Wat is zij toch schoon
Dit is een fragment van een liedblad uit Brussel. Charles Beullens1 – niet te verwarren met Jean-Louis Buelens die ook buiten Brussel optrad – maakte een liedblad met
- “De Dood in Vlaanderen” (een verhaal uit WOI lijkend op de sage van de gebroeders Van Raemdonck – geen zangwijze vermeld);
- “Zij heeft een vlooiken in haar hemd” (over een originele verleidingstruuk – geen zangwijze vermeld);
- “Komt weer in het geluk” (zangwijze: “Reviens vers le bonheur“, een poging tot vertaling);
- “Wat is zij toch schoon” (over zijn eigen jonge vrouw ??? – zangwijze “La valse de l’Horizon”);
- “Het soldatenleven” (zangwijze: “Madelon de la Victoire”)
- “De mislukte liefde” (zangwijze “Viens près de moi”)
- “Het soldatenkind” (vader is aan het front waardoor de moeder sterft van ontbering, het kind verweesd achterlatend – geen zangwijze vermeld)
- “Het gelukkig paar” (zangwijze “Allon merci poilu”)
We namen de verwijzingen naar zangwijzen over met de taal- en schrijffouten, want dat is dikwijls een probleem: als er dan al een melodie vermeld wordt is de opgegeven titel dikwijls verkeerd begrepen of die van een ander “contrefact“, dus zelf ook afgeleid van een niet genoemd origineel.
Voor “Wat is zij schoon” kwamen we er na een tijdje achter dat de zangwijze is gebaseerd op “La valse ‘Bleu Horizon’ ” van Charles Borel-Clerc en geschreven in 1917.
Een typische walsmelodie en omdat we die nog nergens anders tegen kwamen nemen we er de naieve maar misschien toch gemeende tekst maar bij. Daaruit zou moeten blijken dat de zanger – Sjarel Beullens zelf dus – nog maar twintig jaar is en zeer gelukkig getrouwd: misschien moeten we op zoek naar latere liedbladen van die man om te zien hoe het hem verder verging!
Het liedblad dateert dus ten vroegste van 1917, voordien bestond de melodie nog niet. Als hij inderdaad pas getrouwd is zal het waarschijnlijk van na 1918 zijn, ook de inhoud van enkele andere liederen wijst daarop.
In het lied “Zij heeft een vlooiken in haar hemd”- dat misschien later nog aan bod komt als we er de melodie kunnen van vinden – lezen we op het einde van de tweede strofe het manke rijm:
"die lelijke beest is veel te slim, zij zit van binnen in mijn hemd".
Daaruit kunnen we afleiden dat Charles Buellens dit lied in het dialect zong, want dan rijmt het perfect:
"dei lieleke biest es veul te slum, ze zit van binnen in main hum"
We hebben de indruk dat het dialect steevast gebruikt werd voor grappig bedoelde kluchtliederen, terwijl de eerder ernstige liederen in een bijgeschaafd Vlaams werden gebracht, voor zover de zanger dat kon.
1 Beuelens geschreven op een ander liedblad van hem
Wat is zij toch schoon
Wat is zij toch lief mijnen harten dief
een roosje der natuur
en is lief en zacht lijk den stillen nacht
men moet haar steeds beminnen
een mondjen zo fijn en voetjes zo klein
en haar zacht lijk satijn
Het is een godin, ja een engelin
en ’t is haar die ik min
Zij is op aarde de schoonste vrucht
ik bemin haar tot mijn laatsten zucht
Een vrouw is de schoonheid op aard
zij is daarom mijn liefde waard
wangen die blozen gelijk de rozen
zij is teer en zacht lijk een kind
en wordt voor haar zachtheid bemind
Lijk een beeld zweeft zij op een stroom
O God, wat is zij toch schoon
Van in mijn jeugd voelde ik de vreugd
dat zij de mijne was
van in mijn kindsheid had zij mij verblijd
zij was voor mij geboren
zij was hier den roem, geurde lijk een bloem
bleef voor iedereen stoem
ja, ik word haar slaaf want zij die was braaf
‘k was fier gelijk een graaf
zij wachtte op mij ja stil en wijs
gelijk Eva in het paradijs
Ik weet zij is rein lijk een maagdelijn
zuiver lijk ’t blauw azuur
Zij wordt mijne vrouw, ik zwoer haar den trouw
‘k gaf haar mijn naam voor ’t leven
Een gelukkig paar ben ik nu met haar
wij zijn pas twintig jaar
Zij is lief en trouw en een goede vrouw
ik heb toch geen berouw
mijn geluk zeggen dat kan ik niet
als men zijn vrouwtjen zo geren ziet
Partituur * Wat is zij toch schoon * | |
1. instrumentaal
|
“