Koning Albert (1914)
Met “Het LIEDERBOEK van de BELGISCHE JEUGD” probeerde samensteller Th. Quoibach, “Eere Krijgsaalmoezenier – Leeraar aan ’t Koninklijk Atheneum te Brussel”, zowel Vlaamse als Waalse liederen in het Brusselse onderwijs binnen te smokkelen. Vooraleer hij voltijds leraar werd, was hij verbonden aan het leger, en in de herdrukken die van zijn bundeltje circa 1920 verschenen zijn dan ook talrijke vaderlandslievende liederen opgenomen.
Koning Albert was meer dan eens de held, althans toch in de liedjes en gedichten, en ook hier heeft tekstschrijver H. Veuskens alles uit de kast gehaald om onzen roemrijken Vorst op te hemelen. De tekst zou geschreven zijn in december 1914, aan het IJzerfront en moest waarschijnlijk de moraal van de troepen opkrikken.
Quoidbach heeft zelf de melodie bedacht maar is onbewust (?) flink gaan lenen bij “My Grandfathers Clock” van Henry Clay Work uit 1876.
Koning Albert
In het vlammende licht van zijn glorie
als een god in de goudene gloed
zal hij gaan door de grote historie
in den heiligen dapperen stoet
Hij, de moedige, machtige Koning,
de eenvoudige dappere held,
die des vijands bloedstriemende hooning1
met zijn edelen hoogmoed vergeldt.
In den brullenden wind der gevechten
rijst zijn reuzige heldenfiguur:
’t is de Koning die kampt voor zijn rechten
in het maaiende moordende vuur.
’t Was de Koning, die schreed door de velden
na den grimmigen grommenden slag,
langs de hopen van slapende helden,
waar zo menig jong leven bij lag.
’t Was de Koning die bad daar en weende
voor die lagen in ’t eenzame veld,
die zijn steunende hulpe verleende
aan zo menigen bloedenden held.
In het vlammende licht van zijn glorie,
als een god in de goudene gloed,
zal hij gaan door de grote historie
in den heiligen dapperen stoet!
1 Van “honen”, niet het bijenproduct.
Partituur * Koning Albert * | |
1. instrumentaal
|