Mijn geboortedag
Op basis van een bandopname door Herman Van Gorp bij Lien en Emma Kennis, Kasterlee. De gebruikte melodie is een verbastering van “Sur l’air du tralala”.
Een licht afwijkende versie is te vinden in “Van Zingen en Speule 9-12”, pag 53 (onderdeel van “Kroniek van de Kempen”, jaargang 1990). Harrie Franken veronderstelt hierbij: “Vooral in Midden-Brabant was het liedje, dat me lijkt te stammen uit de cabaretwereld, populair.” Hij heeft het dan over het Nederlandse Brabant.
Mijn geboortedag
[A] [C] onbekend
Den dag zal’k niet vergeten toen
dat ik ter wereld kwam
en toen papatje mij alzo
in zijne armen nam.
Eerst gaf hij mij een zoen,
toen wierp hij mij op ’t bed
omdat ik draaide op zijn vest
een bruine omelet
O fiedeldadeldie
dien dag vergeet ik niet
O fiedeldadeldie
dien dag vergeet ik niet
Den dag dat ik gedoopt werd
die vergeet ik ook niet licht.
Pastoor die zei: “Wat heeft dat kind
toch voor een raar gezicht?
Geen ogen en geen neus,
ik sta verbouwereerd!”
Ik zei: “Pastoor, doop mij zo niet,
ge houdt mij omgekeerd.”
Toen ik moest leren lopen, ja,
dat ging ook lang niet glad.
’k Viel dikwijls van de sokken
maar meestal op m’n gat.
Mijn moeder riep op mij,
ik huilde als een beer.
Toen kuste zij mij op een plaats
daar doet z’het nooit niet meer!
De dag dat ik de broek aan kreeg
vergeet ik ook niet licht
van voren was die open
en van acht’ren was die dicht.
Ik deed verkeerd haar aan,
dat was een lastig ding,
toen wist ik niet of ’k binnen kwam
of da’k de deur uit ging.
De dag dat ik naar school moest, neen,
dat ging mij ook niet af.
Ik zat nooit in de banken
want meestal had ik straf.
Dan moest ik in de hoek,
de lei(1) al in mijn hand,
wat had ik aan die school toch zo
verschrikkelijk het land
Zo gaat men door het leven
vandaag goed en morgen slecht.
Mijn moeder zei dan telkens weer:
“Van jou komt niets terecht”
Maar kijk, zo door den band
is het heel goed gegaan:
ze zijn nu wel tevreden
en ook ik ben zeer voldaan.
(1) Tot en met Expo ’58 werd er in de eerste leerjaren niet met potlood, laat staan met pen en inkt op papier geschreven, maar kreeg men een “griffel” om op een ingekaderde leisteen te krassen, afgezien van de kostprijs de verre voorvader van de iPad. (Of beter nog: diens prototype , de Newton, maar die kent vrijwel niemand meer.) Papier en inkt waren immers niet gratis en voorbehouden voor geschriften die moesten bewaard worden. Met een natte spons was het geschrevene dan weer makkelijk en gratis te verwijderen van een lei.
Dat griffelen maakte nogal wat lawaai zodat de leerkracht ook zonder kijken wist of er vlijtig gewerkt werd.
In de “griffeldoos” zaten dus stenen schrijfstokken en een sponsje. Op de museumfoto hierbij staat verkeerdelijk een houten “pennendoos” met naast enkele griffels ook plaats voor … pennen, potloden en een meetlat, met bovendien een ronde uitsparing voor een inkpotje. Aan het touwtje hing waarschijnlijk ooit een sponsje.
Partituur * Mijn geboortedag * | |
1. instrumentaal
|
|
2. Lien en Emma Kennis, Kasterlee (1975)
|