Moord op een meisje van twintig jaren te Haren (1922)
In Haren bij Vilvoorde werd de 20-jarige Constance Vanderzeepen op 7 augustus 1922 vermoord door Bonifatius Baum uit Neder-over-Heembeek.
Wat er gebeurde werd uitvoerig beschreven in de krant.
Dit relaas werd door een anonieme marktzanger verwerkt tot een lied. Haastwerk waarschijnlijk want de tekst wringt langs alle kanten en het verhaal is moeilijk te volgen als je het nog niet kende uit de krant. Het rare taalgebruik hebben we zoveel mogelijk ongemoeid gelaten maar hier en daar hebben we serieus moeten ingrijpen om de tekst overal zingbaar te maken op de gekozen melodie. Die wordt niet vermeld maar kan niet anders zijn dan “Ferme tes jolies yeux” (1913, René de Buxeuil), een populaire deun toendertijd.
Harrie Franken ontdekte het liedblad en drukte het af in zijn boek “Liederen en dansen uit de Kempen” (Weebosch 1978, pag. 378).
Identiek dezelfde slordige tekst werd door Herman van Gorp al in 1975 genoteerd bij Anna Van Heuckelom uit Kasterlee en opgenomen in zijn licenciaatsverhandeling “Het Volkslied in Kasterlee … (en omgeving)”. Zij verklaarde dat ze het had geleerd van haar zus. Die moet dus dat liedblad (ooit) in haar bezit hebben gehad en allicht overgeschreven in haar eigen liedjesschrift om het in familieverband samen te kunnen zingen.
Herman noteert erbij dat het niet verwonderlijk is dat een moordlied uit Nederland in de Kempen gekend was. Hij kon toen natuurlijk nog geen oude kranten raadplegen via archieven op het Internet… Harrie Franken schijnt het liedblad weliswaar in Nederland te hebben ontdekt maar het verhaal speelt zich echt wel af in Vlaams-Brabant, niet in Haren bij Groningen, en het lied moet afkomstig zijn van een Vlaamse (tweederangs) marktzanger.
Moord op een meisje van twintig jaren te Haren
[A] anoniem [C] René de Buxeuil (1913)
De liefde doet veel jonkheid dwalen
en brengt somtijds een groot verdriet,
gelijk ik nu weer kom verhalen
die nog maar onlangs is geschied.
Een paarke zo deugdelijk van leven,
beiden rond de twintig jaar,
had misschien wat woorden gekregen
al langs de eenzame baan.
Door jaloersheid opgesprongen,
het meisje de keel toegewrongen.
Liet haar liggen langs de straat,
Na de misdaad op de vlucht begeven.
De ouders zuchtten met de daad
Als de dochter was weggebleven.
De broeder van zeventien jaar,
Al wenend op zoek begeven,
Want zijn zuster langs eenzaam wegen,
verwurgd, liep naar huis metterdaad.
De ouders, die droefheid vernomen,
hoe hun dochter vermoord daar was,
zijn met spoed bij de wet gekomen,
elk riep maar toe op dezelfde pas
De commissaris daarbij gekomen,
het lijk naar het dodenhuis gedaan.
Nadat hij alles had vernomen,
op zoek naar de dader gegaan,
Alle zoeken vruchteloos gebleken,
en lieten een parket dat weten.
De maandagvoormiddag aldaar,
’t Parket naar die plaats begeven,
een streng onderzoek gedaan,
hoe ’t meisje gebracht was van ’t leven.
Dan bij de broeder gegaan,
die zijn zuster had gevonden.
Men hoorde snikken uit alle monden,
zo een droefheid had nooit bestaan.
De dader die dat had bedreven,
helaas, hij vond er geen rust meer,
heeft hem op de vlucht dan begeven
om hem te zelfmoorden een keer.
Aanstonds een winkel vernomen,
en kocht een revolver aldaar,
daarmee aan het wapen gekomen,
maar de politie volgde hem daar.
Overmand, dan wilde hij nog schieten,
werd gevangen tot zijn verdrieten,
Door de politie aldaar,
’t gerecht bracht hem aan het beven.
Bij d’onderzoeksrechter gedaan,
waar hij bekentenis kwam geven.
Door jaloersheid aangedaan,
dat ik mij in ’t leger moest begeven,
ik benam mijn liefste haar leven,
omdat ze met geen and’re zou gaan.
Later werd ’t moederskind begraven,
dat toch nooit iets had misgedaan,
in haar fleur naar de kerk zien dragen,
ieder wenend volgde haar na.
Men hoorde veel zuchten weerklinken,
de droefheid die was toch zo straf.
Als men haar lijk in ’t graf liet zinken,
iedereen riep met droef beklag :
Bonifius, geen rust gunt u het leven,
voor Constantia die gij bracht om ’t leven.
Voor ’t sluiten, groot en klein,
jonkheid die nog wil verkeren,
zal dit een exempel zijn :
Wil malkaar oprecht beminnen,
met geen valsheden aldaar
om haar te brengen van ’t leven.
Voor ’t gerecht zal hij rekening geven,
beklagen ’t geen hij heeft begaan.
Partituur * Moord op een meisje van twintig jaren te Haren * | |
1. instrumentaal
|
|
2. versie Anna Van Heuckelom, 1975
|
Bronnen: * boek "Liederen en dansen uit de Kempen : een optekening", Harrie Franken, Weebosch, 1978, ISBN 9789070197032 (MUZ0498 pag. 378) * licenciaatsverhandeling "HET VOLKSLIED in Kasterlee, Lichtaart, Tielen, Gierle, Turnhout en Oud-Turnhout", Herman Van Gorp, K.U.L., 1976 (MUZ0903 - lied nr 6.30) * krant "De Volksstem" 9/8/1922