombarden waren gespecialiseerd in het lenen van geld in ruil voor een pand: een juweel, een muziekinstrument, kledij … Wie de lening terugbetaalde kreeg ook zijn pand terug. Een pandjeshuis werd daardoor “de Lombard”, later verbasterd tot de “lommerd”
(2)Romeinse god van drank en vertier
PDFlogo Partituur * De klapdeur van de kroeg *
MP3logo
      1. instrumentaal
PDFlogo Partituur * De klapdeur van de kroeg * versie Van de Merwe
MP3logo
      2. instrumentaal BiaB melodie Van de Merwe
MP3logo
      3. versie van De Stoopkes

 Bronnen:
Uit verzameling Moormann K077 - met muzieknotatie. Blijkbaar een fragment uit het tijdschrift "De Wereldstrijd : voor godsdienst, huisgezin en vaderland" (1892 e.v.) waarvan dichter-predikant Adama van Scheltema (1815-1897) de hoofdredacteur was en bijgevolg de vermoedelijke auteur van de liedtekst. 
Hij publiceerde het ook als lied nr 140 in "Onze Geloofs- en Strijdzangen: geheelonthoudersliederen door J.J.P Valeton Sr. en C.S. Adama van Scheltema en anderen", uitgegeven in Gouda bij T.J.Kousbroek circa 1900 
In "Gij zijt Kanalje" - Jaap Vande Merwe (MUZ004 pag 65) met afwijkende melodie 
LP 1988 "De Stoopkens - De Jeneversuite" (ingekorte versie, met eigen slotstrofe)

Tags: ,

Copyright © 1967-2024 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi sub-thema, v2.2, bovenop
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com