De bandietenbende Verstuyft (1923)
Omstreeks 1923 brachten “De Vlaamsche Volkszangers” een liedblad uit met volgende titels:
- De moedige rijders (kluchtlied over een fietstocht)
- De bandietenbende (moordlied)
- Op het graf ener moeder (klacht van een kind)
- Van honger en kou gestorven
- Moeder
Bij het lied over de “Bandietenbende” wordt als melodie “Komt ’t avond mee met mij” opgegeven. Dat kenden we niet, maar bij het bestuderen van de tekst vallen een paar overeenkomsten op met een (recenter) lied van het Duo Rombouts over “De schrikkelijke moord te Erpe bij Aalst” (1932) dat we al eerder bespraken. Daar wordt als melodie “Ferme tes jolies yeux” vernoemd die we wel kennen en die inderdaad perfect past.
René de Buxeuil (1881-1959) schreef het lied “Ferme tes jolies yeux” reeds in 1913, bedoeld als “berceuse”, als wiegelied dus. De oudste muziekopname die we terugvonden werd gezongen door Fred Gouin en Berthe Sylva in 1932. Die 78-toerenplaat moet het Duo Rombouts geïnspireerd hebben, de “Vlaamsche Volkszangers” Cesarine De Smet en Eduard Baert (uit Sint-Niklaas) moeten de melodie van de allereerste uitvoering door Junka circa 1914 hebben opgepikt. De “Bende Van Hoe – Verstuyft” was immers actief tussen 1917-1920 en het vonnis – dat blijkens de illustratie op het liedblad zojuist was uitgesproken – werd uitgesproken in 1924.
Over de wandaden van de bende komen we in de liedjestekst enkele (voor ons) vage omschrijvingen tegen, maar hun exploten moeten toen evenveel indruk gemaakt hebben als bijvoorbeeld die van de bende van Nijvel minder lang geleden.
De bende ontstond kort nadat Raymond Van Hoe (° 25 juni 1892) uit Sint-Denijs Westrem in 1918 het leger had verlaten en zijn baan als “smokkelaar” had ingeruild voor die van dief, rover en moordenaar. Hij recruteerde een paar vervaarlijke kornuiten in Wondelgem: Renaat Seraphin (°1894) en Edmond Verstuyft (°1896) en in Ledeberg vond hij herbergier Triphon Van de Putte (°1873) bereid om zijn café als hoofdkwartier van de bende ter beschikking te stellen. Het was tegelijk hun woning en de opslagplaats van waaruit ze de gestolen goederen verhandelden.
In de eerste strofe van het lied wordt de beruchte “bende van Bakelandt” vernoemd, wat bij de toehoorders meteen een belletje deed rinkelen want de vreselijke wandaden van dat clubje kenden ze maar al te goed.
In de tweede strofe wordt eerst verwezen naar een dubbele moord in Sinaai. Het ging om René en Alfons Pauwels die op 23-24 augustus 1919 het leven lieten. Van de vermelde “moeder en wicht” hebben we in de krantenartikels echter niks teruggevonden, misschien een “dichterlijke vrijheid” van de tekstschrijvers om het nog wat dramatischer te maken. Over de “lieve twee meisjes” uit strofe 3 lazen we dit in een krantenbericht:
“Op 23 december (1918) werden in de wijk Doornzele in Evergem twee dochters uit het gezin van molenaar Lybaert, Rosalie en Marie, het zwijgen opgelegd met geweerschoten toen ze in paniek luidkeels om hulp riepen. Bij deze overval, die 30.000 frank opbracht, waren zeven bendeleden betrokken, met als hoofdfiguren uiteraard de gebroeders Verstuyft en Van Hoe.”
Uiteindelijk werden maar liefst 13 moorden bewezen geacht, hoewel de broers Verstuyft en – vooral – Van Hoe bij hoog en bij laag beweerden dat ze er niets mee te maken hadden, ondanks de vele ooggetuigenissen. Naar het schijnt is er in de streek nog steeds een zegswijze in zwang wanneer iemand staalhard de waarheid ontkent: “Hij heet Van Hoe en hij weet van niets.”
Er waren op het assisenproces 35 beschuldigden en de jury moest 343 vragen beantwoorden; het resultaat staat te lezen op het liedblad, al dient er bij gezegd dat de doodstraf toen al automatisch werd omgezet in levenslang. Wat er van de hoofdbeschuldigden geworden is lazen we in een recent krantenbericht:
“René Verstuyft werd geboren op 6 maart 1894 en was dus rond de 25 toen hij op het toppunt van zijn criminele carrière stond en 30 toen hij werd veroordeeld. Hoewel twee keer ter dood veroordeeld en schuldig aan de dood van zeker tien slachtoffers, is René Verstuyft buiten de gevangenis gestorven. Dat was begin november 1978; hij verbleef toen in een ziekenhuis in Lier en was 83 jaar oud. In totaal zat hij 36 jaar achter de tralies. Veel berouw over wat hij aanrichtte heeft hij nooit betoond. ‘Berouw is komedie om minder straf te krijgen. Men heeft me niet gevraagd om berouw te hebben om wie ik aan het front neerschoot’, zo vertelde hij aan een reporter. Zijn laatste jaren bracht René door als tuinier in een bejaardentehuis in de provincie Antwerpen.
Edmond Verstuyft, geboren op 28 februari 1896 en dus twee jaar jonger dan zijn broer, ook schuldig aan verscheidene moorden, overleefde zijn broer zes jaar. Hij stierf op 88-jarige leeftijd op 3 maart 1984 in het Jan Palfijnziekenhuis.
De andere leider van de bende, Raymond Van Hoe, was maar een kort leven beschoren. Hij stierf al in 1930, amper 38 jaar oud, nauwelijks zes jaar na zijn veroordeling tot de doodstraf.”
Het verhaal van de bende werd uiteraard door meerdere marktzangers bezongen, hieronder een versie van A. Van Peteghem uit Sint-Amandsberg bij Gent die nog wat andere details over de wandaden van de bende bezingt, maar de gebruikte zangwijze wordt niet vermeld. Roger Hessel ontdekte dat de melodie werd ontleend aan “Ne rendez pas les hommes fous“, zo lazen we in “Filosofen van de straat“.
De bandietenbende
zangwijze: Ferme tes jolies yeux
Wat krijgen wij weeral te horen
een vreselijke schelmerij
komt weerom onze rust te storen
een veelvoudige moorderij.
Ach vrienden hoe kan het toch wezen
wie had zulke monsters verwacht
een Baekeland is weer verrezen
de bende Verstuift zo veracht.
Menig mens ontnamen zij ’t leven
in het midden van den nacht.
Refrein:
Gij laffe moordenaars
gij duivelse bandieten
uw moorden zoo barbaars
is kerven steken schieten
geen kinderbede klein
kon u het minst verdrieten
geen vrouw geen moeder lief
wou gij genadig zijn
In Sinaai wie zou het vergeten
daar hebt gij een vader en zoon
zo stil in hun huisje gezeten
zo vreeslijk geslacht in hun woon.
Neen zelfs wildet gij dan niet sparen
het leven van moeder en wicht
gekwetst velde gij ze ten gronde
gij hebt voor Gods wraak niet gezwicht
maar spoedig is den dag genaderd
dat gij ontvangt uw doodsbericht.
En verder dreeft gij nog uw schulden
van uw helse lafhartigheid
gij kondet den vrede niet dulden
g’ontroofdet een moeder met nijd
haar lieve twee meisjes vol woede
hebt gij als twee lammeren verscheurd
schurken wees thans op uwe hoede
weldra komt de straf u te beurt
nooit mag de zon u nog beschijnen
voor eeuwig in ’t gevang gesleurd
Slotrefrein:
Nu zit gij in ’t gevang
voor gansch uw verder leven
gij hebt het niet verwacht
om in verdriet te leven
geen straf is zwaar genoeg
O! duivelse tirannen
schurken van huis tot kluis
vervloekt O! laf gespuis.
Partituur * De bandietenbende (Verstuyft) * | |
1. Geluidsopname op 78-toerenplaat (fragment)
|