Als men kinderen groot brengt
De melodie van “Twee ogen zo blauw” is gebaseerd op een oud Italiaans volksliedje “Vieni sul mar”, auteur onbekend. Hier een oude opname door de legendarische Italiaanse zanger Enrico Caruso (1873-1921). De plaat kwam uit in 1920, kort voor zijn dood maar de opname is allicht ouder.
Oscar Tonnos (“Kootje) maakte er een anti-oorlogsliedje van waarbij de slotzin zijn weerzin voor oorlogen samenvat: “Veel moeders brengen hunne kind’ren groot … tot ze worden gedood.”
Als men kinderen groot brengt
[A] Lustige SInjoor [C] P.D.
In een huis wordt een kindje geboren,
’t is een jongen, het is volle feest.
Een kindje kan iedereen bekoren,
en het wordt vertroeteld om ter meest.
Wat een vreugde in ’t hart van een moeder,
en ook vader die is welgezind.
Ze danken samen den Albehoeder,
moeder zingt bij de wieg van haar kind:
Dododeridijn,
slaap zacht lieve klein,
moedertje waakt hier bij haar kleine snaak,
dododeridijn.
Vijftien jaar is hij nu reeds, de jongen,
maar hij is zo zwak, zo bleek en ziek.
De geneesheer die zegt ongedwongen:
als ’t niet betert moet hij naar ’t kliniek.
Ja, ze spreken van hem ’t opereren,
de moeder die wijkt niet van zijn bed.
God zij dank, de ziekte is aan ’t keren,
de geneesheer roept: hij is gered!
Dank, o beste Heer,
gij schenkt mij hem weer,
hij zal herleven, mijne jongen klein,
en gelukkig zijn.
Aan den hemel ziet men donk’re wolken,
den oorlog breekt uit met vol geweld;
er wordt weer gemoord onder de volk’ren,
haar jongen moet ook naar het slagveld.
Dagen en nachten zit ze te wachten,
maar haar zoon die keert er nooit meer weer.
Hij sneuvelde ginds in de loopgrachten,
zogezegd op het “schoon veld van eer”.
Dododeridijn
weent moeke van pijn.
Veel moeders brengen hun kinderen groot
tot ze worden gedood.
Partituur * Als men kinderen groot brengt * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: Zangwijze “Vieni sul mar” liedblad van De Lustige Sinjoor