Den Boer Zonder Verstand
Charles Bens, dichter-uitgever, Goudstraat 51, Brussel, pseudoniem van René Bosmans, die we talloze keren terugvinden als uitgever van bladmuziek, komt af en toe ook voor als auteur van door hem verspreide liederen. Hij zong die niet zelf, op de partituur van “Den Boer Zonder Verstand” geeft hij 6 namen op van artiesten uit de café-chantant en music-hall wereld die hun eigen liederen meestal ook door Ch. Bens lieten uitgeven. De namen “Kleine Jan”, “(Mathieu) De Kemper” en “(duo) De Petter” komen ons bekend voor, de 3 anderen niet. De cover vermeldt trots dat het een “Groot Succes” was, want er werden blijkbaar al 5.000 exemplaren van de bladmuziek aan de man gebracht. Het lied dateert vermoedelijk van kort na WOII, sommige andere partituren van dezelfde uitgeverij zijn gedateerd en blijken tussen 1940 en 1970 te zijn verschenen.
De tekst is in een soort beschaafd Brussels geschreven, we hebben dus wat voetnoten toegevoegd bij de lokale, archaïsche woordenschat, misschien vaak onnodig.
Den Boer Zonder Verstand
1002 [A] Ch. Bens [C] Ch. Bens
Wel ja, begot(1), ik ben als boer geboren,
’n domme kwast, ’n boer zonder verstand.
’t Is een malheur, ’k heb bijna geen memoren(2).
“Gij stomme beest” noemt mij menig kalant.
Ik ben ’n boer, zie dat is kleer
maar ik ken menig Brusseleer
die met den laatsten oorlogstijd
niet zorgden als voor mijn profijt.
Waar zijn nu de meeste fijn oprechte beesten?
Als men dat eens goed bevat:
’t is in de Brusselse stad.
’t Is altijd in ’t eerste:(3)
boeren dat zijn beesten.
’k Zal doen zien aan groot en klein
waar dat er ’t meeste zijn!
’k Zit g’heel den dag in een fijn canapeke
en ’k smoor een goei cigaar op mijn gemak.
Dat noemen z’hier in Brussel boerenstreken
als ge daar zit met zo nen dikke zak.(4)
En ik ’n werk mij genen bult
altijd mijn buikske goed gevuld.
Zeg brusseleers is dat niet fijn?
Zoudt g’in mijn plaats niet willen zijn?
Ik kan mij versterke,
met ’n snee van ’t verken,
is dat leven niet plezant
voor ’n boer zonder verstand?
Stelt uit uw gedachten
voor mij te verachten:
heb ik mijn zakken gevuld,
het was uw eigen schuld!
Het Brussels volk die ligt mij aan ’t blameren(5)
Zowel in ’t nobel als in het gemijn(6)
Gedurig zijn ze mij aan ’t chicaneren(7)
Omdat’k nen rijken boer geworden zijn
Wel brusseleer gij stommen mens
ge bracht mij ulen laatste cens
En vijf, zes uren weg(8) gedaan
Met een paar slechte schoenen aan.
Zo kwamt gij gelopen
mijn patatjes kopen
met veel geld in ulen hand
bij ‘nen boer zonder verstand.
Gij kunt toch wel peinzen,
g’maakte zelf de prijzen,
ik ben goed en ’k was beleefd
voor dien die ’t meeste geeft.
Ik kan verstaan als gij mij ziet passeren
In ’t stad per auto met een domestiek
Dat gij daar over ligt te kritikeren
En zeggen is dat toch niet politiek
Dat is ‘nen boer zonder verstand
Misschien den rijkste uit ons land
En vroeger tijd liep dat hier rond
Met zijn blokken(9) vol koeien stront.
En nu met ons houden(10)
Volgt dat de nieuw mouden(11)
Wat hebben wij toch gedaan
van bij zo ‘nen boer te gaan?
Maar met al die kwesten(12)
Ben ik toch den besten
Want ziet dezen boerenkwast
Heeft heel uw houden(10) vast.
(1) bij God
(2) ik heb geen geheugen, ik kan niks onthouden
(3) eerst zegt men
(4) met de zakken vol geld
(5) verwijten (blamer)
(6)zowel de “edellieden” als het “gewone” volk
(7) zoeken ze ruzie
(8) onderweg geweest
(9) klompen
(10) met onze “oorden”, oude munteenheid
(11) mode
(12) vragen, vraagstukken
Partituur * Den Boer Zonder Verstand * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: * volgens de originele (?) partituur van Ch. Bens, Goudstraat 51, Brussel, cat. nr 5410, ongedateerd (MUZ0422 pag. 96-97) * ook in "Liedboek DE KADULLEN" (MUZ0714 pag 314) zoals gezongen op 3/4/1974 door Paulina Verstappen (1913-1997) en dus afwijkend. * ook op liedblad "De Strop en de Krol" uit Machelen, volgens J. Lauwers in "Liedjeszangers uit Steenokkerzeel en ommeland" (MUZ0526 pag. 24) * ook op liedblad Victor Van der Haegen & C° volgens "Aalsters Volksleven- Markt-en Straatlied" (MUZ0370 pag. 20) * voorgezongen door Maurice Verbiest, Goetsenhoven, aan Mark Rummens "Volksliedonderzoek tussen Velpe en Gete",1977, 28.159 (I.3.501-505) (MUZ0725 lied nr. 572)