Jan Kapoen
Op een bandopname gemaakt in 1975 door Herman Van Gorp hoorden we Lien of Emma Kennis uit Kasterlee zingen over “Jantje, een kind van weelde”. Het lied begint zo:
een zoontje zogenaamd van weelde.
Hij werd daar altijd heel bemind
en hij den groten Heer wat speelde.
Papaatje die zeer gierig was
en ’t zoontje speelt viool en bas.
Met d’een of d’ander loechte poep
deed hij papa zijn geldeken oep;
met d’een of d’ander loechte poep
deed hij papa zijn geldeken oep
Er mankeert duidelijk iets aan de tekst, en de melodie gaat ook op en af, dus gingen we op zoek naar andere versies. Met het zoekargument “Jantje was een enigst (of enig) kind” vonden we niets in onze digitale bibliotheek, na nog wat andere vergeefse pogingen vonden we met “van weelde” een heleboel teksten waaronder zich ook het lied bevond dat we zochten, allemaal in de nalatenschap van Harrie Franken zaliger.
Op zijn website, die postuum werd overgezet naar www.volksliedarchief.nl, vonden we een lied over “Jan Kapoen” dat Harrie in een afwijkende versie ook in “Kroniek van de Kempen deel 10” had gezet op pag. 148, en in zijn boek “Liederen en dansen uit de Kempen” op pag. 244, telkens met uitgeschreven melodie. Hij hoorde het lied zingen in Postel, in Someren-Heide en in andere niet nader genoemde Kempense dorpen. Door combinatie van vier verschillende versies “opgetekend uit de volksmond” hebben we voor onze versie de volgens ons meest plausibele van dit kluchtlied-met-een-moraal gemonteerd.
Jan Kapoen
[A] onbekend [C] onbekend
Een rijke heer die had een zoon
een zoontje vol van weelde
die hij al te veel had bemind
en soms den boer eens speelde.
Terwijl papa zo gierig was
speelde de zoon viool en bas,
met d’een of d’ander modepop
deed hij papa zijn centjes op.
Met d’een of d’ander modepop
deed hij papa zijn centjes op.
Papa die deed zijn oogjes toe:
daar moet een eind aan komen
en op den duur werd hij het moe,
heeft een besluit genomen:
het zoontje kreeg geen centen meer,
maar ziet eens, op een zek’ren keer
als zoonlief was in dronken staat,
verkocht hij zichzelf als soldaat
Als zoonlief was in dronken staat,
verkocht hij zichzelf als soldaat
Papa die dacht: het zal niet zijn
mij hier te blijven foppen
en na zowat een week of drij
kwam Jan aan zijn deur kloppen.
“Papa, den dienst valt mij zo straf
’k zou willen dat g’me kocht eraf.”
Papa die sprak: “Ik wil kapoen
dat gij uw tijd vol uit zult doen!”
Papa die sprak: “Ik wil kapoen
dat gij uw tijd vol uit zult doen!”
En tegen wil en tegen dank
moest Jan soldaatje spelen.
Al viel den tijd hem soms te lang
het kon papa niks schelen.
Jan diende snel zijn jaren uit
en kwam toen spoedig aan de buit:
papa die stierf en Jan Kapoen
werd meester van een klein miljoen.
Papa die stierf en Jan Kapoen
werd meester van een klein miljoen
Eenieder stond er van te zien
hoe papa werd begraven
Jan liet niet doen een mis of tien
om vader’s ziel te laven
’t Is schande om zo rijk te zijn
en te begraven zo gemein
“Maar ik weet goed,” sprak Jan Kapoen
“waarom dat ik geen mis laat doen.”
“Maar ik weet goed,” sprak Jan Kapoen
“waarom dat ik geen mis laat doen.”
“Als papa in den hemel is
kan ik die missen laten.
En is hij in de hel gewis,
wat kan het hem dan baten?
En is’t dat hij voor langen duur
moet lijden in het vagevuur
dan moet hij,” zo sprak Jan Kapoen
“zowel als ik zijn tijd uitdoen.”
Dan moet hij,” zo sprak Jan Kapoen
“zowel als ik zijn tijd uitdoen.”
Partituur * Jan Kapoen * | |
1. instrumentaal
|
|
2. versie van de zusjes Kennis
|
Aanvulling 21-4-2022
Zo goed als dezelfde melodie vinden we terug in “Parabele ofte Gelijkenisse” van Joseph Sadones (1755-1819), zoals gezongen door Wannes Van de Velde op de CD “Werkman, komaan …”
Heel andere tekst weliswaar.
stroppen te leggen in het bos. Ze zijn tegaar gekomen.
Ze maakten hun zelve blij.
Langs ene groene wei
lei den wolf eerst zijn stroppen waar veel schapen kwamen aan,
en om hem te verstoppen is achter d’haag gegaan,
is achter d’haag gegaan.
3. Parabel ofte Gelijkenisse (fragment)
|
2 Commentaren
Beste vrienden,
ik wil bij het lied van Jan Kapoen heel even verwijzen naar het lied in mijn boek op blz. 348,met dezelfde titel dat ik destijds in Westerlo heb opgetekend. De titel is het enige dat overeenstemt dus het zou me niet verwonderen moesten er nog andere versies bestaan. Veel groeten van de Richard
Juist, mijn Adobe Reader had een aantal vermeldingen van dit lied niet teruggevonden in de zoekindex gemaakt met Acrobat Pro… Heb nu op andere manieren gezocht en bovenstaand lied staat ook in:
* De geschiedenis van het café-chantant, Lustenhouwer – “Een rijke heer had maar één kind …”
* Marktzangersliederen uit Erpe-Mere, Julien De Vuyst – “Een rijkaard had een enig kind …” (De liederen in dit boek, werden alle opgetekend in de periode tussen 1960 – 1980, bij mensen die in Erpe-Mere wonen of althans gewoond hebben.)
De Kadullen-versie is inderdaad een ander lied, met een heel ander verhaal, dat we bv. ook vinden in “Honderd oud Vlaamse liederen” van Jan Bols (nr. 78 pag. 190), overgenomen in “De Vlaamsche Zanger -deel 2” (nr. 58 pag 100) en in “Chansons Populaires des Provinces Belges” als “Jan Kapoen – Jean le Capon”. Volgens die laatste bron is de melodie een “Adaptation de l’air de “Cadet Rousselle” ‘- auquel se rattache également une des chansons de “Jean de Nivelles” (v. COLSON, Wallonia, t.VIII, pp. H8, i27).”
Het staat ook in diverse oude liedjesschriften, zoals bv. dat van begijntje Joanna Catharina Piré (circa 1820) en
Andreas De Weerdt laat midden 19e eeuw enkele keren een (andere) “Jan Kapoen” figureren in zijn liedjesteksten.