Peut Peut
Wat zou er gebeurd zijn als er rond 1965 nog marktzangers zouden geweest zijn en er zou er eentje in Leefdaal de lotgevallen van “Madame Peut Peut” ontdekt hebben? Dat was ons uitgangspunt voor het zelf vervaardigde lied van deze bijdrage.
We vertellen het hele verhaal zoals het mettertijd door mondelinge overlevering werd aangedikt en uitvergroot. Het is een ooggetuige verslag “van horen zeggen”, zoals dat helaas ook nog al te vaak leidt tot krantenartikels in het algemeen en verdachtmakingen in het bijzonder.
In feite gaat het hier over een onbenullig fait divers, ware het niet dat het hoofdpersonage totaal uit haar rol viel van “deftige dame”. Zij reed dan wel op zo’n stevige Hollandse damesfiets, met hoog stuur en extra-spatborden achteraan, helaas was ze vergeten voor een werkende fietsbel te zorgen.
Het “smalle pad” in het lied is het zogenaamde Voerwegje in Leefdaal, tussen Mezenstraat en Kasteeldreef, voor haar toen de kortste weg naar de kerk. Coördinaten: +50° 50′ 54.99″, +4° 35′ 23.25″
Voor de kenners van de plaatselijke situatie: de Armand Devriesestraat was op dat moment niet meer dan een losse zandweg, de wijk Kruiskouter bestond nog niet en de Mezenstraat was een kasseiweg waar hooguit elk uur een auto voorbijkwam.
Peut Peut
Ze kwam uit het niets, aangereden op haar fiets
Peut Peut, Peut Peut
Want ze had geen bel, riep dus hard en fel
Peut Peut, Peut Peut
Op het smalle pad reed z’ons bijna plat
Peut Peut, Peut Peut
De chique madame kreeg een nieuwe naam:
Peut Peut, Peut Peut
’t Was ergens in de jaren zestig dat dit voorval is geschied.
Jongejuf de baronesse, die bezingen w’in dit lied.
’t Was een hele vrome dame, elke ochtend in de kerk
o zo deftig, zo’n voorname barones van een goed merk.
Refrein.
En juffrouw de baronesse was bij ’t rijke volk bekend
Want zij gaf pianolessen aan hun dochters heel decent.
Bij de graaf en de gravinne of bij den rijke doktoor
Was ze ook heel graag geziene maar die keer verloor ze’t spoor:
Refrein.
Amper een paar jaren later bleef de fiets in het portiek
Want ze kocht me daar een wagen: een Daf Variomatic.(1)
Iedereen mocht toen nog rijden zonder lessen of brevet
En het was niet te vermijden, mensen, mensen, opgelet:
Ze kwam op een draf aangereden in haar DAF
Peut Peut, Peut Peut
Vond niet de claxon, dus riep dam’ baron
Peut Peut, Peut Peut
Op het smalle pad reed z’ons bijna plat
Peut Peut, Peut Peut
De chique madame kreeg een nieuwe naam:
Peut Peut, Peut Peut
(1) Op een autosalon in 1958 presenteerde DAF (Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek) uit Eindhoven zijn eerste personenwagen met een revolutionaire automatische versnellingsbak, een compacte en verbeterde versie van de Buick Dynaflow want het was de “allereerste continu variabele transmissie voor auto’s die ooit in productie werd genomen”. Zij noemden hun creatie in advertenties dan ook trots de “auto met het pientere pookje” maar de liefhebbers van een “echte” auto noemden het ding smalend de “truttenschudder met jarretelaandrijving” omdat hij vooral succes boekte bij oudere vrouwen. Vanaf 1975 beperkte DAF zich tot het produceren van vrachtwagens en verkocht de afdeling personenwagens aan Volvo.
Partituur * Peut Peut * | |
1. instrumentaal (fragment)
|
|
2. Duo Wreed & Plezant live te Bertem - juni 2004
|