Charel, ‘k zien u zo geren
Gedicht, gezongen en verkocht door Pierre Dewilde uit Brussel.
Met welke zangeres Pierre op de markten ging staan weten we niet, maar het is duidelijk dat dit lied door een jongedame moest gezongen worden, net zoals het lied dat model stond voor de melodie.
Charel, ‘k zien u zo geren
[A] Pierre Dewilde [C] René de Buxeuil
Ik bemin een jongeman
die zeer wel dansen kan,
de shimmy, foxtrot, tango
danst hij comme il faut.
Hij is niet te groot of te klein,
hij is galant en fijn.
’k Zie hem altijd in mijn gedacht,
ja, bij dag en nacht.
Ach! Kwam hij toch maar spoedig bij mij
dat ’k ben aan zijne zij
Charel, ’k zien u zo geren,
gij zijt mijn schat, mijn ziel en leven op dees aard.
Charel, ’k zien u zo geren
Kom spoedig af, want zie, ’k weet niet, ik ben verward.
Charel, ’k zou d’er van sterven
moest ik vernemen dat gij bij een ander gaat.
Liever het leven derven! Mij laten kerven!
Maar weg die praat.
Dezen avond zie ik hem weer,
gekleed als enen Heer.
Dan komt hij lachend tot mij,
oh, wat ben ik blij.
Dan drukt hij zijn lipjes zo fijn
menigmaal op de mijn,
wijl hij zegt: kom, gaat gij nu mee,
naar het bal masqué?
Hij weet dat ik ben voor het plezier
en geren ga op zwier.
Maar toch moet ik voorzichtig zijn,
want hij is slim en fijn.
Ik betrouw hem waarlijk niet,
ieder die hem ziet
lacht op hem en is zo vriend’lijk,
het is onverdragelijk.
Ieder weet dat ik hem bemin,
ja, van hart en zin.
De meisjes zijn vol afgunst en nijd,
straks ben ik Charel kwijt.
Partituur * Charel, ‘k zien u zo geren * | |
1. instrumentaal
|
Bronnen: liedblad van Pierre Dewilde, gedrukt bij G. Lambin, Brussel-Noord uit de verzameling Eric Van Baelen (MUZ0731 pag. 7)