Den bult
Nog een liedje over een bult, toegeschreven aan “De Schele van de Poesje”1 – een artiest die in de Poesjenellenkelder te Antwerpen furore maakte. Het werd opgetekend door Walther Van Riet in “Zo de Ouden zongen”, met melodie. Het refrein met de “Troela Troela Troelala” kwamen we in Antwerpse liederenschriften tegen bij andere teksten, het was daar blijkbaar een “standaard” melodie geworden.
Het lied schetst beeldend een wat ongewoon huwelijk, totaal ongeloofwaardig overigens want volgens de eerste strofe was de bruid “tachtig jaren oud” wat haar niet belet om samen met de bult een hoop (misvormde) kinderen te krijgen …
In strofe 4 wordt aangegeven dat het getrouwde koppel leefde “als Paul en Virginie”. Dat is een allusie op de gelijknamige roman, gepubliceerd in 1787, waarbij het koppel een idyllische, platonische liefde beleeft. Maar dat duurde blijkbaar niet lang in dit geval, want er komt al snel een kind.
Strofe 5 brengt de figuur van “de Suisse” weer tot leven. Die is al een tijdje uit de meeste kerken verdwenen maar was vroeger de plaatselijke vertegenwoordiger van de Zwitserse Garde van het Vatikaan, een beetje gelijkaardig gekleed en voorzien van een hellebaard of een staf om rumoerige of onrustige kerkgangers tot meer devotie te bewegen. In een tijd dat kerkbezoek feitelijk verplicht was kon het voorkomen dat niet iedereen met volle goesting de kerkdiensten bijwoonde…
Meestal was het ook zijn taak om met “de schaal” rond te gaan en met strenge blik erop toe te zien dat iedereen voldoende betaalde.
1 Theodoor Coene (1843-1920)
Den bult
Ik heb gezien een vieze trouw
In een departement
De man die was een martiko
Een aap een lelijke vent
Het wijf dat was een aardig spook
’t Was tachtig jaren oud
En de getuigen geheel den hoop
waren van dezelfde soort.
‘k Zag van ver dien troelala
TROELA TROELA TROELALA
De getuigen allemaal
TROELA TROELA TROELALA
En vanachter bonpapa
TROELA TROELA TROELALA
Met zijne dikke Martha
TROELA TROELA TROELALA
Ze gingen samen naar ’t stadhuis
’t was een plezier om zien
Geheel den hoop maakte gedruis
Gelijk de rijke liên
Ze gingen trouwen voor de wet
Die majestueuze ploeg
Den dikken boek werd voorgezet
De burgemeester vroeg:
Neemt gij dat spook voor uw vrouw? TROELA …
En den bult knikte van ja TROELA …
Hij bezag dat spook opzij TROELA …
Dezen nacht zal ’t kermis zijn TROELA …
Den eersten avond was ’t lampet
Dat was schoon om te zien
De pispot danste onder ’t bed
het spook dat riep: ach Trien
voilà nu ben ik toch getrouwd
dien lelijken bult had praat
maar hij die was toch zo benauwd
Dat spook vloog langs de straat
Maar dat spook zat vol ambras TROELA …
Zorreg toch maar voor uw kas TROELA …
want komt ’t vuur in uwen bult TROELA …
pakken zij ons voor ons schuld TROELA …
Zij leefden samen in akkoord
g’lijk Paul en Virginie
en als dien bult bedreef een fout
het Spook zei niets, maar zie
na negen maand heeft zij gekocht,
dat was een aardig kind.
’t Geen zij heeft voor den dag gebracht
werd door den Bult bemind.
En den bult was nu papa TROELA …
en de peter zei van ja TROELA …
wel dat kind trekt goed op mij TROELA …
want ’t heeft gene rug als gij TROELA …
Ze gingen met ’t kind naar de kerk
ik stond juist aan de deur
De Suisse was juist aan het werk
en de pastoor kwam veur
en hij las voor uit zijnen boek
en zijne koster schreef
terwijl het kind in zijnen doek
zijn eerste doopsel deed
En dienen pastoor die zei TROELA …
dat kind heeft de kakkerij TROELA …
en de peter zei van ja TROELA …
‘k Riek het ook zei bonmama TROELA …
Maar als dan Bult dan weer kwam thuis
ging het spel aan de gang
dan riep het Spook: wel lelijken bult
gij hebt uw lijf vol drank
Ach bultjen lief, kom kijk eens hier,
het is zo lief en fier
maar als hij ’t schepsel had gezien
riep hij: doe’t maar bij Trien
Wel gij crapuleuzen bult TROELA …
’t Is mismaakt dat is uw schuld TROELA …
Wel gij lelijke drommedère TROELA …
’t Is precies ne jongen beer TROELA …
Het Spook kon den bult niet meer zien
’t was voor eeuwig gedaan
maar drieentwintig maand nadien
aanbad ze zon en maan
Ach bultje, lieve, kom toch weer
gij zijt de liefste mijn
en als ge het nu nog eens wilt
zal ’t seffens kermis zijn
En zo heeft dat aardig spook TROELA …
al ’t geluk in overvloed TROELA …
want ze heeft een heel dozijn TROELA …
martiko’s en bultjes bij TROELA …
Partituur * Den bult * | |
1. instrumentaal
|