Het is bij alle mensen wat

Het is bij alle mensen wat

Auteur: Lionel Bauwens
Componist: C.Oberfeld, R.Pujol, C.Pothier

G’hebt van alle soorten mensen op de wereldscene,
dat is bovendien
klaar genoeg te zien.
Ja, ge ziet er vele snijden met een slechte snee
den tijd die brengt dat ook een beetje mee.
Daarom zal ik hier fijn
bezingen in’t refrein
wat er zoal gebeurt, ik heb alles goed bespeurd.

Stanse klaagt ervan
z’heeft ne slechte man
heur gebuur Marie
die roept: “Sapristie
zeg mijn kind, wilt gij nu es wat weten?
Ik zit weer g’heel de week zonder eten!”
“En de mijnen dan,”
zegt de vrouw van Jan,
“’t was weerom al bal
hij kruipt overal,
’t was wel één van de nacht en hij was toch zo zat,
laat ons zwijgen, ’t is bij alle mensen wat.”

Stanse die verkoopt nen druppel achter ’t grendelslot,
maar wel sapperlot,
dat is daar een kot!
Ne cafébaas wordt gestekt door enen chef commiss
omdat hij genever schonk aan lange Cies.
Mijn tante die ligt slecht,
en nonkel is berecht,
als Sinte Pieter belt ben ik meester van hun geld!

Dus ik ben nen baas
en nog niet te dwaas
ik heb bovendien
alles afgezien:
wordt ge hier achtervolgd door ne kemel?
Als ge dood zijt dan krijgt ge den hemel!
Zwarte Colette zegt:
“Jongen dat is echt,
’t leven is zo zoet
zelfs met tegenspoed:
wij zijn arme maar eerlijk ik zeg u maar dat,
laat ons zwijgen, ’t is bij alle mensen wat.”