Den laatste nacht slaap ik in ’t huis
Alberic Cattebeke dichtte (naar eigen zeggen) en zong alle liedjes op zijn 30e liedblad, gedrukt bij “De Vereenigde Invalieden, Leeuwstraat 41, Gent”. Cattebeke was inderdaad bij een ongeval met een tram beide onderbenen kwijtgeraakt.
Hij koos bij het eerste lied op dat blad voor de populaire melodie van “Drink en vergeet”, op zijn beurt een contrafact van “Why don’t my dreams come true”, waarvan de melodie werd bedacht door George E. Patten, het enige lied dat ons van hem bekend is. Misschien was George E. familie van een beroemde generaal (wiens naam wel anders werd geschreven), maar biografische gegevens vonden we niet terug. Wel de partituur van zijn lied, daterend van 1923, en opgenomen in een “Public Domain Library”, wat zou kunnen betekenen dat hij zijn lied niet lang heeft overleefd.
Cattebeke beschrijft de lichte wanhoop van een man die te oud is geworden om alleen te kunnen blijven wonen en daarom verzocht wordt (of zelf heeft gekozen) om naar een “ouderlinggesticht” te verhuizen. Zijn volwassen kinderen kunnen voor hem niet zorgen, er zit dus niets anders op.
Dit speelt zich af tijdens het interbellum en van “WoonZorgCentra” was er nog lang geen sprake… Wie vermogend genoeg was kon in een privé-pension terecht, anderen moesten rekenen op de naastenliefde van nonnetjes in een klooster. Erg aangenaam was het leven in ’t gesticht niet, dat weet ook de oude vader in dit lied. Maar hij ondergaat vrij gelaten zijn lot.
Den laatste nacht slaap ik in ’t huis
1036 [A] Alberic Cattebeke [C] Georges E. Patten
Een vader tot zijn zoon
die sprak op droeven toon:
” ‘k Heb hier mijn brief wellicht
voor ’t ouderlinggesticht.”
“De laatste nacht slaap ik in ’t huisje
waar ik geboren ben.
Is’t voor uw vader geen kruise?”
klonk het met droeve stem.
“Gewerkt heb ik gans mijn leven
voor mijne kinders klein;
nu zijn ze groot en ik moet er verplicht
naar een ouderlinggesticht.”
“Daar gij nu ook als vent
één mijner kinders bent
vraag ik u met fatsoen:
kunt gij daar niets aan doen?”
Zijn zoon, getrouwd weleer
die sprak: “Ach, vader teer,
gij kunt zo niet bestaan,
waar zoudt gij elders gaan?”
De vader zweeg nu maar,
’t uur van vertrek was daar
en hij verliet zijn woon
daar van zijn oudsten zoon.
” ‘s Morgens,” sprak d’oude man,
binst hij zag door het raam,
“ginds in ’t gesticht misschien
zal ik de zon ook zien.”
Partituur * Den laatste nacht slaap ik in ’t huis * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: zangwijze: "Why don't my dreams come true" ook gekend als "Drinkt en vergeet" Liedblad Alberic Cattebeke, Korrijk, 30e uitgave van Vlaamsche Liederen