4

Moord te Winksele (1904)

Geplaatst door Johan op 8 juni 2009 in liedbladen, liedboeken, liederen, Over Moord & Rampen |

Op 11 oktober 1904 werd ene Jos Devos, slotenmaker-mecanicien en vader van 3 kinderen vermoord. Het was voor het gerecht een raadsel, maar de publieke opinie had meteen een verklaring… Terwijl Devos in augustus 1904 een korte gevangenisstraf moest uitzitten, was zijn echtgenote goede maatjes geworden met Jan-Baptist Crab, een 21-jarige hovenier uit Leuven. Daar kwam begin oktober ruzie van en de vrouw verliet Devos om bij Crab in Leuven te gaan logeren. Op 11 oktober gingen beide mannen in een herberg de zaak uitpraten tussen vele potten en pinten. Het vervolg lezen we in de krant (tenminste, dat deed Julien De Vuyst, en hij publiceerde relaas en liedtekst in het boek “Het Moordlied in de XXe eeuw”. Het originele liedblad vermeldt dat het lied moet gezongen worden op de wijze van “Het gekruiste kind”, en die melodie konden we dan weer elders terugvinden. Zij is ook bekend als Le petit martyr Alsacien)

" 's Anderendaags 's morgens vond men het lijk van De Vos in een beetwortelveld. Het droeg sporen van geweld en vreeselijke kwetsuren door een mes veroorzaakt. Het wapen welk tot de misdaad diende, werd nooit ontdekt. De openbare opinie beschuldigde Crab en vrouw De Vos van de misdaad en beiden werden aangehouden doch de laatste, bij gebrek aan bewijzen, werd in vrijheid gesteld. Crab loochende eerst alle schuld, doch, daar eene waschvrouw bloedvlekken, versch uitgewasschen, op een hemd van Crab ontdekte, was deze weldra verplicht bekentenissen af te leggen."

Het proces duurde drie dagen en er werden een tachtigtal getuigen opgeroepen. Crab zou uiteindelijk ter dood veroordeeld worden, maar dat wist marktlied-auteur Janssens uit Diest nog niet toen hij het lied meteen na de ontdekking van de misdaad schreef en zong.

Wij bewerkten de oorspronkelijke klaagzang tot een krachtige “moderne” tango, met behoud van de melodie uiteraard.

Schrikkelijke misdaad te Winksele bij Leuven

Auteur: C. Janssens
Componist: oud lied ‘Het gekruiste kind’

Een wrede misdaad kwam m’ontdekken
te Leuven ach hoe vreselijk!
Wie kwam zich met het bloed bevlekken
van ’t slachtoffer hoe monsterlijk?
Men vond een brave man ter aarde
helaas met afgesneden hals.
Badend in ’t bloed, straft hun naar waarde
de daders dees misdaad zo vals.

Gelaat, armen en handen
met messteken doorploegd.
Moordenaars wat een schande
dat g’u zo vergenoegt!
Want nooit is het geplogen
dat zo een laffe daad,
waarvoor elk is bewogen
hier ongestraft doorgaat.

Het parket is ter plaats gekomen
zohaast men dees misdaad vernam:
men is bijna te weet gekomen
wie deze moord bedrijven kwam.
Men moet de daders gauw ontdekken,
dat wenst de bevolking gelijk;
’t kan iedereen tot voorbeeld strekken
van deze moord zo gruwelijk.

Lang zal men van dees moord nog spreken
nooit gebeurd’ iets zo laffelijk
of kwam men iets ergens uitsteken,
ja, ’t is oprecht onmenselijk!
Wie het ook zij men zal ze vinden,
dit zeg ik u hier tot besluit:
God zorge er voor, beste vrienden
ofwel de kraaien brengen het uit.

Partituur * Moord te Winksele *
1. W & P met gastmuzikanten live in studio Real-to-Reel     

4 Commentaren

  • Johan schreef:

    De auteur van dit lied, C. Janssens, is waarschijnlijk Cornelis Janssens (1851-1918), afkomstig uit Hoogstraten. In “Drij moorden voor vijf cens, Antwerpen, 1945” wordt hij door Jan de Schuyter omschreven als een rondreizende sneldichter, met ravenzwart haar en rosse baard. In 1916 zou hij in Herentals een beledigend lied hebben gezongen (“Ik heb een kakstoel laten maken en de Keizer zit er in”) wat een klopjacht veroorzaakte waarbij alle mannen met de familienaam Janssens werden opgepakt. Cornelis werd dus gevat en stierf op 28 oktober 1918 in een kamp te Neuhaus.

    • Johan schreef:

      Harrie Franken schrijft hierover in “Van Zingen en Speule – deel 5”: “Enige dagen later vielen de Duitse bezetters het stadhuis van Herenthals binnen, deden in de bevolkingsboeken al de personen opzoeken die de naam Janssens droegen en weinige uren daarna zaten zij allen achter slot en grendel. Corneel Janssens slaagde er niet in uit de mazen van het uitgeworpen net te blijven en werd te Olmen aangehouden. Wegens het zingen van liedjes, kwetsend voor het toenmalige hoofd van het Duitse rijk veroordeeld, werd hij overgebracht naar het Sennelager in de gemeente Neuhaus, waar hij op 28 oktober 1918 overleed.”

  • Fred Vergauwen schreef:

    Toen ik nog heel klein was, een goeie 65 jaar geleden, zong ons moemoe voor mij altijd een liedje terwijl ze mij op haar knieën op en neer wipte:
    (in het Liers)

    “Kèm ne kakstoel lââte mââke
    En de kââzer zat erin
    mè zân twie miljoen soldââte
    en a réé den Aâzer in
    Albèèr, Albèèr, ik zên nie bang van een Deuts gewèèr
    Albèèr, Albèèr, ik zên nie bang van een Deuts gewèèr, Al-bèèr!!”

    Ik kan de melodie nog steeds zingen, maar ik weet niet van welk liedje die oorspronkelijk zou kunnen komen. En ik kan ook geen muzieknoten uitschrijven helaas…

    • Johan schreef:

      Als je me een geluidsopname bezorgt van uw zangkunst terzake dan kan ik misschien de melodie herkennen. Zeker is dat niet want liedauteur C. Janssens heeft zich voor de tekst geïnspireerd op een lied dat 100 jaar eerder werd geschreven over keizer Napoleon.

Plaats een antwoord

HTML-code is niet toegestaan (pech voor SPAMmers)

HTML-code niet toegestaan
Form filling spam bots are redirected to the FormSpammerTrap.com web site.

Loading...

Verstuur uw reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Copyright © 1967-2024 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi sub-thema, v2.2, bovenop
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com