We waren mè acht
Als er in een café-chantant of op de markt over de liefde wordt gezongen, dan gaat het altijd over ongewone of opmerkelijke situaties: over jonge naïeve meisjes die door hun verleider met een kind worden opgezadeld, of over al even naïeve mannen die pas na het huwelijk ontdekken dat hun wondermooie lieveling eigenlijk een lelijk serpent is met een pruik en valse borsten, en vele varianten op deze situaties.
Zo ook het lied “We waren met acht” (We waore mee acht) dat door Harry Franken werd opgetekend en dat afkomstig zou zijn uit Postel in de Kempen.
"Volgens de zanger is dit lied ontstaan in Postel. Sommigen van deze acht zou hij nog gekend hebben. Het lied heb ik inderdaad alleen maar in en rond Postel kunnen optekenen. Het heeft dus een klein verspreidingsgebied gekend. In Dessel had het lied desondanks al verschillende veranderingen ondergaan. Ik vond het daar in een schrift." (Harry Franken in "Liederen en dansen uit de Kempen", 1978, pag. 53)
Het Kempense dialect zijn wij niet meester, we hebben de oorspronkelijke tekst naar eigen smaak aangepast, de namen veranderd en alles vertaald naar het A.N.
Volgens Franken gaf de man die het hem voorzong na elke strofe een beetje commentaar om de overgang naar het refrein aannemelijker te maken. Bijvoorbeeld na strofe 3 waarin de zanger probeert om het meisje dronken te voeren: “Maar toen ik aan de toonbank kwam, moest ik in de plaats van twee negen borrels betalen, want … (gezongen) we waren mè acht…”
ik was eens op ravot gegaan,
ik zei tot mijne kameraden:
we zullen ons eens gaan vermaken.
Refrein: We waren mè acht,
d’r was Etienne en d’er was Rik,
André en Luc, Guido en ik
en zotte Wim en Jef de schacht,
we waren mè acht.
Zo gingen wij er dan op uit
en we maakten er veel geluid
en zie wat er daar kwam passeren:
een schoon uffra aan’t paraderen.
Ik zei aan ’t meiske: gade mee?
Dan gaan we ginder in ’t café,
ik zou u eens willen trakteren,
een glazeken met u verteren.
Zij was een rijk kind uit de stad
die nog geen vrijer had gehad,
en om geen een jaloers te maken
had z’haar adres aan elk gelaten
Dat ging zo enen zeek’ren tijd
maar toen zaten we in het schijt
want ze zei mij: ’t is afgelopen
ik moet een kindeke gaan kopen.
Zowat een half jaar ging voorbij
toen kwam ze met dat kind naar mij
Ik zei haar: meisje kom niet nader,
breng liever ’t kind bij zijnen vader…
Maar ja, wie was de vader eigenlijk feitelijk? Want …
Refrein:
We waren mè acht,
d’r was Etienne en d’er was Rik,
André en Luc, Guido en ik
en zotte Wim en Jef de schacht,
we waren mè acht.
Partituur * We waren mè acht * | |
1. W&P live in studio Real-to-Reel met gastmuzikanten
|