Martha – drama der jaloersheid
In een recent gekregen schoolschriftje van Theophil Govaerts, dat we proberen te ontcijferen, staan 32 liederen, waaronder enkele ellenlange ballades met meer dan 10 strofen. En ook een lied van 8 strofen met de onbegrijpelijke titel “De gevalde valse liefde”, als we zijn geschrift tenminste correct hebben geïnterpreteerd.
Was dit gebaseerd op het lied “Drama der jaloersheid” van Aloïs Van Peteghem dat met dezelfde eerste versregel start? We hebben de tekst van Van Peteghem niet, de aanvang van het lied wordt geciteerd in “Het Moordlied in de Zuidelijke Nederlanden (XiXe eeuw)” door Julien De Vuyst die het liedblad wel in zijn verzameling heeft of had.
Een corrupte versie van (dezelfde?) tekst vonden we in “Zo de ouden zongen” onder de titel “Martha”, waarin ook een melodie wordt gegeven, uit de volksmond opgetekend zoals dat heet. We herkennen de melodie niet maar allicht heeft een populair (frans?) lied model gestaan.
Dankzij de moeilijk leesbare tekst van Govaerts konden we de hiaten in de tekst van “Martha” verbeteren en er een afgerond geheel van maken. In de versie van “Zo de ouden zongen” duikt er in het verhaal weliswaar een “vriendin” van de blijkbaar analfabete Martha op die een briefje moet schrijven naar “Constant” in opdracht van Martha. De valse vriendin – waarschijnlijk zelf verliefd op Constant – schrijft hem echter dat Martha van hem niet meer moet weten. Daarna is “die valse maagd” naar de stad gaan wonen en schreef vandaar een brief naar Martha (die dan weer door iemand anders moest voorgelezen worden) waarin ze stelde dat Constant haar had verleid. Allemaal leugens om het paar ten gronde te richten.
In het schriftje van Govaerts wordt de tot jaloezie gedreven man niet bij name genoemd en is hij wel degelijk “een jaar nadien” zelf in de fout gegaan.
Hoewel de verhaallijn in “Zo de ouden zongen” sensationeler lijkt is er zodanig veel mis met het rijmschema en het metrum dat we de versie van Govaerts als oorspronkelijker durven beschouwen en weerhouden. Met hier en daar een paar retouches…
Martha – drama der jaloersheid
De liefde doet toch vele harten dwalen
zij is somtijds de oorzaak van verdriet
gelijk ik hier een voorbeeld zal verhalen
een wreed drama door jaloersheid geschied.
Een jongeling moest zijn vriendin verlaten
want voor zijn lot moest hij soldaat gaan zijn.
Martha die sprak: “Gij staat er in mijn zinnen
mijn hart blijft met uwe liefde verblijd.
Ik zweer het u, ik zal u steeds beminnen
tot als wanneer de wrede dood ons scheidt.”
Hij sprak: “Vriendin, ik wil met u door’t leven,
tot wederziens, mijn allerliefste zoet.”
Daarop heeft hij zijn kind een kus gegeven
en hij vertrok al met een droef gemoed.
Een jaar nadien kwam hij zijn woord te breken
want in de stad had hij een ander lief.
Daar was nu ook een meisje van den buiten
waarop dat hij nu stelde zijnen zin.
Hij kwam met haar de kermis aan te sluiten
en zo verliet hij zijn trouwe vriendin.
Martha die werd daar kennis van gegeven
hetgeen dat zij met veel droefheid vernam.
Zij heeft hem dan een schonen brief geschreven
waarop dat zij geen wederwoord bekwam.
Zo is zij dan al naar de stad vertrokken
en zij vond hem aan ’t fort op schildwacht staan.
Zij sprak: “Minnaar, waar zijn toch uwe zinnen?
Gij zwoer op eed van mij nooit weg te gaan
en nu komt gij een ander te beminnen
nochtans ik heb u nimmer iets misdaan.”
Hij sprak: “Ik wil van u toch niets meer weten
want gij zijt nu voor goed uit mijn gedacht.
Ik ben u reeds een hele tijd vergeten,
ik zeg tot u: gij wordt van mij veracht.”
Zij wil aan hem een schone brief afgeven
waarin dat zij haar liefde had bekend.
Hij sprak heel stuur: “Ik zal mij op u wreken,
vertrek van hier, ik wil van u geen brief.
Gaat achteruit of ik zal u doorsteken
want ik heb hier in ’t stad een ander lief.”
Zo heeft zij daar van hem afscheid genomen
met droef gemoed en d’ogen vol getraan
maar zij was voor de trein te laat gekomen,
zij was verplicht ginds op logies te gaan.
Maar ‘s morgens zag zij de soldaat passeren
met zijn vriendin kwam hij voorbij gegaan.
Haar hart kwam van de droefenis te breken,
toen zij dat zag werd zij zo razend kwaad.
Zij riep: “Valsaard, ik zal mij op u wreken”,
nam een dolkmes en liep naar hem op straat.
Zo kwam zij dan voor de soldaat getreden
en sprak: “Gij zijt de schuld van al mijn smart.
Ziedaar het loon voor wat gij hebt misdreven!”
Zij plofte dan een dolkmes in zijn hart.
Daarop heeft zij spoedig de vlucht genomen,
de jongen lag te baden in zijn bloed.
Hij werd spoedig in een woning gedragen
en zuchtte nog: “Ik was een valse vriend,
het is te laat, gij moet mij niet beklagen,
want ik heb deze wrede dood verdiend.”
Geen hulp of troost kon hij aldaar verwerven,
de wonde was in zijn lichaam zo groot.
En zo kwam hij dezelfden dag te sterven,
het was voor hem een schrikkelijke dood.
In tussentijd was Martha thuis gekomen,
vol droef gemoed nam zij een wreed besluit.
Zij heeft haar kind dan uit de wieg genomen
zuchtend: “Dan vrees ik voor een grote straf”
Zo is zij dan al naar de vaart gekomen
en sprak: “Lief kind, dit water wordt ons graf.”
Zie riep: “Och God, wil mij alles vergeven
want door verdriet was ik verdwaald van zin.”
Zij heeft haar kind een zoete kus gegeven
en dan sprong zij ermee het water in.
Een schipper heeft hen spoedig opgeheven
te laat, helaas, ze waren beiden dood.
Ziet hier, jonkheid, wil uit dit voorbeeld leren
en breng toch nooit een meisje in ’t verdriet
maar wil altijd in eer en deugd verkeren
en denk voortaan steeds aan dit treurig lied.
Partituur * Martha * | |
1. instrumentaal
|