Een kindje wordt levend door zijn vader in de stoof verbrand (1927)
Schrikt de titel u af? Volgens marktzanger Alfons Van Gestel uit Aarschot was dit in mei 1927 nochtans de perfecte teaser om liedblaadjes te verkopen aan nieuwsgierige marktgangers.
Julien De Vuyst, die van een pak moordliederen de “ware toedracht” heeft proberen op te zoeken in kranten en gerechtsverslagen, weet er in 1 van zijn boekwerken “Het moordlied in de XXe eeuw” (Aurelia Books, 1977) het volgende over te vertellen:
"In het Zurenborgkwartier te Antwerpen, aan de Rolwagenstraat, werd op 15 maart 1927, in het gezin Mathilde B. en Camiel V. een kindje geboren, dat echter niet lang zou mogen leven. Nochtans was het heel gezond ter wereld gekomen. Een buurvrouw kon dit getuigen vermits ze de moeder bijgestaan had bij het baren. Het kind was echter na een paar dagen verdwenen, zodat na een drietal weken praatjes van de buren de ronde deden met allerhande gissingen over het gebeurde. De politie ging er zich mee bemoeien en het parket werd er op afgestuurd. Eerst loochenden beide ouders, doch, in het nauw gedreven door het parket, bekenden zij hun misdaad. De vrouw had het kindje in de kachel verbrand, terwijl haar man goedkeurend had staan toekijken. Het gezin had reeds drie kinderen, waarvan het jongste slechts acht maanden oud was.
”
De Vuyst vond een verslag over deze moord in De Vooruit van 4-5 april 1927 op de voorpagina.
Wij vonden dit in “De Volksstem”, 5 april 1927, pag. 2
Op het eerste gezicht zijn dit monsterlijke ouders, maar we mogen aannemen dat ze het niet breed hadden en totaal radeloos waren na deze ongewenste geboorte. Wat natuurlijk niks goedpraat.
Alfons Van Gestel, ook wel “Fonske Patat” genaamd, leende de melodie van het lied “Riquita”, een song van het onvermijdelijke franse componistenduo Dumont-Benech, zie bv. ook “De schrikkelijke ontploffingsramp te Brugge“. Volgens zijn liedtekst is het de vader die de moord pleegde terwijl de moeder toekeek; de krant vertelde het net andersom. Misschien verwarde Van Gestel deze wrede daad met een gelijkaardige moord drie jaar eerder…
Over de vele Van Gestels in het marktzanger gebeuren schreven we al aangaande het lied “Weet je wat een zoentje is”
Kind levend verbrand
Zeg mij eens waarom bracht gij uw kind niet groot
Lijk een braven vader hier op aarde doet
Was ’t misschien hoogmoed of pracht
die u zo ver had gebracht.
Wijl de moeder van het kind vol angst en pijn
dat z’haar leven haast verslind om er te zijn
die daar zo lag in de smert
drukt gij toch niet aan haar hert:
REFREIN:
Neen, gij bracht uw kleine lieveling
die geen moe of geen va had gezien
op een schandlijke wijze van ’t leven
nochtans het had u geen kwaad misdreven
dacht gij soms dat niemand ’t had gezien?
Waarom verbrandt gij uw lieveling?
Wel vader waart gij niet bang als gij uw bloed
daar in vlammen van de stoof verdwijnen doet?
Dacht gij dan niet aan die smert
voelt gij geen pijn aan uw hert?
En daar lag nu ’t arme wichtje lief en rein
dat had toch niemand gevraagd om hier te zijn,
mocht dit kindje niet bestaan,
moest het van de wereld gaan?
Nu zucht gij daar in’t gevang, ook uwe vrouw
wordt door de wet weggedaan vol druk en rouw,
ook uw moeder trof de schuld,
ook zij had een rol vervuld
nu zuchten zij in hun cel vol droef getraan
en zien daar de geest van’t kind steeds voor hen staan,
als een engel rond hen zweeft,
in den Hemel voortaan leeft.
SLOTREFREIN
Brengt toch niet uwe kindren van kant
maak het leven voor hen zo plezant
doe geen moorden op uw lieve kleinen
die niet vragen ja om hier te zijn
want het kost u somtijds uwe dood
breng ze liever als brave lui groot.
Partituur * Een kindje levend door zijn vader in de stoof verbrand * | |
1. Riquita - Robert Piquet (fragment)
|