Siska van Rotselaar
Een populair kluchtlied, waarschijnlijk daterend van in de 19e eeuw1, vertelt het verhaal van (Fran)Siska, een slimme, zedige boerin die een nette heer op vrijersvoeten – in casu een advocaat uit Leuven – straft voor zijn ontrouw en zijn gebrek aan respect. We vonden de tekst herhaaldelijk terug in liedschriften en liedblaadjes tot zelfs in Nederland toe, en hoe verder van Leuven en Rotselaar verwijderd, hoe meer manifeste fouten te wijten aan onbegrepen woorden. Hieronder een paar bronnen.
Voor de melodie vonden we minder bronnen. Het werd ons meermaals voorgezongen door een bejaarde dame in het WZC Sint-Bernardus van Bertem – waar de TV-ploeg van “De Ideale Wereld” regelmatig interviews ging sprokkelen – maar die haspelde helaas enkele andere melodieën er tussendoor en herinnerde zich slechts 1 strofe. Een betere voorzanger vond Harry Franken zo’n 40 jaar geleden in Weebosch, zijn woonplaats, en hij publiceerde die melodie in zijn boek “Liederen en dansen uit de Kempen”. Het lied is afgaande op de inhoud echter duidelijk uit Vlaams-Brabant afkomstig.
Het lied werd allicht in een Vlaams-Brabants dialect gezongen want sommige rijmen kloppen anders niet.
Na vergelijking van de verschillende teksten komen wij tot onderstaand resultaat.
Siska van Rotselaar
Vriendjes rond ons geschaard
we zingen wat schoons en raars
we hebben hier een liedje
van Siska van Rotselaar.
Hoort eens wat schone grap
ons Siska heeft gelapt
aan enen advokaat
uit de Leuvense stad
Want al die boerinnen
die zijn los van zinnen
dat denken die heren allemaal
Maar zijt er voorzichtig,
en maakt u niet plichtig
of zij scheren u glad en kaal.
Ons Siska, net en pront,
blauw ogen, de haren blond,
kwam dagelijks naar Leuven
met haar mellekkruikske rond.
Maar in de Diestsestraat
was er een rare snaak
die al zo menig oogske
op ons Siska had gemaakt.
Ze dacht in haar eigen:
ik zal u wel krijgen
kadee, als gij niet voorzichtig zijt
dan zal Siska leren
aan die kale heren
hoe zij worden gefopt door een boerenmeid.
Madame was naar de kerk,
de meid was naar de markt
ons Siska was weer daar
ja met haar botermelk.
Siska stond in de gang
met de kruik in haar hand
mijnheer sprong uit zijn bed
al in zijn nachttoilet.
Wilt gij caresseren
dan moet ge trakteren,
moet er wijn en patekes zijn
Mijnheer in zijn slippen
ging een flesje knippen
Siska dacht: haha, nu heb ik hem fijn.
Mijnheer de trappen af
en Siska sloeg pardaf
de kelderdeur op slot:
zie dat is uwe straf!
Ziet, getrouwde kapoen,
wat de boerinnen doen
met enen advokaat
die zijnen staat2 te buiten gaat.
Och, Siska doe open,
ik zal er u kopen
een gouden ring en een zijden hoed.
Ach gij, lieve schone
mijn vrouw die gaat komen
die wordt kwaad en slaat mij zeker dood.
Siska, tot zijn malheur,
schreef op de kelderdeur:
madame, hier zit ne vent,
die van zijn vrouw niet is content!
Hij zweet water en bloed
en ziet wat Siska doet:
zij ging tot zijne schand
vlak voor het keldervenster staan.
Blijft gij hier maar zitten
al in uwe slippen
en bid nog maar een vaderons3
ja dat zal u leren
van te karesseren
wacht maar, madam die is er al op komst.
Maar nu, het schoonst van al,
mijnheer zit in de val,
madammeke is daar
en nu begint het bal.
Haha, mijnheer René,
gij se fijne kadee,
ik zal u komen helpen
en ik breng Sint-Pieter mee
Mijnheer in zijn slippen
die smeekte en bidde:
vrouwkelief, ach heb toch medelij
wilde’t mij vergeven?
Ik zal heel mijn leven
uw getrouwden lieven engel zijn.
Maar als madame dat las
wat er geschreven was
nam zij de bezemstok,
die kwam daar juist van pas.
Hij danst in z’n slippen rond
zij sloeg op kop en kont
zodat het bloed al stroomt
uit zijn neus en zijn mond.
Tot schand van de mensen
en tot penitense 4
liet z’hem zitten wel acht dagen lang.
En wel alle dagen
gaf z’hem zes maal slagen
in plaats van eten en in plaats van drank.
Ziet heerkens uit de stad,
spiegelt u aan dees grap:
betrouw toch geen boerin
want ze zijn veel te plat
en is uw hart vol lust
laat de boerin gerust
want anders wordt de brand
al met de bezemstok geblust
Ziet g’u daar al zitten
al in uwe slippen
gestampt, geslagen door haar.
Gij getrouwde lappen
laat u zo niet foppen
denk altijd aan die Siska van Rotselaar.
Partituur * Siska van Rotselaar * | |
1. instrumentaal
|
3 Commentaren
We vonden het ook terug op een liedblad uitgegeven door Vincent Vandermaelen, alias “Pater Cent”, °1859 en dus actief op het eind van de 19e eeuw. Misschien is hij zelfs de auteur.
En bij nader toezien zou ook de melodie van “Het lied van de herderin” erbij passen, dat dateert zelf ook uit de 19e eeuw en is zeker ouder.
Bijzonder genoten van dit fraaie klucht lied!
Hendrik Conscience (1812-1883) schreef in 1846 een roman getiteld “Siska Van Roosemael”. Het lied is vermoedelijk recenter en inhoudelijk konden we niet direct een verband ontdekken, maar het is toch een eigenaardig toeval …