Een droevig Klaasfeest
Wat in wezen een blijde gebeurtenis moest zijn was / is dat niet voor alle kinderen, dat hadden ook de marktzangers snel begrepen. De “grote kindervriend” bleek ook toen reeds zijn affectie nogal te laten afhangen van het fortuin van zijn “sponsors”.
We vonden meerdere liederen over dit thema, velen met dezelfde titel. Meestal is een kind aan het woord dat mama of papa wijst op mooie en verleidelijke stukken speelgoed in de etalage van een winkel: “Zal de Sint deze mooie pop / fiets / bal … voor mij meebrengen?” En mama of papa moeten dan heel creatief proberen uit te leggen waarom de Sint dergelijk speelgoed bij arme mensen niet kan komen brengen.
Het lied dat wij hier bespreken is een zeldzame variante, zo mogelijk nog erger: twee broertjes lopen langs winkeletalages en bedenken dat al het speelgoed in de wereld toch hun jong gestorven moeder niet kan vervangen. In de tweede strofe blijkt dat die moeder exact een jaar eerder op 6 december stierf, kan het nog erger? En in de laatste strofe voegt de auteur er aan toe dat deze kleine kinderen daarom nooit nog een blije Sinterklaasdag zullen beleven.
De schrijver Frans Jacobs (1888-1973) uit Gent was een collega en medewerker van marktzanger Tamboer (1892-1974); ze leenden wel eens liedjes van mekaar zodat het niet altijd duidelijk is wie nu eigenlijk de tekst bedacht.
Voor de melodie werd in elk geval beroep gedaan op één van de vele populaire deuntjes van de Franse componist / uitgever L. Benech (1875-1925), zoals het liedblad ook keurig aangeeft.
Het originele “Dans les jardins de l’Alhambra” (1923) was op tekst van Ernest Dumont (1877-1941), zowat de vaste tekstleverancier van Louis Benech. Als we hun biografie op de website “Le temps des cérises” mogen geloven, dan waren zij een beetje de Franse tegenhangers van Lennon-McCartney maar dan 30 jaar eerder:
Sur de nombreux petits formats, on peut lire, en effet : “Paroles de : E. Dumont – Musique de : F.-L. Bénech” mais sur d’autres, les rôles sont renversés : “Paroles de : F.L. Bénech – Musique de : E. Dumont.” ; et sur d’autres encore, les choses sont encore moins claires : “Paroles et musique de : E. Dumont et F.-L. Bénech.”
Inhoudelijk een frivole, lustige aangelegenheid, heel iets anders dan de droevige Sinterklaas-mare van Jacobs. Niettemin past de melodie ook wel bij het dramatische marktzangerslied. Zoals u kan merken hebben we eens te meer de vrijheid genomen om de originele tekst naar ons gevoel te corrigeren.
Een droevig Klaasfeest
Duntjes gekleed dwaalden twee kind’ren langs de baan,
het was klaasavond maar van droefheid blonk een traan.
Zij liepen alleen
de straat op en neer
het gelaat zo bleek
van de wichtjes teer.
Zij bleven soms zuchtend al voor een winkel staan
en zagen daar het speelgoed vol van weemoed aan.
“Ach broedertje lief,
wat is het toch schoon”
klonk het daar zo zacht
op een zoeten toon.
REFREIN:
Hadden wij maar zoals de and’re kind’ren klein
ons brave moeder nog, wat vreugde zou dat zijn,
maar bracht de Sint ons al wat men hier hoort en ziet,
hij schenkt ons toch nooit onze moeder niet.
Zij keerden huiswaarts allebei met droef gedacht
bevend van kou zo kwamen zij bij vader zacht.
Vader keek hen aan
wijl hij pinkt’ een traan
en hij dacht met spijt aan de vroeger tijd.
“Het is vanavond juist een jaar, mijn kinders teer,
dat uwe moeder op haar sterfbed lag te neer,
en de Sinterklaas
brengt de vreugde groot
maar het was den dag
van uw moeders dood.”
’t Plezier van andere kind’ren was voor hen een smart
en op die ochtend vroeg trof hen nog meer het hart.
Hoort de vreugde toch
in zo menig woon,
ja, die blijde dag
is er toch zo schoon.
Maar d’arme kindjes knielden aan hun bedje neer,
met vader samen biddend voor hun moeder teer.
“Wij zijn nog zo klein”
weenden zij vol pijn,
“maar er zal voor ons
nooit een klaasfeest zijn.”
Partituur * Een droevig klaasfeest * | |
1. instrumentaal
|
|
2. Geluidsopname op 78-toerenplaat (fragment)
|
Aanvulling 29-8-2016
Of Frans Jacobs auteur was van dit lied is niet helemaal zeker want ook Cesarine De Smet en Eduart Baert uit Sint-Niklaas-Waas hadden dit lied op hun repertoire, waarbij zij op het liedblad expliciet vermelden dat deze liedjes hun “eigendom” zijn.