Lied van de gescheurde broek
Florentine Sterckx, geboren in Korbeek-Dijle, schreef deze liedjestekst neer tijdens het interbellum en Roland Desnerck vond vrijwel dezelfde tekst in liedjesschriften uit de omgeving van Oostende.
De melodie werd geleend van een Tiroler-achtig marsdeuntje dat in 1931 op plaat werd gezet.
Wij combineerden de verschillende tekstbronnen tot een aanvaardbaar geheel.
Lied van de gescheurde broek
1011 [A] onbekend [C] Hermann Josef Schneider (1862-1921)
De liefde is een aardig ding,
zij brengt veel jongmans in bezwaren.
Ziet hier hoe dat een jongeling
nu laatst al op vrijage ging.
Hij moest zijn liefste thuis gaan spreken,
achter de reke kwam afgesteken.
’t Was goed verstaan en slim gedaan:
de moeder die was uitgegaan.
Hij dacht: ik zal mij moeten spoen,
ja, gauw over de muur gekropen
langs enen boom of een plantsoen;
daarvoor heb ik geen leer vandoen.
Ja, zijn kapoen die stond vanachter
op hem te wachten met goei gedachten.
Het meisje zei, verheugd en blij:
in enen wip zijt gij bij mij.
De vent klauterde als een kat,
en zo raakt hij op de muur boven.
Maar hij bleef steken met zijn gat,
’t was zijne broek die vaste zat.
Parbleu, de vogel bleef daar hangen,
hij was gevangen al op die stangen.
Hij riep tot haar: ach spoed u maar,
help mij nu gauw uit deez’ gevaar.
’t Was al verloren wat zij deed,
dien duts was daar niet van te krijgen.
Hij zat waarachtig in het zweet;
hij zwoer daarop n’en groten eed.
Van gramschap hing hij daar te blozen,
bijna vervrozen, ’t was slecht gekozen.
Hij riep: wat spijt, ’t is hogen tijd,
ik ben hier schier mijn asem kwijt.
Het meisje kreeg iets in den kop:
zij liep in huis al om de tafel.
Zij kwam ermee al in galop,
in enen sprong was zij er op.
Zij kwam hem spoedig hulp verlenen,
trok aan zijn tenen, dan aan zijn benen.
En zie pardaf, hij schoot er af
terwijl zij hem twee kusjes gaf
Wat er dan verder is gebeurd?
’t Is best daar zand over te strooien.
Al was zijn beste broek gescheurd,
toch heeft hij ’t vrijen niet betreurd.
Dat is een les voor ander Heren
die willen leren alzo verkeren.
’t Is wel gedaan, dat zal hem gaan,
zijn eerste proef is nu gedaan.
Partituur * Lied van de gescheurde broek * | |
2. instrumentaal
|
Bronnen: zangwijze: Mein Herz das ist ein Bienenhaus (1931) In liedjesschrift Florentine Sterckx MUZ0350 in "Muzikaal Erfgoed Oostende" MUZ0814 lied nr 437