Ze zwijgen dat ze zweten
Het is een uitdrukking die niet overal in Vlaanderen gebruikt wordt, maar “zwijgen dat je zweet” is overduidelijk heel hardnekkig zwijgen…
In dit lied van Karel Waeri wordt de schijnheiligheid op de korrel genomen van zowat alle bevolkingslagen. Ongetwijfeld herkenden zijn toehoorders mensen uit hun omgeving in de typetjes die in het lied worden beschreven. Maar net als Tijl Ullenspiegel houdt Waeri zijn toeschouwers een spiegel voor waarin ze zichzelf zouden moeten herkennen als hoofdrolspelers in het toneelstuk “De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.”
De melodie baseerden we op de versie die Adriaan De Weghe optekende in “Het Eregems Liekesboek”, ISBN 978 90813354 09, uitgave 2008 Heemkundige Kring Iddergem
Ze zwijgen dat ze zweten
Er zijn lieden in ons land
Die op alles vitten,
Daar zij menen al ’t verstand
Zelve te bezitten,
Vraagt, hoe Pier of Jan het maakt,
Straks zult g’alles weten,
Maar zoo gauw ’t hun eigen raakt,
Ha! ze zwijgen dat ze zweten.
Ha! Ze zwijgen dat ze zweten.
Komt een jongen welgemoed
Met een meisje vrijen,
Alle middels vindt hij goed
Om haar te verleien.
Neen, hij wil op ’t aardsche rijk,
Van geen and’re weten,
Maar, spreekt hun van ’t huwelijk,
Ha, ze zwijgen dat ze zweten.
Ha! Ze zwijgen dat ze zweten.
Treedt gij in een magazijn
Voor een broek te kopen,
Seffens komt een half dozijn
Vleiers rond u lopen;
Koopt maar: in geen honderd jaar
Is de broek versleten,
Scheurt zij morgen hier of daar,
Ha! ze zwijgen dat ze zweten.
Ha! Ze zwijgen dat ze zweten.
Komt gij op een tribunaal,
Daar staan d’advokaten
In een onverstaanb’ re taal,
Voor den boer te praten;
Wasschen zij den sukk’laar wit,
’t Zal victorie heten,
Maar als hij den bak in zit,
Ha! ze zwijgen dat ze zweten.
Ha! Ze zwijgen dat ze zweten.
Hebt gij pijn of ongemak
Of wat kwaad’ humeuren,
En veel centen in den zak,
Loopt naar do docteuren;
Straks zijt gij, door hun verstand,
Weder frisch gezeten,
Zenden z’u naar ’t pierenland,
Ha! ze zwijgen dat ze zweten.
Ha! Ze zwijgen dat ze zweten.
Komt er soms ‘ne kandidaat
Zich te presenteren,
Voor de Kamer of Senaat,
Ho! die kan parleren;
’t Land vergaat naar allen schijn,
Wordt hij weggesmeten,
Maar als z’op de kussens zijn,
Ha! ze zwijgen dat ze zweten,
Ha! Ze zwijgen dat ze zweten.
In de winkel of op straat
Ziet men dikwijls wijven,
Halve dagen aan de praat
Bij malkander blijven;
Komt den man op ’t middaguur
Nu naar huis om ’t eten,
En hij vindt noch kost noch vuur
Ha! ze zwijgen dat ze zweten.
Ha! Ze zwijgen dat ze zweten.
Vrienden k’heb nu weder hier
Zonder kromme sprongen,
Vrij en blij op mijn manier
U mijn lied gezongen;
Is mijn liedje slecht of goed,
‘k Wildet wel eens weten,
Of ik ook niet zeggen moet:
ha! ze zwijgen dat ze zweten.
Ha! Ze zwijgen dat ze zweten.
Partituur * Ze zwijgen dat ze zweten * | |
1. instrumentaal
|
1 reactie
Volgens http://anet.ua.ac.be/record/opacdkvc/c:lvd:14114014/N is er een lied met dezelfde titel bekend van August Victor Bultinck en Gisleen van Vlemmeren, uitgegeven bij Possoz, Antwerpen circa 1880