Moest er genen man bestaan
Op de melodie van “Dans les jardins de l’Alhambra” dichtte Rare Sus, alias van Frans Currinckx, zijn visie op het vrouwvolk. Het was misschien zijn zwanezang want hij stierf naar verluid in 1923 en de gekozen melodie werd in datzelfde jaar pas door F.L Benech geschreven. Die zou overigens enkele jaren later ook overlijden zodat dit lied toch echt wel “Public Domain” is geworden.
Het lied van Rare Sus werd ook overgenomen door “Jaak Van Gestel en zijne dochter” en door het echtpaar Geens uit Aarschot.
Overigens dekte Rare Sus zich in bij de vrouwelijke toehoorders door op dezelfde melodie een tegenhanger te dichten:
Maar deze versie laten we hier nu even buiten beschouwing …
Moest er genen man bestaan
[A] Rare Sus [C] F.L. Benech (1923)
Ik ga het wagen voor te dragen u een lied.
Wat dat er met de vrouwen nogal veel geschiedt.
Ja de vrouwen treit’ren hunnen man in ’t fijn,
nochtans ze kunnen er toch zo lief mee zijn.
Gij mannen, slachtoffers van ’t vrouwelijk geslacht,
Ja, Ja, we zijn in die serpenten hunne macht,
kundet gij geloven dat gij zijt de baas,
ze nemen de mannen voor ‘nen Jan Klaas.1
En wat zouden de vrouwen zonder mannen zijn,
bij al2 dat z’ons bedotten en minnen in schijn?
De mannen zijn er zo groot nodig als het brood,
moest er geen man bestaan, de vrouw ging dood.
Ze snoepen, babbelen, lameren ondereen
Hunnen man uitmaken is voor hun niets gemeen.
Hoe is’t met den uwe, zuipt hem nog zo veel?
Wel mijn schaapke lief, hij giet het door zijn keel.
Gij Trien, wat is’t, gaat hij nog met die andere mee?
En komt hij Zaterdags naar huis nog zonder pree?
Och zwijg van de mijne, hij ’s nooit in zijn kot,
als dat zo blijft duren maak ik hem kapot.
Zodus de vrouwen schimpen altijd op de man
maar wilt onthouden, ik weet er het mijne van:
ga maar naar Sint-Anneke3 in den achternoen
dan zult ge verschieten van wat ze daar doen
ik heb al veel vrouwen gezien met ‘n andere vent
nochtans haar man is goed en zij is niet content
zij heeft voor hem liefde maar het is in schijn,
ik zeg niet dat vrouwen allemaal zo zijn.
1 een pop uit de poppenkast, meestal het lijdend voorwerp in het verhaaltje en onder de sloef van zijn Katrien.
2 vooral, daarbij komt nog
3 een soort mini-strand aan de oever van de Schelde, volgens de officiële versie vernoemd naar het dorpje / de parochie Sint-Anna dat daar tot circa 1920 was. Maar de heilige Anna – de grootmoeder van Jezus nadat ze onverhoopt een dochter Maria had gekregen – was de patrones van de kinderwens en vele koppels zouden indertijd op dit strand hebben geprobeerd om hun kinderloosheid op miraculeuze wijze achter zich te laten. Fake News? “Misschien is ’t niet waar, maar het is wel een goed verhaal” zeggen de Italianen dan.
Partituur * Moest er genen man bestaan * | |
1. instrumentaal
|