Moeder, laat mij verkeren
Ondanks een zekere afkeer voor alles wat uit Duitsland kwam, bleven sommige Duitse melodieën toch aanwezig in het arsenaal van de marktzangers.
Zo gebruikte “De Lustige Sinjoor” tijdens WOII de melodie van “Es Geht Alles Vorüber” voor een vrolijk verhaal onder de titel “Moeder, laat mij verkeren.”
Nochtans werd het Duitse origineel in 1941 geschreven door en voor een “Propagandakompanie der Wehrmacht”, waar componist Fred Raymond in dienst was, net zoals de tekstschrijvers Max Wallner en Kurt Felz. Het werd datzelfde jaar met succes op plaat gezet en gezongen door Lale Andersen die twee jaar eerder zichzelf al onsterfelijk maakte met “Lili Marleen”.
De originele tekst ging als volgt:
Da steht ein Soldat und hält Wacht,
Träumt von Hanne und dem Glück,
Das zu Hause blieb zurück.
Die Wolken am Himmel, sie ziehn
Ja alle zur Heimat dahin,
Und sein Herz, das denkt ganz still für sich:
Dahin ziehe einmal auch ich.
Es geht alles vorüber,
Es geht alles vorbei;
Auf jeden Dezember
Folgt wieder ein Mai.
Es geht alles vorüber,
Es geht alles vorbei;
Doch zwei, die sich lieben,
die bleiben sich treu.
Maar ook in Duitsland waren er al kritische stemmen en werd de tekst in straatliedversies geparodieerd (“Es geht alles vorüber, es geht alles vorbei, zuerst Adolf Hitler, dann seine Partei”; “… im Herbst geht der Führer, und im Mai die Partei”; “… im Monat Dezember, gibt’s wieder ein Ei”; “… rückwärts im Dezember und vorwärts im Mai”; “… mein Mann ist in Rußland, ein Bett ist noch frei” etc.)
De Sinjoren versie gaat over een jonge deerne van 17 jaar die op listige wijze haar moeder weet te overtuigen van de kwaliteiten van haar vrijer, want “zijnen stiel is coiffeur”. Omdat volgens de dochter deze stielman ook van de mama – met aangepaste schmink en bijgewerkt kapsel – een oogverblindende schoonheid kan maken, moet die mama de deur openzetten voor de smachtende vrijer. Bovendien herhaalt ze telkens in het refrein dat mama zich geen zorgen hoeft te maken over dat vrijen van haar dochter: ” Ik moet dat niet meer leren, ik ken het gevaar”.
Moeder, laat mij verkeren
Wel luistert eens even Trienet,
waarom loopt gij zo opgezet?
En uw haar ligt schoon gekruld,
dat is iets dat ik niet duld:
uw wezen geverfd, geblanket,
gij loopt als een jufferken net,
en daarbij komt gij zo laat naar huis,
wist vader dat, ’t ware niet pluis!
Refrein:
Moeder, laat mij verkeren,
‘k ben al zeventien jaar.
‘k Moet dat niet meer leren,
ik ken het gevaar.
Ik zie Charel zo geren,
zijnen stiel is coiffeur.
Moeder, laat hem binnen
want hij wacht aan de deur.
Ach, Charel die snijdt er wel ziet
mijn haar en hij legt het voor niet
en hij schminkt mij zo verblijd,
zo word ik een schone meid.
Zijn stiel is zo prachtig galant,
hij is altijd lachend plezant,
als gij toestemt legt hij mij charmant
den zondag enen permanant.
Hij heeft mij zo lief, dat is echt,
al is hij nog maar enen knecht,
als wij trouwen onverveerd
is hij seffens geplaceerd.
Dan maakt hij ook, moeder wees blij,
van u ook een juffer als mij,
uw haar zal hij krullen, schminken u
zovele als dat gij maar wilt.
Partituur * Moeder, laat mij verkeren * | |
1. Es geht alles vorüber (refrein)
|
|
2. W&P met gastmuzikanten live in studio Real-to-Reel
|