Geen spek voor mijnen bek
Andreas De Weerdt (1825-1895) noteert een aantal keer dat zijn liedtekst (waaronder deze) kan gezongen worden op de melodie van “capon flamand”. Die melodie hebben we nog niet teruggevonden.
Een “vlaamse kapoen” is een gecastreerde haan, dat weten we wel en in Frankrijk heeft men het over een “chapon flamand” volgens WIkipedia: “Un chapon est un coq de l’espèce Gallus gallus domesticus qui a été castré afin d’atteindre une plus grande tendreté et une plus grande masse.” Zo’n haan wordt dus dikker en het vlees wordt malser.
De Weerdt neemt een bekend spreekwoord als uitgangspunt en fantaseert er een onmogelijke liefdesaffaire rond: een grijzende (!) veertiger heeft een oogje op de 18-jarige “Stanske” maar hij concludeert dat ze ongetwijfeld voor een jongere, virielere man zal kiezen zolang hij er niet in slaagt miljonair te worden
Uitgever/componist Alphonse Janssens (1836-1915) maakte meestal zelf een andere melodie op de teksten van De Weerdt die hij uitgaf, waarschijnlijk om eventuele discussies over auteursrecht uit de weg te gaan, en zijn melodie is dus de enige die we tot nu toe terugvonden om dit lied te kunnen zingen. Beide auteurs zijn ondertussen respectievelijk 129 en 109 jaar geleden gestorven, hun werken zijn onbetwistbaar “public domain”.
Geen spek voor mijnen bek
1031 [A] Andreas De Weerdt (1825-1895) [C] Alphonse Janssens (1836-1915)
Somtijds waag ik ook een kansken
en ik min een aardig ding.
Maar nu min ik hier een Stanske
o zo lief, zo fijn, zo flink.
Ik vroeg het haar al lang voorwaar
zo ik miljonair moest wezen
maar ‘k ben er nog zo wijd vandaan
en daarom spreek ik haar niet aan.
‘k Ben wel wat gek
maar zo een spek
is veel te fijn voor mijnen bek.
‘k Ben wel wat gek
maar zo een spek
Dat is geen spek voor mijnen bek.
Als ’t uw lief dan niet kan wezen,
zegt mijn hart, wel trouwt ze dan;
vraag het haar maar zonder vrezen
of z’u wilt voor haren man.
Dat durf ik niet
want Stanske ziet
er mij zo juffrouwachtig,
zodanig edel deftig uit
en ’t kost wat oorden, zo een bruid!
Ja, maar ook, ge kunt niet weten
of dat zij geen oordjes heeft,
zegt opnieuw mijn teer geweten,
en z’is u toch zo beleefd!
Riskeer het maar,
z’is achttien jaar,
ziet eens wat lekker beetje!
Voor u die bij
de veertig zijt.
’t Is juist daarom, ‘k heb genen tijd!
Stanske zal ’t mij wel vergeven
dat ik haar niet dwaas bemin
en volstrekt niet voor mijn leven
haar begeer voor mijn bazin.
Zij zal, och Heer, zo veel te meer,
zich over mij getroosten
daar ik haar toch niet geven kan
de pracht, ofwel, ne jonge man.
Partituur * Geen spek voor mijnen bek * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: uit "Vlaemsche Kluchtliederen" (MUZ0655 pag. 90) kan ook gezongen worden op de wijze van "Capon Flamand"