Gebed om de vrede
Uit het liedjesschrift van Mathilde Crickx uit Wintam, zoals al de liederen in dat schrift genoteerd tijdens de oorlogsjaren 40-45.
De zangwijze werd geleend bij Johann Strauss (en Ralph Benatzky) en is alomgekend als het “Nonnenkoor uit Casanova”.
De nederlandse vertaling van Theo C. Warrens past wonderwel bij de peis en vree verzuchtingen tijdens en na een wereldoorlog. In die periode zaten alle kerken vol – voor zover ze niet kapot gebombardeerd waren – en werd er hartstochtelijk gebeden en gesmeekt.
Gebed voor de vrede
[A] Th. C. Warrens [C] Johann Strauss “Nonnenkoor uit Casanova”
Jub’lend rond den heem’len troon
zingen Engelen wonderschoon.
Zij verkondigen Gods macht
die ons Herder is dag en nacht
Wij die zijn mensen klein
knielen voor Uw aanschijn neder
Telkens weer, smeken Heer,
om bescherming goed en teder.
Gij die voor gevaren
ons slechts kan bewaren
breng toch Heer, vragen wij
ons de vrede weer.
Gij die tot ons mensen zei:
hebt ge droefenis, kom tot Mij,
bidden U dat Gij ons spaart
toon toch medelij met deez’ aard
Partituur * Gebed voor de vrede * | |
1. instrumentaal
|