0
Dr. F.K.H. Kossman in “De Nederlandsche Straatzanger en zijn liederen in vroeger eeuwen”
“De man die liedjes zingt en verkoopt op straat of markt, is al sinds eeuwen een bekende verschijning in de Nederlandsche steden en dorpen. Het is geen geregeld beroep dat hij uitoefent en zijn optreden kan dan ook zeer verschillend zijn.
Vaak vertoont hij zich nog slechts als een bedelaar, die met wat afgezaagde deunen de aandacht tracht te trekken. Vaak ook vinden wij alleen een slecht gedrukt liedje in de brievenbus, met de uitnoodiging dit voor enkele centen te koopen van een werkloos man, die om antwoord zal komen. In die beide vormen heeft het beroep zijn eigenaardigheid wel geheel verloren.
Bij den straatzanger behooren luisteraars, die om hem heen komen staan en die door zijn berijmde nieuwsberichten worden geboeid of door een kluchtig liedje worden opgevroolijkt.”
(Dr. F.K.H. Kossman in “De Nederlandsche Straatzanger en zijn liederen in vroeger eeuwen”, uitgegeven bij P.N. Van Kampen en Zoon te Amsterdam, 1941, pag. 7)