De vrouwtjes van alle landen
Het duo Kohn-Rosseau leende dit lied van Jan Baptist Struyven (+1944), “de Vlaamsche Kluchtzanger” die op 19 april 1913 een “Concerto Vertooning en Bal” organiseerde ter gelegenheid van zijn 15-jarig optreden als kluchtzanger in feestzaal “Nederlandsch Koffiehuis” aan de St-Jansplaats (het TjingTjangsPlaën ?) in Antwerpen. Volgens Jack Verstappen in “Volksleven rond Antwerpse Café-Chantants” (1983) was hij “van het type Rare Sus: ook zijn teksten werden vooral door andere zangers vertolkt.”
De gekozen zangwijze “Tout le long de la Tamise (1916)” kan u hier beluisteren in de versie van Marcelly, opgenomen in 1918. De engelse versie van het lied is getiteld “Primrose Day” op tekst van Griffith Humphreys
De vrouwtjes van alle landen
[A] J.B. Struyven [C] Eugene Rosi
Toen w’in veertien gauw hier moesten vluchten
omdat wij de moffencultuur duchtten
kwam ik in ’t gastvrije land,
’t land van kaas, dat heet Holland.
Daar ik ’n opmerker ben van vrouwen
was mijn eerste werk die daar ’t aanschouwen.
Ik zeg het vrank en vrij,
hoe bedroog ik mij,
hun schoonheid was aanstellerij.
Want moest ik ooit het vrijgezellen leven
het vaarwel geven
Ik zou geen Hollandse willen
want ik vind ze veel te taai.
Zij zijn veel te stille,
z’houden niet van grillen,
zij leeft zo eentonig als een Lierse vlaai.
Grotendeels zijn’t boeremeiden,
lomp en struis lijk ’n stuk hout.
Z’heeft niets op haar zijde
om ons te verleiden,
en dat is hun grootste fout.
Maar ik kon daar mijnen draai niet krijgen,
’k had er gauw genoeg van, ’t spreekt van eigen
’k Ging liever voor ’t vaderland
aan het werk in Engeland.
’k Stak dus over en toen ik aan wal stapte
hoorde ik dat elk daar Engels klapte.
’t Was al over: the war,
’k ging met een motocar
to a great and wonderful square
waar ik het puike van d’Engelse vrouwen
goed kon aanschouwen.
Maar van al d’Engelse missen
zou ik er geen willen dan.
Zij zijn dun als wissen,
of ’k moet mij vergissen,
en zij spelen ook nog baas over hun man.
Daarbij lang, ’k laat het u weten,
it’s a long long way to go.
En het kindereten hebben zij vergeten,
’t was toch niet te vreten, no
Ik moest Engeland later verlaten
want ’k werd opgepikt bij de soldaten.
’k Moest naar ’t leger dat toen stond
te vechten op Franse grond.
’k Had gelegenheid genoeg, och Here,
om de vrouwtjes daar te inspecteren.
Ik zag ze te Parijs wedijveren om prijs,
om te leveren het bewijs
ja, dat zij tegen de ontvolking streden
maar ’k zeg nog heden:
Elle sont charmantes et jolies
toutes les femmes de chez nous
mais que je me marie, jamais de la vie
met één van die modepoppen, pas du tout.
Want ’t zijn alle poesjenellen
en ik vind zo iets affreus.
’k Moet rechtuit vertellen, zo ’n mammezellen,
une femme française, je n’en veux.
De wapenstilstand was aangenomen
toen zijn wij terug naar huis gekomen.
’k Had geen liefste of geen vrouw
hier gelaten in de kou.
Maar geloof me vrij, mijn beste vrienden,
’k heb het genoeg kunnen ondervinden:
voor een vrouw lief en fijn,
moet men in België zijn,
al is het op de kaart zo klein.
En vooral hier in ons Antwerpse steden
zijn die aanbeden.
Aan de boorden van de Schelde,
daar zal ik mijn keuze doen,
want ik wil vermelden, ’t zijn allemaal belden,
voor geen ander natie moeten z’onderdoen.
Lijk de Antwerrepse vrouwen
kunt g’er nergens vinden schier:
zij zijn goed gebouwd en komt daarbij, zij houden
van de vreugd en van een uur plezier.
Partituur * De vrouwtjes van alle landen * | |
1. instrumentaal
|