De Meid van de Kapitein
Ook dit lied stond op een anoniem liedblad gedrukt bij Van Peteghem in Sint-Amandsberg, zonder vermelding van melodie.
Blijkbaar gaat het er vrolijk aan toe bij “den troep”, maar het liedblad dateert dan ook van enkele jaren voor Wereldoorlog II zou uitbarsten.
Voor de melodie dachten wij spontaan aan “Chef, un p’tit verre, on a soif” van Lange Jojo, alias “Brabantse nachten zijn lang” van Arie Ribbens, beiden schatplichtig aan Beppo Pohlman van de groep “Gebrüder Blattschuss” en hun lied “Kreuzberger Nächte” (1977). Dat is dus zeker niet de melodie die circa 1930 door de marktzanger werd gebruikt; welke dat wel was weten we niet.
De meid van de Kapitein
was ik waarachtig ervan aangedaan.
Ik was verlegen al van dienen troep,
ik zat in nesten ik zat met de poep.
Refrein:
Ik ben nu drie maand soldaat
en inderdaad das niet kwaad,
ik kon zowat een beetje frans
en zo werd ik ordonans.
De meid al van de kapitein
die zei: ik wil uw liefken zijn.
Dan trok ik haar dicht tegen mij
en ‘k gaf haar ne kus of drij
’t Is daar dat ik zo al in kennis kwam
met het dienstmeisje van die madam.
Ik leerde haar dan ook de theorie
en ze zei: Paul, ge zijt gentil.
Somwijlen zijn wij ook allene thuis,
dan maken wij niet het minst gedruis.
Wij slaan in stilt’ een fles in onze kraag
dat is medicijn voor de maag
Zo samen vrijen op tijd en stond,
dat maakt mijn zielke oprecht gezond,
zo zal de dienstmeid van de kapitein
na mijnen troep mijn vrouwke zijn.
Partituur * De meid van de Kapitein * | |
1. instrumentaal
|
1 reactie
leuk en briljant liedje