De laatste dagen van een politiek gevangene in Buchenwald
Het derde lied op het marktzangersblad van Arthur Kesteloot uit Kortrijk gaat eveneens over het concentratiekamp van Buchenwald nabij Weimar. Dat was in gebruik van 1937 tot 1945. Er werden in die periode 238.979 mensen opgesloten, waaronder vele kinderen, in principe om zich dood te werken. Het waren vooral kunstenaars, “dissidenten”, werkweigeraars, zigeuners, joden, homosexuelen… 56.545 gevangenen, waaronder circa 11.000 joden, kwamen er op 1 of andere manier om het leven, volgens een synthese in Wikipedia.
In het lied is 1 politieke gevangene aan het woord wiens lotgevallen, zo lijkt het toch, door de tekstschrijver uit goede bron bekend waren. Misschien werd het lied wel geschreven voor een herdenkingsplechtigheid voor een bij het aanwezige publiek gekende maar niet met naam genoemde vermoorde gevangene.
De gekozen melodie “Bonsoir, chérie, en denk vannacht aan mij” van Arnold Frank en Joop De Leur (1940) was populair bij marktzangers zoals Jaak Van Gestel (De klacht van en moeder) en Tamboer (Onschuldige verdachte)
De laatste dagen van een politiek gevangene in Buchenwald
[A] Roger Van Elslander [C] Joop De Leur (“Bonsoir, chérie, 1940”)
Reeds heel lang zat hij gevangen,
gans ontmoedigd en verbleekt
en met tranen op zijn wangen
smeekt hij naar een Priester weer.
En bij Michel aangekomen
sprak hij: omhels hier het kruis.
Geen gena kunt gij bekomen,
gij kunt toch niet meer naar huis.
Vaarwel, vrouw lief,
ik ben hier opgesloten.
Mijn laatste brief:
‘k word door de kop geschoten.
Vaarwel; mijn lieve klein,
nooit zal ik bij je zijn.
Groet allen van mij,
straks zal ik niet meer zijn.
Hier tussen vier naakte muren
sterf ‘k in machteloos verdriet
en ‘k breng hier mijn laatste uren
in gebed dat overschiet.
Ongehoord, hier mijn ellende,
maar ik hou het hart vol moed
want straks komt een spoedig einde,
’t leven was mij toch te zoet.
Wat ik hier al heb geleden,
bovenmenselijke pijn.
Wreder kan het toch niet wezen,
onschuldig gemarteld te zijn.
Vreselijk is ’t zo te sterven.
Zo zoekt het Duitse geweld
naar onschuldig bloed vergieten,
dat mag nooit vergeten zijn.
3. In Buchenwald
zit ik nu opgesloten.
In Buchenwald,
word ‘k voor de kop geschoten
Vaarwel; mijn lieve klein,
nooit zal ik bij je zijn.
Groet allen van mij,
straks zal ik niet meer zijn.
Partituur * Laatste dagen in Buchenwald * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: zangwijze: "Bonsoir, chérie, en denk vannacht aan mij" Liedblad van Arthur Kesteloot, Kortrijk ons toegestuurd door Herman Lemarcq