Het bloedig drama te Sint-Niklaas (1934)
De familie Vanderplancke uit Gent was tijdens en na WO I zeer bedrijvig als marktzanger. Leon en Ernest traden dikwijls samen op als “De Gebroeders Vanderplancke” en zus Josephine zong ook én staat meermaals als uitgever op liedbladen vermeld. De Vanderplanckes durfden het aan om ook minder makkelijk meezingbare melodieën te gebruiken, maar we hebben geen opnames gevonden waaruit moet blijken dat ze die ook werkelijk meester waren.
Voor het lied “Het bloedig drama te Sint-Niklaas” koos Josephine voor de melodie “Song”. Dat blijkt “Song of Songs” te zijn, een engelse bewerking uit 1914 van “Chanson du Coeur Brisé”, op muziek van MOYA. De originele franse tekst was van Maurice Vaucaire, de engelse “vertaling” van Clarence Lucas. En MOYA was een schuilnaam van Harold Achdall Vicars (1876-1922), een Britse orkestleider actief in opera en musical, ondermeer in Broadway. Het lied was alom gekend, en was dat nog meer toen Mario Lanza het in 1951 op plaat zette.
Van het drama dat J. Vanderplancke beschreef konden we in de online archieven van kranten (nog) niks terugvinden, maar Julien De Vuyst, die 40 jaar geleden de aloude papieren versies napluisde, kon dat wel. In zijn boek “Het Moordlied in de Zuidelijke Nederlanden XXe eeuw”, uitgegeven in 1977 door Aurelia Books, citeert hij uit “De Volksvriend” van 9 en 10 juni 1934:
"Zaterdagavond om 9u30 kwam de man Van Geyt Bernard in gezelschap van zijn vrouw huiswaarts. De echtgenooten hadden twist wat naar geruchten nogal dikwijls voorviel. De twist werd voortgezet tot op de slaapkamer. Daar nam de vrouw een scherp mes en stak naar haar man in de richting van de borst. De man liep daarop de trappen af tot op de straat naar een nabijgelegen herberg, alwaar hij aanklopte en aan de deur ineenzonk. Veel bloed verliezend kon hij aan de omstaanders enkel eenige woorden uitspreken: mijn vrouw..."
Een half uurtje later was de man overleden. De vrouw verklaarde dat zij had gehandeld uit zelfverdediging, maar Julien De Vuyst weet (ook uit die krant?) dat ze voor het naar binnen gaan een mes was gaan lenen bij de slager om de hoek, wat als voorbedachtheid kon uitgelegd worden.
In het lied wordt het slachtoffer beschreven als een heilige en de moordenares als een dronkelap. En – zeer belangrijk om het publiek te ontroeren – de zangeres vergeet niet om het droeve lot van de onschuldige kinderen te vermelden.
Het bloedig drama in Sint-Niklaas
Weder een droeve daad, die elkeen hier betreurt,
een wrede moord, die weder is gebeurd,
al van een vrouw, op haren man zoo goed en braaf
nu is zij een wrede moordenaar,
die met een mes, haar man zo vreselijk wondde
tot hij bebloed en dood daar nederviel ten gronde
Traan en klacht
is te laat bedacht
zij heeft gedood haar man zo brave.
De vrouw die vreeslijk dronk
en zich niet gedroeg
al haar geld werd verbrast in de kroeg.
Want haren man
die haar zo aanbad
en ook nog hunne arme kindren.
Doch wat baat het, vader komt naar huis niet weer,
op ’t kerkhofplein
daar rust hij onder d’aarde neer.
De vrouw was dronken, toen gebeurde deze daad.
Er werd getwist, elk hoorde het op straat.
’t Was toen dat zij het mes greep
en haar man neerstak,
en hij dan bloedend liep op straat.
Haar leven is met bloed besmeurd, beladen,
doch zulk een moord blijft altijd
een schande op de aarde.
’t Is droef als men dat alles hier zo hoort en ziet.
Vervloekten drank, gij bracht reeds veel verdriet.
In menig huisgezin waar anders goed en zacht
vreugde was, de welstand in huis steeds bracht.
Weder een offer, rouw en bitter lijden
en door de moord, voor eeuwig
van hun kindren gescheiden.
Partituur * Bloedig drama te Sint-Niklaas * | |
1. instrumentaal
|
Ook Ernest Vanderplancke “de gekenden komiekzanger” zong over dezelfde moord, met andere tekst op een niet genoemde melodie. Erg komiek is zijn versie evenmin en ook hij legt alle schuld bij de dronken vrouw.
De wreede moord te St Niklaas
Een dronken vrouw doodt haar man met een mes
Ach brave vrienden, gij zult zijn ontroerd
Als gij zult hooren wat ’n vrouw heeft uitgevoerd
De vrouw bedronken heeft haar man vermoord,
Met messteken heefl zij zoo wreed ’t lichaam doorboord.
Refrein:
Gedenk wat heeft dezen braven man geleden
Wat pijn en smart heeft hij doorstaan
Hij smeekte: och vrouw, wat heb ik u toch misdreven?
Waarom moet ik zo sterven gaan?
Vol woestheid is zij naar haar man gegaan
En is dan op de plaats gekomen aan,
Zij nam met groot geweld naar het broodmes,
zij sprak: voor u wil ik zijn een moordenares.
Waarom nu toch voor een nietigheid
wordt er zo’n daad gepleegd, is dat geen spijt.
De drank en nijd heeft weer zijn rol gespeeld,
waardoor een man als offer stort ten gronde neer.
Slotrefrein:
O! Arme kinderen, wij begrijpen uw smart
voor ’t lijden dat uw vader heeft doorstaan.
En uwe vader had u ook zo lief op aarde.
O vrouw, riep hij, wat hebt gij gedaan?