Wanneer vader Adam nog jong was en blij
Eén van de vele liederen over de lotgevallen van Adam en Eva in het Aards Paradijs, en zoals gewoonlijk is het lied geschreven door mannen, dus wordt Eva afgeschilderd als een “giftig geschenk”.
Dit lied komt uit “Geschiedenis van het Café-Chantant” van Willy Lustenhouwer. Wie het zong en waar het vandaan kwam heeft de auteur niet vermeld. Het verhaal hoeft geen verdere uitleg, maar u kan het misschien wel eens vergelijken met de andere gelijkaardige liederen die we reeds op deze site bespraken:
in ’t aards paradijs, zo gelukkig was hij.
Hij speelde daar meester, had alles naar lust.
Hij at en hij dronk en hij leefde gerust.
Maar Adam’s schoon leven en al zijn geluk
veranderden gauw al in weemoed en druk.
Op een vroege morgen, wat aardig vertoon,
hij zag voor hem staan een jong vrouwtje heel schoon.
Maar Adam had nooit gene vrouwe aanschouwd,
hij keek zo verwonderd, hij was lijk benauwd.
Hij wreef aan zijn ogen en viel op zijn knieën
en zei: ” ‘k heb nog nooit zo geen beestje gezien.”
Dat aardig vreemd schepsel had Adam verleid,
ontnomen zijn vreugde en ook zijn vrijheid.
Hij trouwde d’ermee maar het speet hem alras,
hij werd dan gewaar dat het een vrouwsmens was.
Welhaast werd hij vader, en ’t speet hem nog meer
want Evatje kocht er daar twee met ne keer.
Hij moest er gaan werken voor kind’ ren en vrouw,
hij werd er zo mager, gemergeld en flauw.
Partituur * Wanneer vader Adam * | |
1. Instrumentaal
|
1 reactie
Volgens een opmerking op een (anoniem) liedblad is dit ” één van de vele liedjes van Honoré Lagae”. Het is inderdaad te vinden in het boek “Honoré Lagae (1863-1935), volkskunstenaar”, uitgegeven in 1985 door de Kristelijke Bond der Gepensioneerden in Sint-Eloois Winkel. Dat boek bevat een dertigtal (lange) liedjesteksten en plezante illustraties van cartoonist Nesten, maar helaas geen enkele aanduiding over de bijpassende melodieën.