De geknakte bloem
Nog een lied van Maria Christina Jacobs – alias “mevrouw Ellegiers” – , waarbij een jong meisje eens te meer vergeleken wordt met een bloem. Een “geknakte” bloem weliswaar, want ze was (te) jong toen ze zich helemaal gaf aan een rijke jonge man die haar uiteindelijk liet … verwelken.
De geknakte bloem
[A] Mevr. Ellegiers-Jacobs [C] de heer Ellegiers
Wie zit daar zo diep neergebogen,
Helene, die geknakte bloem.
Hare schoonheid is nu vervlogen,
eens was zij van ’t dorp hier de roem.
Nauwelijks was zij zestien jaren,
zo prachtig als een lenteroos,
maar stil en nog onervaren
was ’t bloempje zo tenger en broos
Weggerukt al van haren stengel,
kwijnt die roos, eens zo fris vol geur.
Vroeger zo schoon als een engel,
verdwenen is nu hare kleur.
Ach, roept zij, gij die hebt ontnomen
mijne rust, mijn hart en mijn eer,
ach komt hier weer, want ik min u zo teer,
en geeft uw liefde weer.
Heleen had haar hartje gegeven
zeer jong nog aan een rijke knaap.
Niets kon hare liefde bewegen,
zij wist nog niet ’t onwetend schaap
dat hij haar het harte zou breken,
zij minde hem vol liefde teer.
Zijn liefde is nu geweken,
verliet haar, keerde niet meer weer.
Sinds dien tijd loopt d’arme Helene
vol smart en wanhoop neer gebukt,
haar ogen vermoeid van het wenen,
haar leden zijn neder gedrukt.
Gevoelloos zweeft zij hier op aarde,
geknakt is die schoon lenteroos.
Door schuld van die rijk’ ontaarde,
Helene is nu zinneloos.
Partituur * De geknakte bloem * | |
1. instrumentaal
|