Een sluipmoord te Moerkerke (1913)
Op 27 november 1913 werd Ignace de Thibault de Boesinghe, 33 jaar, bewoner van een kasteeltje in Vijvekapelle, door een sluipschutter gedood toen hij terugkwam van een klopjacht in Oostkamp. De dader werd nooit gevonden.
De heemkundekring Sint-Kruis (bij Brugge) schrijft er ondermeer het volgende over:
Rond 18 uur was hij te Brugge terug en ging zijn 26-jarige vrouw, dochter van baron Stienon du Pré, burgemeester van Doornik, afhalen bij zijn moeder in de Langestraat. Aan de halte van de IJsput, buiten de Kruispoort namen ze de stroomtram Brugge-Middelburg om naar huis te rijden. Om 19.05 stapten ze af aan de tramhalte "Het Wonderjaar", schuin rechtover de dreef van het kasteel Altena. Al vertellend trok het paar de dreef binnen. Het étui, dat zijn jachtgeweer bevatte, droeg Ignace over de linkerschouder en rechts gaf hij de arm aan zijn vrouw. Halverwege de dreef, op een tiental meters achter hen, ging een schot af. I. de Boesinghe viel op de grond en sleurde zijn vrouw mede, die als bij wonder ongedeerd bleef. Hij riep dat hij dodelijk gekwetst was. Zijn vrouw liep al hulproepend naar het kasteel, waar het dienstpersoneel, dat zijn meesters verwachtte, toegelopen kwam. De gekwetste werd te bed gelegd en een dokter en de pastoor werden bijgehaald. Het slachtoffer was zwaar gekwetst door een postkardoes. Vier kogeltjes waren in de linkerzijde gedrongen, vier hadden de kolf van het geweer verbrijzeld, en één had de linkerhand doorboord. Na een kalme nacht was het slachtoffer overleden op donderdagmorgen om 9 uur, tengevolge van een inwendige bloedstorting. Hij stierf bij volle kennis. Hij had niets gezien en kon geen de minste aanduiding geven om het gerecht in te lichten.
Een niet nader genoemde marktzanger verhaalde dit gebeuren vrij nauwgezet maar voegde er toch een paar elementen aan toe om het dramatischer en legendarischer te maken. Als melodie koos hij voor “Berceuse tendre” dat Léo Daniderff (pseudoniem van Ferdinand Niquet) schreef in 1911 en in 1932 door Damia op plaat werd gezet. Een jaar later zou Berthe Sylva het in duet zingen met Fred Gouin. Door wie onze onbekende marktzanger het in 1913 al had horen zingen weten we niet.
Een sluipmoord te Moerkerke
967 [A] onbekend [C] Léo Daniderff (1878-1943) (P.D.)
Het droevig nieuws dat men nu weder hoort
is het bewijs ener echte sluipmoord,
te Moerkerk’ nu laatst bedreven:
daar liet een Heer het dierbaar leven.
Hij kwam des avonds van een jachtpartij
naar zijn kasteel met zijn vrouw aan de zij
en dicht bij zijn woning gekomen
knalde er een schot
Wreed gekwetst lag hij te bed, dienen heer,
te zuchten van pijnen en van hartzeer.
Maar, door koortsen overmand,
verslechterde zijn toestand.
Hij stierf in de armen van zijne vrouw.
Daar was het algemene rouw.
Ja, die slag viel hard,
’t was daar droefheid en smart
in eenieders hart
Dien heer getroffen, die slaakte een kreet
van smart en pijn die het luchtruim doorsneed.
Hij riep zijn dierbare vrouwe:
“Ach loop toch om hullep algauwe!”
Maar zij was daar zo zeer van aangedaan,
zij kon niet spreken, zij kon zelfs niet gaan.
Zij stond als genageld aan d’aarde
van angst en van schrik
De dienstboden hadden ’t schot ook gehoord,
zij liepen seffens naar de plaats dan voort,
vonden hun meester ten gronde,
gekwetst ja door menige wonde.
Men droeg hem binnen al in het kasteel.
’t Was daar geschrei, ’t was een droevig toneel.
Dokters werden seffens ontboden
al van uit de stad
Het slachtoffer had nog een goede nacht,
niemand die had daar het ergste verwacht.
Zijn toestand kwam te verslechten.
Een priester kwam hem te berechten.
Hij sprak: ” ’k Ga sterven, ik word het gewaar
maar vergeef het aan de moordenaar.”
En in de armen zijner vrouwe
gaf hij dan den geest.
Nu zijn de gendarmen te saam op zoek
achter den dader langs kanten en hoek.
Mochten ze hem gauw ontdekken,
dat zou de mensen wat opwekken.
Met den moord brengt diene laffe bandiet
in de woning weemoed en groot verdriet.
Geen rust zal die kerel nog hebben,
noch dag en noch nacht.
Partituur * Een sluipmoord te Moerkerke * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: zangwijze: "Berceuse tendre" tekst in "Roversbenden in Oost- en West-Vlaanderen", Roger Hessel (MUZ0945 pag. 95) Heemkring St.-Kruis over de moord op Ignace Thibault de Boesinghe