Brussel in de nacht
Als u dacht dat “Brussels by Night” (1979, herwerkt in 1983 voor de gelijknamige film) van Raymond van het Groenewoud het eerste lied was dat het nachtleven in Brussel tot onderwerp had, think again…
Reeds in 1926 kwam marktzanger Tamboer op de proppen met “Brussel in de nacht”. In 3 strofen schrijft hij zijn scenario van een blijkbaar liederlijk en losbandig Brussels by night, het “petit Paris” zoals het ook werd genoemd. Inderdaad, Leopold II had zijn uiterste best gedaan om bouwwerken neer te poten die leken op wat er in Parijs te zien was en de cabaretten en theaters, inclusief “kaberdoesjkes” (chambres douces, waar rijke heren en dames mekaar discreet konden ontmoeten) versterkten dit beeld nog.
Als melodie koos Tamboer voor “Sous le soleil Marocain” hoewel er in die tijd nog helemaal geen Marokkaanse wijken in Brussel bestonden. Het is – zoals te verwachten – een exotisch klinkend melodietje en je ziet de kamelen zo voorbijtrekken…
Volgens de originele pianopartituur van componist R. Desmoulins moet het gespeeld worden als een Charleston. Dat lijkt me een puur commerciële overweging omdat het lied op de markt kwam in de dolle jaren twintig toen de Charleston geweldig populair was. De melodie wint erbij als het allemaal iets trager en gedragener wordt gebracht, met als bijkomend voordeel dat de zanger minder snel over de woorden struikelt…
Brussel in de nacht
Als den dag verdwijnt
En het maanlicht van
de nacht verschijnt
Aan het hemelspant
In de stad van pracht
Hoort men het klavier
In de stille nacht
Heeft men veel plezier
De weeld’ en de liefde, muziek en gezang der lieden
Klinken als een zoet akkoord
refrein:
Brussel, Brussel in de nacht
Wat zijt gij schoon en bovenal geprezen
Stad van weelde en van pracht
Aan armoe neen daar wordt niet aan gedacht
Menig apachenhart
Vindt men zoo laat bedronken op de straat
Ook eene vrouw die naar haar verleider wacht
Zo is Brussel in de nacht.
Eene jonge meid
Die ontvlucht haar woon
En zij wordt verleid
In de stad zoo schoon
Zij kent geen gevaar
En haar overdaad
Die beklaagt zij maar
Als het is te laat
Zij denkt aan haar dorpje en hare moeder teeder
Wijl zij fluistert keer op keer
In een grote bar
Dat mag niet bestaan
Ziet men hier en daar
Een getrouwde man
Hij vergeet zijn woon
Hij is aangetast
En zijn arbeidsloon
Is bijna verbrast
Zijn dierbare vrouwe die zuchtte tot haar knaapje
Vader denkt aan ons niet meer
Partituur * Brussel in de nacht * | |
1. Sous le soleil Marocain (fragment)
|