De gruwelijke moord te Saventhem (1931)
Louis Laermans schreef de tekst van dit moordlied neer in zijn “cahier” en vermelde als dichter een zekere Borremans1. Oude geschriften zijn niet altijd leesbaar en goedkope inkt verbleekt, maar na enig speuren herkennen we in de wijsaanduiding “When it’s springtime in the Rockies” (Robert Sauer / Mary Hale Woolsey), een Country & Western deuntje uit 1923 dat allicht hier pas bekend werd nadat het in de gelijknamige film van 1937 als titlesong werd gebruikt.
Een opmerkelijke keuze toch, het is heel uitzonderlijk dat (verre) amerikaanse melodieën werden gekozen voor vlaamse marktzangersliederen…
Ook op andere liedjesschrijvers moet de film van 1937 indruk gemaakt hebben want de smartlap “Sluimer zacht m’n lieve jongen” – naam van de tekstschrijver nergens te vinden – is gebaseerd op dezelfde melodie.
De auteur van het moordlied schuwt de vreselijke details niet, zoals toen ook in de geschreven pers de gewoonte was. Gelukkig legt onze hedendaagse pers het discreter aan boord (?)
Het is niet heel duidelijk welke misdaad model heeft gestaan voor het lied, maar het zou ons niet verbazen als het ging om feiten die gepleegd werden op 29 december 1931 en die beschreven staan in De Volksstem” van 4 februari 1932. Dader en slachtoffer blijken inwoners van Steenokkerzeel te zijn geweest.
Veel aanknopingspunten zijn er niet en je zou eerder verwachten dat er een moord werd beschreven die na 1937 werd gepleegd – dus na het uitkomen van de film – maar daarvan vinden we in de kranten geen spoor. We baseren onze veronderstelling op 4 gegevens:
- Volgens de krant van 1932 heeft de dader van die moord bekend dat hij het lijk “in de gracht heeft gelegd en met aardappelkruid bedekt” en dat komt min of meer overeen met wat er in de eerste strofe van het lied wordt gezegd.
- In het refrein wordt aangegeven dat de moordenaar zijn eigen vrouw van het leven beroofde.
- In de tweede strofe blijkt het om een ruzie over geld te gaan, ook dat stemt overeen met het krantenrelaas.
- Louis Laermans schreef de teksten in zijn schriftje circa 1930-1935
Er wordt verder in de krant aangegeven dat de man tevergeefs probeerde geld los te peuteren van zijn echtgenote Germaine De Keyser
Gruwelijke moord te Saventhem
Een man die huiswaarts keerde na zijn dagtaak
stapte blijgezind langs d’eenzame baan
en zie daar op die ene plaats gekomen,
schrok hij er zo opeens, geheel ontdaan.
Wat was het dat onze man zo deed schrikken?
Hij stond als vastgenageld aan de grond,
’t was dat hij er, bedekt met hooi en kruiden
het lijk van een vermoorde vrouwe vond.
Refrein:
Afgeknaagd door ongedierte
lag ene vrouwe daar neer,
weken lang reeds boven d’aarde,
’t brengt weer veel smart en hartzeer.
Men moet waarlijk monster wezen
om daar met een koel gemoed
zijne vrouw zo te vermoorden
lijk een man daar weder doet.
Om te genieten van het aardse leven
verbrastte hij het zuur verdiende geld.
Hij vond niet meer ’t geluk bij vrouw en kindje,
heeft dan zijn echtgenote neergeveld.
Door wroeging heeft hij nu zijn daad beleden
hoe dat hij dan de moeder van zijn kind
voor ene handvol geld had neergeschoten
zijn vrouw die hem steeds trouw had bemind.
Nu zit hij in de cel opgesloten
zijn bestaan eindigt nu in het gevang.
De wroeging knaagt en martelt zijn geweten
en blijft hem bij zijn hele leven lang.
Zijn kind zal hij niet meer in d’armen drukken
dat hij daar ontnam zijn moeke teer,
een wees weeral meer op de aarde
dat straks zijn moeke vindt hierboven weer.
Slotrefrein:
Rust zacht na uw bitter lijden
offer van een moordenaar.
G’hebt uw leven moeten geven,
’t monster vond dat geen bezwaar
maar na het bestaan op d’aarde
ziet gij uw geliefd kind weer
dat nog bidt voor zijne moeder
voor uwe ziel bij den Heer.
Partituur *De gruwelijke moord te Saventhem * | |
1. instrumentaal
|
1Dat moet Hendrik Borremans zijn, eertijds wonende in de Kloosterstraat 181, Antwerpen