Sofie, ge moet gaan bloempanch halen
Via “De Gazet van Brussel” ontdekten we het bestaan van de “Orde van de Bloempanch” (1996-2013), gevestigd in de Hoogstraat Brussel, opgericht “vè de patrimoine culturel, folklorique en gastronom(hik) van Brussel te defandeire” en deze definitie van wat bloempanch feitelijk is:
“In “…of uude ni good?” de bloemleizing van Marcel de Schrijver leize me ’t volgende.
“BLOOPANSJ – Bloempansj (veel Brusselaars, o.a. die van de Marollen, zeggen bloempansj): Bloedworst, maar niet om het even dewelke. De echte bloopansj is vaster dan de andere bloedworsten. Hij heeft een diameter van 10 cm. ongeveer, is gemaakt van bloem (vandaar bloempansj), bloed (vandaar bloo[d]pansj) en vet en wordt in dikke sneden gegeten. Het “vlees” van bloopansj heeft een donkere roodbruine kleur en is doorspikkeld met witte vlekken van verschillende grootte (het vet). Bloopansj wordt ook wel eens bufsteik mè roeite <biefstuk met ruiten> genoemd en die ruiten doelen dan op de vetvlekken. Andere synoniemen van bloopansj zijn: erme mense spek <arme-mensen-spek> en bufsteik (sommige zeggen kotelette) van de Kongo <biefstuk van Kongo>.” Let wel, Marcel schraaift do nog vuil mier ouver, mo da mooie den ne ki zëlf in zannen boek opzeuke. En dobaa: et prinstepoilsjte es da ge ‘t preuft. Donc: allemo no den bienaaver deis weik en ’n bloopansj kuupe! Ge goit zeen, ne ki da ge dat iene ki geiten èt gooie dat alle weiken in a taluur wille."
(uit: De Gazet van Brussel, numero 15 van 27 maa tot 3 jeune 2007)
A. Merlin, de Brusselse café-chantant en revuezanger die we al eerder aanhaalden, schreef er een lied over. In tegenstelling tot de titel zegt het eerste, tweede en laatste refrein: “Sofie, ik moet gaan bloempanch halen”.
Over Sofie en de andere vrouwen in zijn omgeving heeft de zanger niet veel lieve woorden in petto, hij noemt zijn echtgenote Sofie “mijn scheve luis” en haar inwonende moeder is “een serpent en vuil venijn“, maar dat compenseert hij door een verborgen relatie met “een blondje die model bij een schilder is“.
We leren dat zijn verhaal zich afspeelt in en rond de Marollenwijk in Brussel. De illustratie op de partituur is gebaseerd op 2 passages in het lied: in de achtergrond zien we de zanger weggaan nadat hij heeft gezegd: “Kus nu een klein beetje mijn botten, om zeven uren ben ik thuis“. De twee vechtende vrouwen op de voorgrond komen in de tweede strofe aan bod, want zijn schoonmoeder “vecht met al de locataires die wonen rond het Vosseplein.”
We plaatsten verklarende voetnoten bij enkele vreemde woorden in de liedtekst.
Sofie, gij moet gaan bloempanch halen
Er zijn mannen in hun huishouden
die sakkeren, vloeken op hun wijf.
Nen andre slaat en zal ’t zo houden
als zij daar ligt helemaal stijf.
In de plaats van ze te figotte 1
zeg ik al aan mijn scheve luis:
kus nu een klein beetje mijn botten,
om zeven uren ben ik thuis.
Sofie, ik moet gaan bloempanch halen,
hij is zo dik, zo vet, op de kapellemet.2
Sofie, ge zult er niet van klagen,
hij komt van bij Babet, op de kapellemet.
Mijn schoonmoeder’s een ander’ affaire
da’s een serpent en vuil venijn.
Ze vecht met al de locataires 3
die wonen rond het Vosseplein.
In de week was z’aan het boksère
met de gast van den épicier.
Mijn vrouw zei: lup ze separere 4
ik zou het doen met veel plezier
Sofie, ik moet gaan bloempanch halen,
hij is zo dik, zo vet, op de kapellemet.
Sofie, ge zult er niet van klagen,
hij komt van bij Babet, op de kapellemet.
Op onze vloer woont er een blondje
die model bij ne schilder is
Betijd 5 kus ik heur op heur mondje
als Sofie op commissen 6 is.
Zo gauw als ik de deur hoor klache
schreeuw ik van boven op den trap:
vrouke, ik ben hier op m’n slache, 7
ge zijt zo lief, ’t is maar ne stap:
Sofie, ge moet gaan bloempanch halen,
hij is zo dik, zo vet, op de kapellemet.
Sofie, ge zult er niet van klagen,
hij komt van bij Babet, op de kapellemet.
Op deze wereld zijn er mensen
die klagen dag en nacht en week
en ze zijn altijd aan het wensen
dat Jef of Sus valt in de beek.
Wij zien hier voor te korte dagen
om te basse 8 gelijk nen hond,
in de plaats van ons dood te slagen,
zingt mee tot dat de police komt:
Sofie, ik moet gaan bloempanch halen,
hij is zo dik, zo vet, op de kapellemet.
Sofie, ge zult er niet van klagen,
hij komt van bij Babet, op de kapellemet.
1 figotte = ???
2 kapellemet = kapelle-markt. De Brusselse Kapellekerk (Frans: Église de la Chapelle) is de populaire naam van de gotische Onze-Lieve-Vrouw-ter-Kapellekerk, gelegen aan het einde van de Hoogstraat, nabij de volkse Marollenwijk. De Kapellemarktstraat verbindt Hoogstraat en Kapellestraat.
3 locataires = huurders
4 lup ze separere = loop (haast u) om ze (de vechters) uit mekaar te halen
5 Betijd = bijtijds, op tijd en stond
6 op commisse = boodschappen doen, gaan winkelen
7 slache = pantoffels
8 basse = blaffen
Partituur * Sofie, ge moet gaan bloempanch halen * | |
1. instrumentaal
|