De geheimzinnige moord van Ghistel (1932)
Julien De Vuyst schrijft in “Het Moordlied in de XXe eeuw” over deze moord:
"Theo De Waele, oliehandelaar uit Gistel, had de naam er warmpjes in te zitten: men vertelde er zelfs bij dat hij dat geld niet had verdiend met zijn handel, maar met smokkelzaken. Op 22 december 1932 vertrok hij naar Oostende met een grote som op zak, zogezegd om er inkopen te doen. Hij kwam niet terug en nog voor Kerstdag begon men naar hem te speuren, zonder resultaat evenwel. Het zou vier volle weken duren eer zijn lijk gevonden werd, tussen Nieuwpoort en Veurne, dicht bij de Pelikaanbrug. Hij was vermoord: aan het hoofd had hij een diepe wonde. Zonderling genoeg droeg hij nog een grote som geld op zak, zodat men niet kon uitmaken of hij al dan niet bestolen was. Het onderzoek schoot hoegenaamd niet op en pas einde april 1933 werd een aanhouding verricht."
De man die werd beschuldigd én veroordeeld was André Rabaey, een garagist, maar hij heeft zijn betrokkenheid steeds met klem ontkend. De zaak is dus nooit echt opgelost geraakt.
Marktzanger Achille Coppenolle wist ook niet precies hoe de vork aan de steel zat, maar zong er wel een lied over. Hij beweert in het refrein dat het slachtoffer van zijn geld was beroofd, maar dat spreekt het gerechtelijk onderzoek tegen.
De geheimzinnige moord van Ghistel
936 [A] Achille Coppenolle [C] Werner Richard Heymann (naar Josef Strauss)
Er is nu weer een wrede moord begaan,
ach wat een droeve smart
dat pakt ieder aan ’t hart.
Op een brave man nog jong voorwaar,
die nooit iemand misdeed,
wat smart en leed.
Hij werd geslagen op het hoofd,
van ’t leven beroofd,
van ’t leven beroofd.
En dan gesmeten in de vaart,
ach wat een smart,
ach wat een smart.
Zijn geld gestolen ook voorwaar,
wat een barbaar,
wat een barbaar.
Denkt gij nu niet, o moordenaar
al aan uwe straffe voorwaar.
De man die was eens boodschappen gaan doen
Hij dacht niet aan gevaar,
Noch aan een moordenaar
Maar al met eens werd hij op ’t onverwachts
Zo wreed geslagen
en gesmeten in de gracht.
De man was verdwenen een langen tijd,
men dacht een ongeluk.
Ach wat een smart en druk.
Maar al met eens zag men ’t lijk in de vaart.
Wat een droefheid groot:
hij was vermoord.
Is die brave man vermoord voor het geld
of wist hij iets te veel
dat hun zo niet beviel?
Weldra zit de moordenaar in ’t gevang
Al voor zijn leven lang.
Weest nu maar bang!
4. Zo ene moord ’t is toch te wreed,
een brave man die niets misdeed
werd zo vermoord al langs de baan
door een tiran.
Wat droef getraan!
En ook gans de familieschaar
in druk en pijn,
ja, groot en klein
Denkt maar aan uwe straf voorwaar,
wreden barbaar,
gij moordenaar.
Partituur * De geheimzinnige moord van Ghistel * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: zangwijze: "Ville d'Amour" (Das muss ein Stück von Himmel sein) •zie W&P lied nr 338 "Men mag niet te goed zijn voor de meisjes" - website 28/06/2011 •uitleg over de moord (22-12-1932) op Theo De Waele in "Moordlied XXe eeuw", Julien De Vuyst, pag 48 (MUZ0106)