Willy L. Braekman in “Hier heb ik weer wat nieuws in d’hand” – Daar de marktzangers niet voor hun plezier stonden te zingen
“Daar de marktzangers niet voor hun plezier stonden te zingen, maar wel om aan de kost te komen, verkochten ze hun teksten, gedrukt op losse blaadjes, aan de omstaanders en toehoorders, die ze eerst met hun show, hun rolprent, hun muziek en hun voordracht, in de gepaste stemming hadden gebracht.
Hier hebben we een uitzonderlijke situatie waar de mondelinge verspreiding om economische redenen steeds gepaard ging met de schriftelijke vastlegging. Duizenden en duizenden marktliederen zijn aldus als klein, veelal slordig drukwerk in omloop gebracht. Zeer vele zijn niet tot ons gekomen, omdat ze heel vlug hun actualiteitswaarde verloren en omdat kopers ervan weinig of geen belang hechtten aan de blijvende bewaring ervan.
Alhoewel dus slechts een klein percentage van wat ooit werd gedrukt, ook nu nog voorhanden is, zijn de marktliederen nog zo talrijk dat men tot op heden zelfs met de volledige inventarisatie ervan niet rond is. Ook zijn sommige blaadjes zelf wel verdwenen maar werden de teksten ervan in handgeschreven liedboeken gecopiëerd en hebben ze in die vorm de eeuwen getrotseerd.”
(Willy L. Braekman in “Hier heb ik weer wat nieuws in d’hand, Marktliederen, Rolzangers en Volkse poëzie van Weleer”, stichting Mens en Kultuur, Gent, 1990, ISBN 90-72931-13-0, pag. 6)