‘k Heb alle stielen aangeleerd
De zangwijze “Elle avait une robe à carreaux” kwamen we al meermaals tegen bij minder interessante teksten, dankzij Alberic Cattebeke kunnen we het foxtrot-melodietje nu toch eens gebruiken bij een kluchtlied van zijn hand…
‘k Heb alle stielen aangeleerd
741 [A] Alberic Cattebeke [C] Roger Dufas (1925)
‘k Ben een ongelukkig kind, verlaten gans alleen.
Moeder doof en vader blind, ik zie er twee voor één.
’k Ben nochtans een kerelken gemaakt heel chic en fijn,
maar ’k ben dwazer als een everzwijn.
Ook al vele geprobeerd,
alle stielen aangeleerd,
’t geen ik deed dat ging wel goed maar ’t was verkeerd.
’t Eerste werd ik apothekersknecht,
zie dat stielken was niet slecht.
Ik gaf poeiers door mijn domheid groot,
menig mens die scheet zich dood.
’k Vloog op straat, zie ik werd chauffeur,
dat was ook een groot malheur,
kreeg subiet daar mijn ontslag,
door dat ik niet goed ’n zag,
’k schoor het haar en baard en ’t vel ook af.
Dan werd ik pompier chauffeur, als ’t brande vroeg of laat,
reed ik altijd per malheur in een verkeerde straat.
’k Werd dan clown in ene cirk, maar op een avond straf
riep ik tot het volk: de cirk brandt af!
Dan werd ik loodgieters gast,
mijnen baas dat was een kwast,
en ’k soudeerde hem aan de corniche vast.
Ik werd schilder in het goed seizoen
en ’k moest binnen werk gaan doen.
Mijnen borstel ging er niet goed mee,
’k verfde spiegels, kachels en planché.
Mijnen baas was er toch zo kwaad
als hij goed mijn werk bezag:
“Allez, buiten dommerik”
en ik zat weer zonder frit,
’k had stoelen en tafels mee gewit.
Dan werd ik ’n metser in de stad, zie wat malheur!
’k Bouwde al mijn huizen zonder vensters, zonder deur.
’k Metste eens ’n kelder toe, en dat ging goed vooruit,
maar kon bijna zelf er niet meer uit.
Ik werd knecht bij bakker snoek,
maar ik kreeg er mijnen boek:
mijnen buik deed zeer
van al zijn suikergoed.
Ik heb dan voor paardensmid geleerd,
’k plaatste d’ijzers gans verkeerd
en daar was het dan ook gauw mee uit
want de paarden gingen achteruit.
Kreeg ik maar ’n plaatsken als kassier,
wel dat deed ik met plezier
want het coffreforken zie
was er dan al rap partie
en ’t kassierke was ribbedebie.
Partituur * ‘k Heb alle stielen aangeleerd * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: wijze: "Elle avait une robe à carreaux" (1925) liedblad Alberic Cattebeke (MUZ0821 pag. 4)