De Keizer voor ’t gerecht
Het Aarschotse echtpaar Henri Peeters – Van Gestel zong op het einde van Wereldoorlog I de woede weg die de Duitse Keizer en zijn soldaten hadden opgewekt. Ze deden dat nauwelijks beschaafder dan Mathieu Dekemper met zijn “Sale Cochon“. Ze gebruikten trouwens elk dezelfde melodie van Louis Bousquet, een groot Frans succes op dat moment: “Quand Madelon”.
Wij moeten de geschiedenisboeken induiken om alle allusies in de liedjestekst te begrijpen maar de toehoorders op de marktpleinen wisten in 1918 heel goed waarover het ging. Ze hadden ook niet veel aansporingen nodig om mee te zingen, tenminste, zodra ze wisten dat het Duitse gevaar definitief was geweken!
Het lied staat ook op een liedblad van Frans van Kets die onder de titel “woorden van Sus Van Kets” lied drukken. Maar … dat doet hij zo vaak bij liederen die ook door anderen werden gezongen dat we ons afvragen of dat wel altijd strookt met de waarheid. En zoals we al eerder schreven verklaarde Van Kets ooit dat hij nooit zelf een liedjestekst heeft geschreven! In dit geval heeft hij waarschijnlijk het lied gewoon overgenomen van Henri Peeters, die was namelijk gehuwd met Maria Van Gestel en Frans van Kets was getrouwd met Anna Maria Van Gestel, de zus4 van mevrouw Peeters.
Ook Filip Clarisse haalt deze tekst aan in zijn “Volksliedonderzoek in de gemeente Kruibeke” (4 volumes, Leuven KUL, 1991)
De Keizer voor ’t gerecht
[A] Peeters-Van Gestel [C] Louis Bousquet
’t Is al twee jaar dat de Keizer zit te kniezen,
verstopt, verscholen in Hollandse keis.1
Als tijdverdrijf is hij stoelen aan het biezen
wordt er verzorgd door ’n dokter vijf of zes.
Toen het in zijn land begon te stinken
en dat hij zei: Ich bin kaput,
in plaats van zich te gaan verdrinken,
zich te berechten met wat lood,
wat deed die’n onverlaat?
Hij poetste ras de plaat
en reed met den Express naar Holland met veel praat.
Hij zal ’t gerecht, het tribunaal passeren,
moet op zijn poten voor de juge staan.
Hij is de schuld der volkeren miserie,
moet alvast de kas2 in gaan.
Hadden ze dien dief moeten laten betijen,
de wereld lag gans onder zijnen voet.
En alleman zou door hem moeten lijen
hij’s kaput, ja kaput, ja kaput.
Hij die ons vrouw en ons kind deed fusilleren,
dat hij gaat zien hoe’t gesteld is aan de Rijn,
hoe daar zijn volk van honger ligt te creveren
en hoe zijn steden in nood gedompeld zijn.
Hij zal geen parademarch meer leren,
Duitsland “über al” is nu gedaan.
Moeilijk zal hij die pil verteren,
ziet’m lijk een zabbertrees daar staan.
Die pin van uwen hoed,
die u bespotten doet.
Den dag is daar dat gij voor schelmerijen boet.
Wie kende niet de bende van de voetenbranders
of van Cartouche, Bonnot en compagnie?3
In onzen tijd doen zo’n schoelies heelmaal anders
hij moordt en brandt lijk in den tijd der barbarie.
Ziet Schaffen, Aerschot, verder Leuven,
maar heden is de mate vol.
Zijn bloeddorst was te ver gedreven,
hij stal ons koper en ons wol.
Hij tapte af ons bloed
en leid’ ons tot bankroet,
nu is het zijnen toer, ’t is hij die lijden moet.
3. Ik zeg vlakaf, moest ik de rechter wezen,
‘k zou hem ’n foxtrot leren in het fijn:
’n tribunaal van weduwen en wezen
die zijn rechters zouden zijn.
Zij zou’n zijn lijf in duizend stukken sleuren,
zij maakten bloedpens met des Keizers bloed
en zouden die door varkens doen verscheuren,
maak kaput, ja kaput, ja kaput.
1Hollandse kaas. De Keizer was gevlucht naar het “neutrale” Nederland.
2gevangenis, cachot
3bende van de voetenbranders: Jan Catoen en C° die tussen 1761 en 1801 boerderijen overvielen en martelpraktijken toepasten.
Bende van Cartouche: Louis-Dominique Cartouche (1693-1721) en zijn bende waren actief in Frankrijk rond 1715
Bende van Bonnot: (Frans: La Bande à Bonnot) was een Frans-Belgische criminele anarchistische bende die opereerde in Frankrijk en België. Ze waren actief van 1911 tot 1912. De bendeleden kwamen uit het illegalistische milieu. Er werd vooruitstrevende technologie gebruikt, zoals auto’s en machinegeweren, waarover de Franse politie op dat moment nog niet beschikte.
4 De familie Van Gestel heeft heel wat marktzangers en -zangeressen voortgebracht, maar de volledige en juiste familiebanden achterhalen is (nog) niet mogelijk wegens de beperkte toegankelijkheid van de burgelijke stand voor gegevens die nog geen 100 jaar oud zijn. En bovendien zijn niet alle “openbare” archieven al online beschikbaar.
Frans Van Kets (1862-1944) is op 3/12/1884 te Aarschot gehuwd met Anna Maria Van Gestel (1865-1948), dochter van Bernard Van Gestel (1824-1894) x Joke Collin
Henri Peeters (1873- ) huwde op 23/4/1894 te Aarschot met Maria Van Gestel (1875- ), eveneens dochter van Bernard Van Gestel x Joke Collin
Zij hadden nog een derde zus die Maria noemde, met bijkomende voornamen Thérèse Anne. Zij kregen allen de voornaam van hun grootmoeder Maria Dekkers, vermoedelijk dus ook hun doopmeter.
Hun broer Dolf was ook een marktzanger, evenals hun neven Alfons en Jaak. En marktzangers Hubert Geens en Jaak Morren waren gehuwd met een Van Gestel die afstamde van Josephina Van Gestel, de (ongehuwde) zus van Bernard.
Partituur * De keizer voor ’t gerecht * |
|
1. instrumentaal
|