De onbekende soldaat
Nog steeds zijn duizenden en duizenden gesneuvelde soldaten van WO I niet teruggevonden. Af en toe worden er, bedolven onder de modderige polderklei, nog restanten van soldaten ontdekt als er bijvoorbeeld weer een nieuwe woonwijk wordt aangelegd in de buurt van de IJzervlakte.
Het is voor de nabestaanden een bijkomende beproeving niet te weten wat er gebeurd is of waar hun geliefde gebleven is. Zij hebben geen graf om hem te gedenken; misschien is hij wel als “onbekende soldaat” begraven.
Daarover gaat ook dit meewoedige lied, door Willy Lustenhouwer ergens opgevist en gepubliceerd, met melodie, maar de auteurs zijn al even onbekend als de soldaten waarover het lied het heeft.
De onbekende soldaat
Kent gij hem niet, hij die daar ligt begraven?
Geen waardig kruisje staat daar boven ’t veld.
Kent gij hem niet, het is een koene strijder,
die sneuvelde als onbekende held.
Niemand kent hem, daar waar hij ligt begraven,
een krijger die daar streed uit droeve plicht.
Zijn vrouwtje zal hem niet meer komen halen,
want zij weet toch niet eens waar dat hij ligt.
Zijn vrouwtje zal hem niet meer komen halen,
want zij weet toch niet eens waar dat hij ligt.
Zij weet het niet dat hij haar is ontnomen,
zij beeldt zich in dat, ondanks het gevaar,
hij vroeg of laat naar huis zal wederkomen.
Helaas vrouwtje, zijn woning is nu daar
waar gij hem nooit of nooit meeer kunt aanschouwen,
waar hij verdween na een roemrijke strijd,
waar gij hem gene grafzuil kunt doen bouwen,
waar hij verdween, voor altijd, voor altijd,
waar gij hem gene grafzuil kunt doen bouwen,
waar hij verdween, voor altijd, voor altijd
G’hebt niet gezien hoe ’t moordend spel hem knakte,
g’hebt niet gezien die doodse bleke tint
op zijn gelaat, terwijl hij droevig snikte:
“Vaarwel, mijn vrouw, vaarwel mijn dierbaar kind,
‘k zal mij met u tesaam niet meer vermaken,
‘k zal niet meer strelen uw gezichtje klein.
Wanneer ge morgenvroeg zult gaan ontwaken
dan zult ge reeds zonder uw vader zijn.”
Wanneer ge morgenvroeg zult gaan ontwaken
dan zult ge reeds zonder uw vader zijn.
Wijl hij krampachtig zijne handen vouwde
lispelde hij, wijl hij op sterven lag:
“Waar is het dan dat ik mijn vrouwtje trouwde?
Het blijde uur, dat ik mijn zoontje zag?”
Een vreemde zucht kwam zijne borst ontglippen,
zijn brekend oog zag nog het licht der maan.
Het bloedig schuim dat kwam op zijne lippen,
hij spuwde bloed en dan was het gedaan.
Het bloedig schuim dat kwam op zijne lippen,
hij spuwde bloed en dan was het gedaan.
Nu ligt hij ver van hen die hij beminde,
bij wie hij vroeger zo gelukkig was.
Wat zouden zij niet doen om hem te vinden,
helaas, zijn graf is overdekt met gras.
En met de tijd zal men hem ook vergeten,
als alles wederom in vrede gaat.
Neen, gene sterveling zal het ooit weten
dat ’t lijk ginds ligt van een dapper soldaat.
Neen, gene sterveling zal het ooit weten
dat ’t lijk ginds ligt van een dapper soldaat.
Partituur * De onbekende soldaat * | |
1. instrumentaal
|
2 Commentaren
Het begin van de eerste strofe zou er kunnen op wijzen dat het lied (ook) gezongen werd op de melodie van “Dis-moi, soldat, t’ en souviens-tu?”, beter bekend als “Ik ben soldaat doch tegen mijn begeren” (Soldaat van de vrede). De tekst past alvast perfect op die melodie
Volgens bevindingen van Roger Hessel, neergeschreven in “Marktliederen over de ‘Grooten Oorlog’ – de Eerste Wereldoorlog gezien door de ogen van onze marktzangers (Vriendenkring Kunst Houtland, Torhout, 2011) werd de tekst geschreven door Theophiel Gevaert op de melodie van “Ne parle pas, Rose, je t’en supplie” (“O schweige still, o lasse dich erbitten”). Zie voor deze melodie het lied over “De moord van Nijlen”