Schrikkelijke moord op Anna Bellot te Brussel (1907)
In december 1907 blokletterden alle kranten ontzet hun versie over de moord op Annette Bellot, het zesjarig dochtertje van een bronswerker.
"Annette Bellot, werd op Zondag 1 December, toen het in de Damstraat speelde, door een persoon tusschen 35 tot 40 jaar oud, meegetroond, nadat de booswicht het broedertje van Annette had weggezonden om voor 5 centimen cigaretten te halen. Den volgenden morgen vond men het slachtoffer te Anderlecht, achter de Veeartsenijschool, onteerd en gewurgd."
In “De Verbroedering” vat men het gebeurde als volgt samen:
De krant “De Denderbode” schreef er nog veel uitvoeriger over en beschikte over zoveel details dat het lijkt alsof ze nauw samenwerkten met de speurders. Er was een persoonsbeschrijving van een mogelijke dader, maar die was zo vaag dat er voortdurend nieuwe verdachten werden gevonden en ondervraagd. Jarenlang bleef men speuren maar opgehelderd is de zaak nooit. Net zoals die andere, nog afschuwelijker kindermoord die de kranten ook in 1 adem noemen met die van Annette Bellot: de gruwelijke moord en verminking van Jeanne Van Calck bijna 2 jaar eerder.(1)
Beide weerzinwekkende misdaden werden door marktzangers uitvoerig bezongen, soms met de nodige waardigheid, dikwijls met beschrijving van de afschuwelijke details.
Zo stond het lied “Treurlied betreffende de ijselijke Misdaad te Brussel – Anderlecht. Het zesjarig meisje Anna Bellot onteerd, op afschuwelijke wijze” op het repertoire van Frans Van Kets. Op zijn liedblad helaas geen vermelding van de zangwijze.
Van Kets was afkomstig van Aarschot maar vestigde zich na zijn huwelijk met Maria Van Gestel – een telg van de befaamde marktzangersfamilie – circa 1884 in Antwerpen. Hij zou daar op de markten zingen tot aan WO I. Zijn teksten werden door anderen geschreven (2), in hoofdzaak door de Antwerpenaar Pierre Bauwens die ook de “smartlappen” schilderde … op slecht papier en met waterverf: er is bijna niets van bewaard gebleven.
In het boek “Moordlied in de XXe eeuw” van Julien De Vuyst vonden we een andere tekst, afkomstig van een anoniem liedblad uit Oost-Vlaanderen, dat in 1969 werd voorgezongen door “gewezen schoenmaker Clement Vermeulen uit Bambrugge“.
De Vuyst heeft de melodie door een niet nader genoemde medewerker laten uitschrijven en wij hebben er onze bewerking van gemaakt. We hebben nog niet kunnen achterhalen welke populaire melodie uit “La Belle Epoque” model heeft gestaan voor dit lied.
Schrikkelijke moord op Anna Bellot te Brussel
tekstschrijver: onbekend
Zoals gezongen door Clement Vermeulen, Bambrugge, 1969
Een vreeslijke kreet verantwoord en vol smart
hoort men in ons land weer opstijgen
een wrede ontering en moord breekt ons hart
men kan er niet over zwijgen.
In Brussel de hoofdstad van ons Belgenland
waar tranend wordt gespeeld aan de kant
een meisje van maar pas zes jaren
vermoord door een vuile trawant.
Ach, smeekt ’t kind, ach laat mij in leven
wat heb ik op aarde misdreven
moeder smeekt het kindje in tranen
ik sterf hier op d’eenzame bane.
’t Was op zondagavond in d’eenzame straat
dat die gruweldaad kwam gebeuren
terwijl ’t op de klok zeven uren slaat
kwam de moordenaar haar bespeuren.
Zij ging met haar broertje om wat lekkernij
toen dit wangedrocht kwam opzij.
Hij ging aan het jongetje vragen
zeg doet gij een boodschap voor mij?
Ach, sprak ’t kind, ‘k moet zusje bewaken
’t Is te ver om er te geraken
de lafaard sprak: heb maar geen vrezen
‘k blijf hier staan, ‘k zal bij haar ook wezen.
Al lopende ging er de kleine dan heen
zag om, zes of zeven keren
totdat hij dan achter een hoekje verdween
liep hij haastig voort zo zere
maar denk hoe versteld toen de knaap weer aan kwam
en zijn zusje daar niet meer zag staan
al wenend liep hij naar zijn ouders
vertelt hun in droevig getraan:
Moedertje, snikt hij in gewenen
ons Annatje ze is verdwenen
een man heeft ze zonder te schromen
rap en vlug met zich meegenomen.
Men zoekt dan in straten en overal rond
tot zij in een wei zijn gekomen
daar vonden zij ’t kindje ja liggend ten grond
verwurgd, vermoord zonder schromen.
Men zag nog het lijden op ’t kindjes gelaat
het lag er in droevigen staat,
als martelaresse gestorven
lag het daar onteerd op de straat.
Vaarwel Anna, gij lieve kleine
gij die zo wreed komt te verdwijnen
d’engeltjes die boven u wonen
bieden u uw martelaarskronen.
Partituur * Moord op Anna Bellot * | |
krantenartikels en illustraties | |
1. melodie
|