De kwakzalver
In het liedjesschrift van Florentine Sterckx (1892-1974) uit Leefdaal vonden we dit:
Florentine had dit vermoedelijk min of meer overgeschreven uit “De Vlaamsche Zanger – deel 1” (3e druk, 1900), een boekje dat dus tijdens haar kinderjaren op de markt kwam.
In die partituur van “De Vlaamsche Zanger” wordt “J.G.” vermeld als auteur. Dat zou J. Goossens kunnen zijn, de enige auteur met die initialen die we in het boekje als auteur vermeld zien staan. Waarom de auteur moeite deed om redelijk anoniem te blijven is niet meteen duidelijk, ten ware hij collega’s-liedjesschrijvers niet teveel tegen het hoofd wou stoten met zijn ironie. De marktzangers waren niet zelden, naast zanger en liedjesverkoper, ook verkoper van wonderbaarlijke producten die zij aan lichtgelovige klanten probeerden te slijten.
Dit lied hebben we op geen enkel marktzangersblad teruggevonden, enkel in schriftjes en in een paar verzamelboeken. Het zal dus wel meer carrière gemaakt hebben op familie- en teerfeesten of in cafés dan op de markten. Misschien is het zelfs voor een theaterrevue geschreven.
In het lied wordt immers geprobeerd om de ongeloofelijke beweringen van wonderdokters (of zoals men in de volksmond placht te zeggen: “ne grunendoktoor”) te herleiden tot wat ze zijn: ongeloofwaardig en dus vals.
In Van Dale, groot woordenboek der Nederlandse Taal, 13e druk staat onder kwakzalver:
1.”Iemand die nutteloze middelen toepast ter genezing van de een of andere ziekte of middelen beweert te kennen tegen alle mogelijk ziekten, ofwel iemand die zulke middelen, meestal met veel ophef, te koop aanbiedt. – onbevoegd beoefenaar van de geneeskunst.
synoniem: lapzalver”
2.”(figuurlijk) iemand die het publiek wat op de mouw wil spelden.
synoniem: boerenbedrieger, oplichter, knoeier”
Volgens Harry Franken (“Van Zinge en Speule”) gaat dit lied over Dokter Eisenbarth, dezelfde die model heeft gestaan voor het lied van “Dokter Grijzenbaard”. Dat willen wij bij deze met klem betwisten: Eisenbarth was een serieuze, geleerde dokter die in een studentenlied een beetje belachelijk werd gemaakt, maar de man heeft echt wel een belangrijke bijdrage geleverd tot de medische wetenschap van zijn tijd.
Neen, de kwakzalver portretteert eerder figuren als de engelsman Davenport, beter bekend als “Sequah”, die in onze streken rond 1900 actief was en bijvoorbeeld zijn Sequah-olie tegen reumatiek demonstreerde en verkocht.
Zo’n flesje kostte het dagloon van een arbeider en er werd bovendien entréegeld gevraagd. Maar ja, de remedie werkte, dacht men, want de (beresterke) Davenport danste met de “genezen” patiënt rond in het café waar hij zijn “séances” hield! Of hij had ’s morgens een “patient” een paar weeklonen beloofd als die zich bij de voorstelling zou laten genezen. En hij had ook altijd een orkestje mee dat helse muziek maakte om het eventuele gekreun en het gegil van de patiënten te overstemmen…
Davenport kreeg af en toe wel eens tegenwind van verontwaardigde non-believers, zoals studenten geneeskunde of patiënten die zich helemaal niet genezen en opgelicht voelden, maar dat was allemaal boter aan de galg, zoals we uit onderstaand relaas kunnen leren.
“Police involvement was a regular occurrence at Sequah shows (..). In 1889 a police sergeant managed to rescue one unfortunate young man when the crowd turned ugly on him. The show included a ‘thanksgiving’, where former patients were invited to testify to the power of Sequah’s treatment, but once the man got up on stage, he said what he really thought about its failure to cure him. On his return to the crowd, he was set upon and had to be pulled back onto the wagon, where the sergeant also scrambled up to protect him until the show was over. Afterwards, a mob followed the wagon as far as the police station, shouting ‘Lynch him!’ Once inside the charge office, the frightened chap managed to escape via a side door, having learnt that upsetting a quack’s loyal followers can be a matter of life and death.” (uit: thequackdoctor.com)
Misschien daarom dus enkel de initialen van auteur J.G. bij de partituur?
De volledige tekst gaat als volgt:
Ik kom direct van Wenen, ‘k ben ook dokter en chemist.
REFREIN:
Heb je jicht of hartepijn
klauwzeer, pips of flerecijn,
koopt en neemt mijn medicijn
en weg zal’t zijn
De koning der Bulgaren had het klauwzeer aan de mond,
hij kocht van mijne waren en vandaag is hij gezond
‘k Heb eens een tand getrokken, het was in een grote stad
ja gans en zonder brokken, schoon in ’t hart de wortel zat.
Daar was een man in Londen, in de maag een muis gedaald,
‘k Heb hem een kat gezonden, die er ’t beest heeft uitgehaald.
Dit is voor kwade wijven, iets da’k overal verkocht
’t Is zonder overdrijven ’t krachtigst antigrommelvocht
Hier heb ik jonge heren, haarmest voor moustach en baard
al die het mocht proberen heeft nu kin en kop behaard
Kunt gij niet achteruitgaan, drink dan van dit apenbloed
dan zal het lijk een spuit gaan, ’t kan niet anders meer, het moet
Wil jij de vlooien storen, strijk hun dit dan op hun snuit
van achter en van voren en hun vlooienrijk is uit
Wie wil er profiteren, alles is bijna voor niets
vergeet het niet mijnheren, dat ge mij nooit wederziet
‘k Moet even gaan dineren, ‘k ben vermoeid, ik kan niet meer
tot straks, geachte heren, binnen ’t uur ben ik er weer:
Partituur * De kwakzalver * |
Nu denkt u misschien: ja, de mensen waren toen nog ongeletterd, geen wonder dat ze zich lieten inpakken door zo’n charlatan!
Mmmh, kijk eens in uw mailbox naar de SPAM, kijk naar de mirakelaanbiedingen bij TV-winkels e.d., naar de telefoonspelletjes, kijk naar homeopathie of geneeskrachtige oorkaarsen, naar waarzeggers en wichelaars, naar pyramidespelen en superperformante beleggingsproducten…
Er zijn misschien minder mensen vatbaar voor charlatans, maar die opereren tegenwoordig op zo’n grote schaal dat het nog steeds lucratief genoeg is om van leugen en bedrog rijk te worden.
Wij verwijzen in deze graag door naar de websites “List en Bedrog” en “De vereniging tegen kwakzalverij“