Moeder, waarom gingt gij heen?
Nog een variante op het thema “Moeder jong gestorven – kind weeklaagt op haar graf”, deze keer op de melodie van “Moeder, ik kan je niet missen” (Willy Derby)
Dat thema werd dus veel gebruikt door liedjeszangers omdat … er ook veel jonge moeders stierven(1) in het kraambed! Dat was trouwens tot aan het interbellum van de 20e eeuw nog een serieus risico, zeker als er een chirurgische tussenkomst nodig bleek.
In deze versie(2) is het onfortuinlijke kind een meisje dat in de sneeuw klagend weent. Een “waker”, die de hekken rond het kerkhof moet sluiten, doet bij valavond zijn ronde en ziet haar eenzaam geknield bidden. Hij maant haar aan naar huis te gaan maar zij vertelt kort haar verhaal. Dat eindigt plots in het slotrefrein, want ze wil bij haar moeder zijn en sterft ter plekke.
Moeder, waarom gingt gij heen?
856 [A] onbekend [C] Michel De Cock
Op ’t somber kerkhof, zekere nacht
knielt er een meisje teer,
wijl vlokjes sneeuw, zo stil en zacht
op ’t aardrijk vielen neer.
En smekend klonk haar droeve bee:
moedertje, hoor mij aan!
Nergens vond ik geen rust of vree.
Waarom zijt g’heengegaan ?
Moeder, aanhoor mijne bede,
zo klonk haar bittere klacht.
Wist gij wat ik heb geleden
sedert men u het graf in bracht ?
Moeder, aanhoor mijne bede,
hulpeloos op aard’ alleen.
Ik smeek u, moeder, heb meelij met mijn smart.
Ach moeder, waarom gingt gij heen ?
De waker ging het kerkhof rond,
Vervullend zijne plicht,
waar hij een meisje biddend vond,
de handjes ten hemel gericht.
Wat doet gij, meisje, hier zo laat ?
Sprak hij ’t kind aldus aan,
Er is geen mens meer op de straat,
wil spoedig huiswaarts gaan.
Het kind sprak bevend vol verdriet:
“Meneer, heb medelij.
Scheid me toch van mijn moeder niet,
geen mens staat me hier bij.
Ik vroeg aan elke deur om brood,
men joeg me vloekend heen,
men lachte, spottend met mijn nood.”
En luid snikte zij weer :
3.“Moeder, g’aanhoort mijne bede”
klonk nog haar bittere klacht,
“Mijn droeve smart is geleden,
ik wist dat ge me had verwacht.
Weldra zal ik bij u wezen,
’k krijg dan uwe kussen weer.”
Dat waren hare laatste woordjes teer,
want ’t arme kind was nu niet meer.
Partituur * Moeder, waarom gingt gij heen? * | |
1. instrumentaal
|
(1) We hebben geen volledige cijfers gevonden maar uit enkele regionale onderzoeken blijkt dat op het einde van de 19e eeuw nog steeds 7% van de bevallingen dodelijk waren voor de moeder en meestal ook voor het kind. Niet dat er na een succesvolle geboorte geen risico’s meer waren: de algemene kindersterfte liep in sommige streken zelfs op tot 30%. De cijfers daalden stilaan na WOI.
(2) vergelijk met “Wezenklacht”, alias “Op ’t sombere kerkhof”
Bron: in MUZ0903 "Volkslied in Kasterlee en omgeving" - lied nr 6.27 opgetekend bij Anna Van Heuckelom, Kasterlee