Op de kaai
De Oostendse marktzanger Bertino – alias van Albert Lingier (1915-1969) – liet zich sponsoren door de plaatselijke middenstand om zijn drukwerk te betalen. Zo leverde de verkoop van liedblaadjes pure winst op!
Het mag niet verwonderen dat de zee een grote rol speelde in de keuze van zijn onderwerpen, ook in dit lied, een beetje zijn “Kleine café aan de haven” maar zonder het overdreven succes dat “Vader Abraham” (alias van Pierre Kartner) daarmee had.
Als zangwijze koos hij voor het minder bekende jodel-walsje “On prend l’ café au lait au lit” van Pierre Dudan. In de franse liederenschat werden vaak dergelijke woordspelingen of dubbelzinnigheden gebruikt: “Ose Anna”, “Aime moi Emma”, “C’est pa…pa… c’est parisien”, “Odile! O dis-le!” en meer recent “Ella, elle l’a”. Geen woordspelingen bij Bertino echter, wel een opgewekt liedje over idyllische taferelen in een café aan zee. Het moet niet altijd over scheepsrampen en verdronken zeelieden gaan!
Op de kaai
875 [A] Bertino [C] Pierre Dudan (1940)
Hou je van d’haven, van schepen en zeil,
van ’t strand en van vele dingen.
Harmonica’s spelen zacht en terwijl
de matroosjes lustig zingen,
zie je de zwevende paartjes
holderdebolder in ’t rond.
Lachende Keesjes en Klaartjes
zijn gelukkig op dienen stond.
Zij zingen en springen
en dansen en zwanzen,
ze zijn zo blij, hei, hei.
Ze zingen en tieren
en zwaaien en zwieren,
’t is feestgetij.
In het cafétje op de kaai
bestelt een lief kind,
door ieder bemind.
In het cafétje op de kaai
daar zit je algauw in den draai.
Ieder matroos komt daar weer
na elke reis, ied’re keer.
’t Is als een toevlucht in stormweer.
Op de kaai, in die café,
matroosjes zingen tevree,
O Tadi O Tadijee, O. K.
In zo’n cafeetje vindt ieder zijn keus,
een meisje naar je verlangen.
De geur van teer en touw prikkelt je neus,
’t blijft rond de tafeltjes hangen.
Oude zeebonken met baarden
leggen daar nog wel eens aan.
Zien zij een partijtje kaarten,
aarzelend blijven zij staan.
Terwijl de matrozen
kussen, liefkozen, met veel gepraat,
speelt het orkestje een walsmusetje
in driekwarts maat.
Waait er een triestige zuidwest of noord,
dat kan ’t cafétje niet deren.
d’harmonica’s spelen altijd maar voort,
de paartjes blijven floreren.
’t Lantarentje van daar boven
zwengelt en zwaait heel voldaan.
Het wil uw wand’lingen roven,
knipogend wenkt het u aan.
Kom je van de zee, van duinen of dijken,
voorbij het plein?
Hou je van leute in ’t matrozenrijk, ja,
daar wil je zijn:
Partituur * Op de kaai * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: liedblad Bertino (verzameling Leo Coulier - MUZ,917) fonoplaat Pierre Dudan https://youtu.be/JkQektYkEK8