Ach God! De Tommies
De bewijzen zijn overweldigend: de engelse soldaten kwamen hier tijdens de oorlog vooral de jonge vrouwen “beschermen”. Tenminste, het aantal liederen over hun amoureuze avances is immens. Ook in deze tekst van “Kootje” op de muziek van Lili Marleen is ’t weer van dat, en nog wel in het bijzijn van de heer des huizes die alleen maar geduldig kan toekijken. Maar ja, die engelsen konden kwistig sigaretten en – vooral – chocola uitdelen om de meisjes rond hun vinger te winden.
Ach God! De Tommies
[A] Osc. Tonnos (Kootje [C] Norbert Schultze (1938)
Mensen wilt ge weten wat er is geschied?
Wil dan maar eens luist’ren wat ik zing in dees lied.
Van als den Tommie kwam in ’t land,
was het plezant ten allenkant,
maar bij mij thuis toch niet,
want ik zit in ’t verdriet.
Wij kregen nen Tommie in ons rustig huis
om er te logeren, maar ik vond het niet pluis.
Sinds dien dag was mijn vrouw vol vuur,
ze zond mij weg, ja ieder uur,
‘k Kreeg horens op den duur,
dat zei mijne gebuur.
Zij rookte cigaretten, snoepte chocola
en ze ging met Tommie al naar de cinema.
Ik moest slapen in de canapé,
den Tommie die was heel tevree,
hij riep “Good night, O. K.”
en trok met mijn vrouw mee.
’t Is nu reeds tien maanden, zij liet mij alleen,
z’is met Tommie weg, maar ik weet niet waarheen.
Zij laat er mij alleen in pijn,
met ’t kindje klein van Tommie fijn,
‘k wordt mager van chagrijn.
Bevrijding? Niet voor mij.
Na den oorlog ziet men hier in Belgenland,
vele vrouwen lopen die zich hebben verbrand.
Veel kleintjes vragen aan Mama:
waar is papa? Komt hij weldra?
Maar papa is dada
met zijne chocola.
 |
Partituur * Ach God! De Tommies * |
 |
1. instrumentaal
|
Bronnen: zangwijze: Lilly Marleen liedblad "Vredesuitgave van De Lustige Sinjoren